VARIA
DE BLIK OP CHRISTUS
Velen zien in Jezus wel iets heerlijks, maar niet iets Goddelijks. Veler hart gaat naar hem open, maar zonder zulk een verheuging als ziende in Christus Gods heerlijkheid. Anderen willen om Jezus, niet een stip van een kleine zonde laten. Zouden dezulken in Christus wel enige heerlijkheid zien?
Neen — want dan zouden ze al de dingen der wereld gaarne om Hem verlaten. Gij, die het niet ziet, voor U is Hij nog niet gekomen. Arme ongelovige, voor wien het Evangelie bedekt is. Nu lacht ge er om, — de tijd zal komen, dat ge zult schreien.
(Lodenstein.)
DE MUNT GODS
De munt Gods zijn wij — als een geldstuk zijn wij weggedwaald uit de schatkamer. Door het ronddwalen is het beeld, dat in ons ingedrukt was, afgesleten. Hij komt om het te hervormen, omdat Hij het gevormd had. Ook Hij vraagt Zijn geldstuk, evenals de keizer zijn geldstuk vraagt. Daarom zegt Hij: „Geeft den keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is 1 .)
Aan de keizer de geldstukken, aan God Uzelf. Dan zal de waarheid in ons uitgedrukt worden.
(Augustinus.)
1) Matth. 22, 21
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1950
Daniel | 12 Pagina's