Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christenen en kunst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christenen en kunst

"Waarheid en schoonheid zijn sinds de zondeval niet meer identitiek"

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kunstzinnigheid kan ds. C.J. Meeuse niet worden ontzegd. Hij musiceert,schrijft gedichten die het gemiddelde niveau duidelijk overstijgen en zet invakanties wel eens een doekje op. Zijn "Vertellingen bij de Bijbel" wordengeïllustreerd door Arie van der Spek,in de ogen van velen een vervaardiger van moderne kunst. Toch deelt de Vlaardingse predikant de huiver van velen in de gereformeerde gezindte voor het kunstenaarschap. „Waarheid en schoonheid zijn sinds de zondeval niet meer identiek."

Terwijl de volgelingen van Abraham Kuyper, onder invloed van hun grote leider, ook op het terrein van de kunst een roeping zagen weggelegd, is men in bevindelijke kring altijd wat beducht geweest voor dit gebied. Kenmerkend is dat dr. H.F. Kohlbrugge het artistiek talent van zijn kunstzinnige vriend De Clerq eerder remde dan stimuleerde. Drs. C.J. Meeuse, predikant van de Gereformeerde gemeente te Vlaardingen, verklaart deze houding vooral vanuit het besef dat dit leven slechts een doorreis is. „De Bijbel leert ons uitdrukkelijk dat de wereld voorbij gaat, met haar begeerlijkheid. Het besef van de vergankelijkheid van het aardse geeft een schroom om er al te veel aandacht aan te geven. Een tweede oorzaak is denk ik de angst voor een schone schijn zonder wezen. Ik heb een boekje in mijn kast staan met de titel: "Te waar om mooi te zijn". Waarheid en schoonheid zijn sinds de zondeval niet meer identiek. Ook dat besef geeft enige huiver voor kunst. Tenminste, als het kunst is waarin de schoonheid centraal staat. Ik heb nooit kinderen van God ontmoet die moeite hadden met de gedichten van Lodenstein en Revius. Terwijl je die zeker tot de kunst kunt rekenen."

Vreemdelingschap
Als eerste noemde u het vreemdelingschap. Als het gaat over de verwerving van materieel bezit valt daar toch niet zo veel van te merken?
„Daar ben ik het niet mee eens. Die schimpscheuten komen vanuit de wereld naar ons toe. Maar ik zie het niet als een ontbreken van een besef van vreemdelingschap als onze mensen net als ieder ander meubels en kleding kopen."
De gereformeerde gezindte wordt volgens u nog altijd gestempeld door het vreemdelingschap ?
„Je kunt dat helaas niet van allen zeggen. We zijn in onze aard niet beter dan de wereld. De apostel zegt: Wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds. Waar dat gebeurt zie je ook een kritische houding ten opzichte van kunst ontstaan."
Wat verstaat u precies onder kunst?
„Het vermogen om op niveau, met diepgang en zeggingskracht, bepaalde schoonheden te scheppen en daarin een boodschap vorm te geven. Die boodschap kan heel verschillend zijn. Er is ook wereldse kunst. De vorm kan van grote creativiteit getuigen, terwijl we toch de boodschap die erin ligt opgesloten, moeten afwijzen."

Verrijking
Wat betekent kunst voor u persoonlijk?
„Een verrijking. Ik kan ervan genieten. Maar dat genieten is wel heel sterk afhankelijk van het doel dat de kunstenaar nastreeft. Daarom kan ik niet zonder meer genieten van de kunst in oude rooms-katholieke kerken. Prachtige altaren en schilderstukken, maar ik kan ze niet los zien van de misleiding van zielen. Dat geldt trouwens ook voor muziek."
Van de muziek van iemand ah Mozart kunt u niet ongedwongen genieten?
„Inderdaad. Ik heb een tijd gehad dat ik genoot van alles wat mooi was en wel luidde. Dat is veranderd toen ik bepaald werd bij het doel van niet alleen mijn leven, maar van ieders leven. Zie ik in bepaalde kunstuitingen slechts de eer van mensen centraal staan, dan is voor mij de glans eraf."
Hoe vergaat u daarin? Waren de schuttersstukken uit de Gouden Eeuw verwerpelijk, omdat mensen het voorwerp van de kunst waren ?
„Dat is een moeilijke vraag. t> Wat heeft die mensen bewogen om zich te laten schilderen? Het kan zijn dat er een grootse vorm van ijdelheid achter stak, maar dat kan ik niet beoordelen."

Onderscheid
Het genieten van kunst is voor u afhankelijk van het doel dat de kunstenaar nastreeft of heeft nagestreefd. Maar dat is meestal niet te achterhalen.
,Je moet inderdaad onderscheid maken tussen het streven van de kunstenaar bij het maken van het kunstwerk en de bruikbaarheid van zijn kunst. Het eerste ligt voor de kunstenaar en zal God beoordelen. Voor het laatste zijn wij verantwoordelijk. Ik denk dat je ook een zeker onderscheid mag maken tussen verschillende vormen van kunst. In de literaire kunst is het doel dat de auteur zich heeft gesteld zozeer aan het kunstwerk zelfverbonden, dat je die twee nauwelijks kunt scheiden. In de schilderkunst, de beeldhouwkunst en de architectuur is die afstand meestal groter. Het kunstvoorwerp is dan neutraler. Toch vind ik het jammer dat in onze kring nogal eens een opdracht voor een kunstwerk wordt verleend aan wereldse kunstenaars, waarbij kunstzinnige mensen uit eigen kring gepasseerd worden. Ook op dit terrein geldt: Doet wel aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs."
Hoe ziet u dan het feit dat Salomo bij de tempelbouw het beeldhouwwerk uitbesteedde aan heidense kunstenaars, eenvoudig omdat die op dat terrein vaardiger waren?
„Ik heb gewezen op het criterium van het niveau. Zijn er in eigen kring echt geen mensen die werk van niveau kunnen maken, dan zul je ze elders moeten zoeken. Maar zo somber ben ik niet gestemd over het artistieke peil in de gereformeerde gezindte."

Kernteksten
Wat ziet u u als kernteksten in de Bijbel ah het gaat om de beoordeling van kunst?
„In Exodus 36 vers 1 lezen we van Bezaleël en Aholiab, „en alle man die wijs van hart was, in dewelke de Heere wijsheid en verstand gegeven had om te weten hoe zij maken zouden alle werk ten dienste des heiligdoms naar alles dat de Heere geboden had." We zien hier de kunst als een gave van de Heilige Geest, die duidelijk ten dienste van Gods Koninkrijk mag worden aangewend. Waarbij we moeten zeggen dat het een algemene gave is van de Heilige Geest, die niet met de ware godsvreze hoeft samen te gaan. Een andere kerntekst is 1 Korinthe 10 vers 31. „Hetzij dan dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter ere Gods." Als laatste wil ik noemen Filippensen 4 vers 8. „Voorts broeders, al wat waarachtig is, al wat eerlijk is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat liefelijk is, al wat wel luidt, zo er enige deugd is, en zo er enige lof is, bedenk datzelve." Daarnaast staan er teksten in de Bijbel, waar de kunst in negatieve zin wordt genoemd. Denk bij voorbeeld aan Handelingen 19 vers 19. Daar lezen we dat velen die ijdele kunsten gepleegd hadden de boeken bijeen brachten om die in aller tegenwoordigheid te verbranden."

Christelijke kunst
In deze tekst gaat het als ik me niet vergis om occulte werken?
„Inderdaad, maar die boeken werden toch benoemd met het woord kunsten. Ze zijn misbruikt in de dienst van de duivel. En dan geldt: weg ermee."
Aan de andere kant schrootm Paulus niet om literaire citaten van heidense wijsgeren in zijn prediking te verwerken.
"Dat is zeker waar. Daarin zie je dat hij hun werk gebruikte omeen goed doel te dienen. Mensen kunnen door de algemene genade van de Heilige Geest dermate verlicht zijn, dat ze veel wijsheid voor dit leven uitstallen. Dan moet je niet proeven waar de honing vandaan komt, maar of ze zoet is."
Ook de kunst van een heiden kan dus dienst doen in Gods Koninkrijk. Is het in dat licht wel mogelijk om van christelijke kunst te spreken ?
„Het hangt er weer van af uit welke positie je het bekijkt, vanuit de kunstenaar of vanuit de gebruiker. Gewoonlijk wordt alleen van christelijke kunst gesproken als een kunstenaar heeft gewerkt vanuit de intentie om met zijn werk dienstbaar te zijn in het Koninkrijk Gods. Persoonlijk spreek ik van christelijk kunst als uit het object zelf duidelijk blijkt dat het dienstbaar is aan de verheerlijking van Gods naam en de komst van Zijn Koninkrijk. Ik zeg niet dat dat met ieder kunstwerk het geval moet zijn. Maar als een kunstenaar niet meer doet dan de wereld wat versieren, dan vind ik dat toch arm."

Refo-pop
Als het gaat om christelijke kunstbeoefening wordt vaak veriaezen naar de kunst in het Oude Testament, maar had die niet een schaduwachtig karakter?
„Heel duidelijk. Lees het boek van Kohlbrugge over de tabernakel. Je moet eerlijk zeggen dat je in de latere kerkelijke bouwkunst een sterke neiging ziet om weer terug te vallen in die schaduwendienst. Ook in de sterke hang naar symboliek in de liturgie die vandaag in protestantse kerken opkomt, zie ik de dreiging van een terugvallen in de schaduwendienst."
Opvallend aan het culturele klimaat van de gereformeerdegezindte is dat muziek een centrale plaats inneemt, terwijl schilderkunst en beeldhouwkunst weinig aandacht krijgen. Hoe verklaart u dat?
„Ik wil eerst vaststellen dat niet alle muziek kunst is. Heel wat muziek die in onze kring wordt gewaardeerd, ligt voor mij op het niveau van refo-pop. Ik heb kunst gedefinieerd als het vermogen om op niveau schoonheid te scheppen. Nog niet zo lang geleden is in het blad "Kerk en muziek" terecht kritiek geuit op de muzikale smaak van velen in onze reformatorische gezindte en het nalopen van musici die op sentimentele wijze de massa bespelen. Dat muziek meer in de belangstelling staat dan beeldende kunst, is dacht ik niet kenmerkend voor de gereformeerde gezindte. Je ziet dat in het geheel van de samenleving. Voor een groot deel heeft dat te maken met het praktische feit dat je makkelijker een cd of een muziekinstrument aanschaft, dan een schilderij van tienduizenden guldens. Wil je dat zien, dan zul je naar een museum moeten. De schilder- en beeldhouwkunst staat daardoor zowel letterlijk als figuurlijk verder van je af."

Overdracht
De figuurlijke afstand wordt nog groter als sprake is van hedendaagse kunst, vooral als die nogal abstract is, zoals het werk van Arie van der Spek. Hoe waardeert u deze vorm van kunst?
"Moderne kunstenaars zijn dikwijls zo bezig met de elementen waaruit een kunstwerk is opgebouwd, en zo aan het worstelen met vormen en kleuren, dat ze dreigen te vergeten dat waar ze mee bezig zijn ook nog over moet komen bij anderen. Daar heb ik met Arie ook wel eens over gediscussieerd. Als ik een kostelijke boodschap voor m'n gemeente heb, maar die in het Latijn uitspreek, schiet ik m'n doel voorbij."
U ziet geen ruimte voor abstracte kunst?
„Het hangt ervan af welke criteria je aanlegt. Gaat het me enkel om de schoonheid, een decoratief werk aan de wand, dan zijn er ook abstracte schilderijen die me bekoren. Maar op het moment dat je als kunstenaar met je kunstwerk een boodschap wilt uitdragen, zul je de overdracht ervan niet door de vorm moeten blokkeren. Het aantal mensen dat de boodschap van een abstract kunstwerk oppakt, zal in ieder geval zeer klein zijn. Ik heb waardering voor het werk van Arie van der Spek en de kunstzinnigheid van de groep van reformatorische beeldende kunstenaars, maar ik hoop dat ze tot een duidelijker vertolking komen van wat ze te zeggen hebben."

Gladiolen
Het werk van deze kunstenaars uit eigen kring is u te abstract?
„Veelal wel. Al kan ik er toch wel van genieten. Neem het schilderij gladiolen van Arie van der Spek, een doek dat in het kantoor van Hagé hangt. Veel mensen zullen dat niet zo waarderen, maar naar mijn gevoel heeft hij die gladiolen geproefd en ze op een bijzonder kunstzinnige wijze weergegeven. Een kenmerk van echte kunst is dat je er niet op uitgekeken raakt. Het houdt zeggingskracht."
In de praktijk betekent dit dat de boodschap er niet te dik bovenop moet liggen. Net typeerde u veel muziek die in onze gezindte wordt gewaardeerd als refo-pop. Kunnen veel landschapjes die als kunst worden beschouwd niet met hetzelfde recht refo-kitsch worden genoemd?
„Ik heb daar wat landschapjes hangen waar ik allang op uitgekeken ben. Het zijn aardige prentjes, meer niet. Schoonheid is een belangrijk onderdeel van een kunstwerk. Een element dat nooit verwaarloosd mag worden. Ik ben er dan ook niet voor dat reformatorische kunstenaars inleveren op hun kunstzinnigheid. Dat zou een begraven van talenten zijn. Wel zeg ik: probeer met behoud van je artistieke niveau tot een duidelijker vertolking van de christelijke boodschap te komen. Een louter decoratief doek is niet verwerpelijk. Maar het is van een lagere orde dan een doek dat dezelfde kunstzinnigheid combineert met een duidelijke boodschap. Zonder dat de kunstenaar inlevert op het niveau of z'n oren naar het brede publiek laat hangen, moet hij worstelen om mensen te bereiken. Worstelen ook om hen op zijn niveau te krijgen."

Betrekkelijk
Dat zijn tiaee verschillende zaken. De kunstenaar moet niet zozeer afdalen, maar het publiek moet ook opklimmen?
„Beide. Ik zie het als een onderdeel van de opvoeding dat we onze kinderen leren zien. De schoonheid van de schepping. De majesteit van de Schepper. In het verlengde daarvan moeten we onze kinderen ook wijzen op de gaven die kunstenaars hebben gekregen om uiting te geven aan dat wat zij zien en beleven aangaande de werkelijkheid."
Hoe ziet u kunst in het licht van de eewwigheid?
„We zullen goed moeten beseffen dat alle uitingen van kunst bij deze bedeling horen. Het is mensenwerk. In Openbaring 18, waar het gaat over de ondergang van Babyion, lees ik: „En de stem der citerspelers en der zangers en der fluiters en der bazuiners zal niet meer in u gehoord worden, en geen kunstenaar van enige kunst zal meer in u gevonden worden." Salomo wijst in het tweede hoofdstuk van het boek Prediker op de ijdelheid van al ons werk, ook het kunstwerk. We mogen genieten van de vergankelijke gaven, houdt hij ons voor, maar we moeten wel de betrekkelijkheid ervan inzien. In Prediker 3 zet hij het mensenwerk als ijdelheid tegenover Gods werk dat eeuwigheidswaarde heeft: Ik weet dat al wat God doet, dat zal in der eeuwigheid zijn."
De gedachte die onder meer in gereformeerd vrijgemaakte kring leeft dat kunstuitingen in gelouterde vorm een plaats zullen hebben op de nieuwe aarde, deelt u niet?
„Nee, voor die gedachte vind ik in de Bijbel geen grond. Ik lees maar van één kunstwerk dat blijvend is. Dat is het kunstwerk waarover Hebreeën 11 spreekt. De stad die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 december 1993

Terdege | 72 Pagina's

Christenen en kunst

Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 december 1993

Terdege | 72 Pagina's