Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRONNEN VOOR DE STUDIE VAN HET LEVEN EN HET WERK VAN J. H. GUNNING Jr. (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRONNEN VOOR DE STUDIE VAN HET LEVEN EN HET WERK VAN J. H. GUNNING Jr. (II)

25 minuten leestijd Arcering uitzetten

6. Bronnen

In de eerste aflevering van dit artikel heb ik mij beperkt tot een kritische inleiding op de bronnen voor de studie van Gunning. Het eigenlijke bronnenoverzicht volgt in deze tweede aflevering. De archivalische bronnen vallen uiteen in: A. Correspondentie aan resp. van Gunning en B. Overige handschriften van Gunning. Daarnaast attendeer ik op C. De bibliografie en D. De literatuur, waaruit een selectie wordt geboden.

A. Correspondentie

In deze lijst volgt na de naam van de adressant en/of geadresseerde eerst het aantal der brieven en het tijdsbestek waarbinnen zij geschreven zijn. Vervolgens wordt vermeld in welk archief en/of bibliotheek de betreffende brief/brieven ter inzage zijn (eventueel met signatuur); wanneer de vindplaats mij onbekend is, heb ik dat steeds (ook wanneer de manuscripten waarschijnlijk verloren zijn gegaan) aangegeven met: Ms.? In het geval dat (een deel van) de brief/brieven in druk is/zijn verschenen, worden naam van de auteur(s) en titel verkort opgegeven. Tenslotte heb ik, wanneer het om minder bekend maar belangrijk materiaal gaat, een korte kwalificatie van de inhoud toegevoegd. In enkele gevallen is een historische toelichting gegeven. Voor aanvullingen houd ik mij ten zeerste aanbevolen.

1. Van M. A. Adriani:1 br. z.j. UB. Utrecht G. 21 F 3.

2. Aan de Algemene Synode der Nederlandse Hervormde Kerk:3 br. 1877-1878. Archief van de A.S. in archief van de N.H.K. te Den Haag. Brief van 16-7-1877 in 'Register van ingekomen stukken. 1877', nr. 2044. Brief van 6-2-1878 in 'Register van ingekomen stukken. 1878', nr. 323. Brief van 24-1-1878: s.? De beide brieven uit 1878 gedeeltelijk bij De Vrijer, Gunning tragicus, p. 106 v.

3. Aan de 'consistoire' van de protestantse kerk van Antwerpen:4 br. 1852. Oud-archief van de protestantse kerk van Antwerpen. 2 br. in A 4 i en 2 br. in A 4 j.

Van de 'consistoire' van de protestantse kerk van Antwerpen:4 br. 1852. Oud-archief van de protestantse kerk van Antwerpen. 'Copie de lettres', nrs. 785, 790, 791, 798.

4. Aan H. Bavinck:12 br. 1884-1903. 11 br. in Archief VU. 1 br. (1899) in particulier bezit. De tekst van 8 br. grotendeels bij Bremmer, Bavinck, p. 91-93, 98-100 en 104-107. Reacties op publicaties van Bavinck.

5. Aan N. Beets:25 br. 1854-1902. UB. Leiden. Beets-archief (globaal geïnventariseerd). De autograaf van het gedicht, dat Gunning in 1875 voor Beets schreef, in UB. Utrecht G. 2 E 17. De eerste brief van Gunning aan Beets (van 20-10-1854) volledig bij Honders, Doen en laten, p. 120-122.

Van N. Beets:2 br. 1881 en 1902. De eerste in UB. Utrecht G. 2 G 15 + . De tweede in Beets-archief in UB. Leiden (afschrift).

6. Van W. van den Bergh:1 br. z.j. (1884). UB. Utrecht G. 2 E 9, p. 137. Zie Schram, Van den Bergh, p. 14.

7. Aan de kerkeraad van de hervormde gemeente te Blauwkapel'. 1 br. 1894. Archief hervormde gemeente Blauwkapel-Groenekan, inv. nr. 5. Hier ook concept van de brief van de kerkeraad aan Gunning.

8. Aan J. Bosboom:1 br. 1886. UB. Leiden. Overlijden van A. L. G. Bosboom-Toussaint.

Aan B. en J. de Bosch Kemper: zie onder Kemper.

9. Aan A. W. Bronsveld:7 br. z.j. (1874)-1889. LM. Diversen.

10. Aan H. Brouwer:1 br. 1880. UB. Utrecht G. 21 F 2.

11. Aan G. A. van der Brugghen:4 br. 1873-1879. Ms.? Tekst in Van der Brugghen. Vijfmaal domine, p. 253-258. Predikantschap.

J. J. Buskes: zie onder Gijben.

12. Aan S. H. Buytendijk:1 br. 1896. UB. Utrecht G. 2 G 15 + . Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 2, p. 890-891. Gunnings Het leven van Jezus.

13. Aan E. van Calcar-Schiotling:8 br. 1855-1896. 7 br. in LM., waarvan 3 (bundel 'Correspondentie I' in archief-Van Calcar) alleen in afschrift door Sikemeier. 1 br. incompleet in UB. Utrecht G. 21 F 2 (compleet bewaard in afschrift door Sikemeier in voornoemde bundel; Sikemeier schonk in 1911 het origineel aan J. H. Gunning JHzn.). De tekst van 2 br. grotendeels bij Sikemeier, Elise van Calcar, p. 13, 189, 215-216. Reacties op publicaties van E. van Calcar.

Van E. van Calcar-Schiotling:3 br. 1879-1882. 2 br. in afschrift door E. van Calcar in LM. 1 br. in Sikemeier, Elise van Calcar, p. 913-915 (geredigeerd door Sikemeier aan de hand van concept van E. van Calcar in LM.).

14. Van Iz. Capadose:4 br. z.j. - 1901. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 827-838. Irvingisme.

15. Aan G. J. de Clercq:1 br. z.j. (1850). RevA. verz. - De Clercq. Vroegste bewaard gebleven brief van Gunning.

16. Aan L. H. Collot d'Escury:1 br. 1887. ARA. afd. I. Archief-Collot d'Escury.

17. Aan Is. da Costa : 6 br. 1855-z.j. (1859). RevA. verz. - Da Costa. Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 797-808. Verhouding geloof-wetenschap.

Van Is. da Costa:2 br. 1857 en 1859. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning.

Leven en werken, dl. 1. p. 63-72. Verhouding geloof-wetenschap.

18. Aan de redactie van De Dageraad:1 br. 1882. UB. Amsterdam. Tekst in De Dageraad 3 (1881/82), p. 285-286. Hangt samen met A 19. Schriftleer.

19. Aan F. Domela Nieuwenhuis:1 br. 1882. IISG. Ferdinand Domela Nieuwenhuis-archief. Hangt samen met A 18. Schriftleer.

20. Aan J. W. Drost:2 br. 1896 en 1900. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 857-859.

21. Van Is. van Dijk:1 br. 1891. UB. Utrecht G. 2 E 18. Verhouding theologie-godsdienstwetenschap.

22. Dijkianum: fragmenten van 3 brieven m.b.t. het Dijkianum uit 1886, 1896 en 1897. UB. Utrecht G. 2 E 9, p. 204, 246 v. Voor de achtergrond zie Wumkes, Van Dijk.

23. Van J. W. Feitc:1 br. 1902. UB. Utrecht G. 2 E 8. Persoonlijke herinneringen.

24. Aan C. J. Geisweit van der Netten:2 br. 1873 en 1875. ARA. Archief-Geisweit van der Netten. De tweede brief n.a.v. de dood van Geisweit van der Netten.

25. Van F. van Gheel Gildemeester:1 br. 1890. UB. Utrecht G. 21 F 3.

26. Van P. H. E. Gildemeester (de tante van de onder A 83 genoemde):1 br. 1858. UB. Utrecht G. 10 L 17 en 21 F 2 (fotokopie).

27. Aan M. J. de Goeje:1 br. 1891. UB. Leiden. Dood van A. Kuenen.

28. Aan N. H. de Graaf:1 br. 1858. RevA. verz.-De Graaf. Conflict J. W. Gunning-L. Mulder.

29. Aan J. L. G. Gregory:1 br. 1872. UB. Groningen. Aanbeveling van D. Chantepie de la Saussaye.

30. Aan G. Groen van Prinsterer: ruim 150 br. 1860-1876. ARA. Collectie Groen van Prinsterer, nr. 124; enkele in nr. 134. Tekst van de br. voor het overgrote deel in Groen van Prinsterer. Briefwisseling. Gedeeltelijk ook met fouten in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 750-796.

Van G. Groen van Prinsterer:16 br. 1861-1875. 15 br. in afschrift in ARA. Collectie-Groen van Prinsterer, nr. 124. 1 br. (1872), waarop Gunning een korte reactie schreef, in KA. afd. C. Tekst van het merendeel der brieven eveneens in Groen van Prinsterer. Briefwisseling.

31. Aan J. H. Gunning JHzn.:24 br. z.j. (1874)-1904. 3 br. in KA. afd. C. 7 br. in UB. Utrecht, resp. G. 25 E 64, 3 A 22 5 , 25 E 11, 2 E 8 en 21 F 2. Van de overige 14 br. Ms.? en is de onvolledige tekst alleen bekend uit Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 1-2, 705-706, 870-879.

32. Aan J. H. Gunning Wzn.:5 br. 1885-1904. ARA. Archief-J. H. Gunning Wzn. (globaal geïnventariseerd). Diversen.

33. Aan J. W. Gunning (soms mede geadresseerd aan diens vrouw, P. A. Gunning-Pierson, vgl. A 34):9 br. 1882-z.j. (1899/1900). 1 br. (1882) in Boerhaavemuseum te Leiden. 1 br. (1896) in RevA. Verz. Pierson; tekst van deze brief bij De Vrijer, Gunning tragicus, p. 221-224. 7 br. Ms.? en alleen bekend uit De Vrijer, Gunning tragicus, p. 224-246. Vgl. A 28.

34. Aan P. A. Gunning-Pierson:2 br. 1900-1902. 1 br. (1900) in Boerhaavemuseum te Leiden, die ook de tekst van de preek, die Gunning zondags na de dood van zijn broer J. W. Gunning uitsprak, bevat. 1 br. Ms.? en alleen bekend uit De Vrijer, Gunning tragicus, p. 260-262. Vgl. A 33.

Voor andere familieleden zie A 90 en A 107.

35. Aan G. G. Gijben:10 br. 1884-1896. Ms.? Tekst bekend uit Buskes, 'Brieven'. Naam van de geadresseerde op grond van de inhoud.

36. Aan J. C. Hacke van Mijnden:1 br. 1861. GA. Amsterdam. Familiearchief-Hacke van Mijnden-Van Tienhoven. Dante.

37. Aan L. van Haersolte van Haerst:15 br. z.j. (1868)-1879. UB. Utrecht G. 21 F 2. Diversen.

38. Aan J. P. Hasebroek:3 br. 1878-z.j. (1894). UB. Amsterdam. O.a. Gunnings Leven van Jezus.

39. Aan F. Haverschmidt:1 br. 1860. UB. Leiden. Gedicht van Piet Paaltjens.

40. Aan O. G. Heldring:1 br. z.j. (1864). UB. Leiden. Beets-archief. Bewaard in afschrift door Beets.

41. Aan J. P. Heye:1 br. 1860. UB. Amsterdam. Kritiek op liberalen.

42. Aan Ph. J. Hoedemaker:38 br. 1873-1904. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 991-1035.

43. Aan I. M. J. Hoog en A. L. Hoog-van Rossem, Gunnings schoonouders:1 br. 1855. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 860-861. Dood van Gunnings moeder.

44. Aan J. M. Hoog, Gunnings zwager:1 br. 1875. UB. Utrecht G. 21 F 2.

45. Aan M. Hoog, Gunnings schoonzuster:13 br. 1853-1889. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 861-870.

46. Aan Chr. Hunningher:13 br. 1896-1904. 10 br. in UB. Utrecht G. 21 F 2, waarvan er één (1896) gedeeltelijk is afgedrukt in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 815-816. 1 br. in UB. Utrecht G. 22 D 103 a . 2 br. Ms.? en alleen bekend uit Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 859-860 en 1038-1039.

47. Van J. W. H. N. Idsinga:2 br. 1891 en z.j. (1895). UB. Utrecht G. 2 E 18 en 2 E 1. Reacties op geschriften van Gunning.

48. Aan A. J. Th. Jonker:2 br. 1886 en 1887. De ene brief UB. Utrecht 8+ C 3. De andere Ms.? en alleen gedeeltelijk bekend uit Van Rhijn, Jonker, p. 48.

49. Aan M. Kahler:8 br. 1885-1904. 1 br. in Archiv des Tholuck-Konvikts in Naumburg (zie Zeitschrift für Kirchengeschichte 80 (1969) p. 90). 7 br. Ms.? en alleen gedeeltelijk bekend uit Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 524-525 en 847-853.

50. Aan B. ten Kate:1 br. 1880. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 647-650.

51. Aan J. J. L. ten Kate:1 br. 1880. KB. Manuscript van Gunnings 'Elk jaar een jaar jonger' (gepubliceerd in J. J. L. ten Kate, Dicht bij het Vaderhuis, Amsterdam 1880, p. 131-133) met een kort begeleidend briefje.

52. Aan B. de Bosch Kemper:1 br. 1876. IISG. Familiearchief-De Bosch Kemper, inv. nr. 63/82. N.a.v. de dood van zijn vader, J. de Bosch Kemper (zie A 53).

53. Aan J. de Bosch Kemper. 7 br. z.j. (1858)-z.j. (1861). IISG. Familiearchief-De Bosch Kemper, inv. nr. 22/32. Discussie over artikelen. Zie A 52.

54. Aan L. W. C. Keuchenius:2 br. 1887. KB. Over A. Kuyper.

55. Aan J. Knappert-. 1 br. z.j. UB. Utrecht G. 21 F 2.

Van J. Knappert:1 br. z.j. UB. Utrecht G. 21 F 2.

56. Aan H. J. Koenen:3 br. 1855-1861. RevA. verz.-Koenen. De eerste brief uit 1855 grotendeels bij Honders, Doen en laten. p. 132-135.

57. Aan C. E. van Koetsveld:1 br. 1886. In bezit van mw. Van Ettinger-Van Koetsveld te Arnhem.

58. Aan G. D. Kölle:1 br. 1861. UB. Amsterdam.

59. Aan A. C. Kruseman:1 br. 1871. UB. Leiden.

Van A. C. Kruseman : 1 br. 1864. Afschrift in UB. Leiden. Over Busken Huets brochure tegen Gunning.

60. Aan A. J. F. van Rhijn-Xruyf:18 br. 1881-1904. UB. Utrecht Hs. 8 + C 2. Van de 18 br. zijn er 5 mede gericht aan haar man C. H. van Rhijn.

61. Aan J. H. Kruyt:1 br. 1878. KA. afd. C, nr. 1442. Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 957. Opzegging van De Heraut.

62. Van K. Kuiper:1 br. 1904. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 811-812.

63. Aan A. Kuyper:103 br. 1869-1883 en 1 br. 1899. KA. afd. A. Onvolledige en slordige uitgave van de brieven van 1869-1880 in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 887-906, 914-973 en 977-989. In UB. Utrecht G. 2 E 73 bevindt zich nog een afschrift van een brief van Gunning aan Kuyper uit 1875, die zich niet in KA. bevindt.

Van A. Kuyper:5 br. 1873-1883. 1 br. (1880) in afschrift in UB. Utrecht G. 22 D 103. 4 br. in KA. afd. B. Van de 4 br. in KA. verschenen er 3 in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 906-913, 974-977 en 989-990. Buiten de 4 genoemde brieven uit KA. is aldaar nog een brief van Kuyper uit 1882 (nr. 2485), waarvan het onzeker is, of hij aan Gunning gericht is.

64. Van J. A. Lamping:1 br. 1871. KA. afd. A.

65. Aan de curatoren en de theologische faculteit van de universiteit van Leiden:1 br. 1891 aan curatoren; 4 br. 1884-1898 aan theol. faculteit. Van deze 5 br. 2 in Archief curatoren, ingekomen stukken 1891, dossier 39; 3 br. in Archief van de faculteit der godgeleerdheid, Theol. b i, map B en D. Verhouding theologie-godsdienstwetenschap.

66. Aan S. de Liefde:1 br. 1900. UB. Utrecht G. 2 E 73 (afschrift). Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 2, p. 226-228.

67. Aan A. F. de Savornin Lohman:81 br. 1875-1890. 79 br. in ARA. Archief-A. F. de Savornin Lohman (alleen met speciale toestemming te raadplegen). Zie over deze brieven Suttorp, Lohman, p. 257-265. 2 br. (1883) in KA. afd. C, waarvan er een mede geadresseerd is aan

F. L. Rutgers.

Van A. F. de Savornin Lohman:3 br. 1883-1903. 1 br. in KA. afd. C.

2 br. in UB. Utrecht G. 2 E 9 en 2 E 8, A. Lokhorst: zie Nederlandsche ...

68. Aan A. D. Loman:5 br. 1884-1888. UB. Amsterdam. Reacties van Gunning op publicaties van Loman.

69. Aan H. A. Lorentz:1 br. 1900. ARA. Collectie-H. A. Lorentz. Bedankbriefje.

70. Van W. van Lynden van Sandenburg:1 br. 1903. UB. Utrecht G. 21F 3.

71. Aan A. Mackay:1 br. 1868. ARA. Familiearchief-Mackay van Ophemert.

72. Aan N. Mansvelt:1 br. 1891. UB. Leiden.,

73. Aan D. Marulis:1 br. 1885. RevA. verz.-Pierson. Introductie van Gunning voor A. Pierson.

74. Van H. H. Meulenbelt:1 br. z.j. (1891). UB. Utrecht G. 2 E 18. Verhouding theologie-godsdienstwetenschap.

75. Aan W. Moll:1 br. 1856. UB. Amsterdam. Archief-Moll. Gunning gaf zijn brief aan Moll en diens (verloren gegane) antwoord weer in Referent (1856), p. 356-357.

76. Van M. Mooy:1 br. 1885. UB. Utrecht G. 2 E 9, p. 193.

77. Aan de Nederlandsche Evangelisch-Protestantsche Vereeniging:2 br. 1864. RevA. archief-NEPV. Deze 2 br. begeleiden een br. van Gunning aan A. Lokhorst te Oldebroek, bewaard in afschrift in dit archief.

78. Aan J. J. van Oosterzee-. 3 br. z.j. (1862)-1881. UB. Utrecht. De tekst van 2 br. gedeeltelijk bij Van Rhijn, Gemeenschap, p. 232-234.

Van J. J. van Oosterzee:1 br. 1878. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3. p. 854-857.

79. Aan B. H. Pekelharing:1 br. 1872. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 809-811.

80. Aan K. Perk Vlaanderen:2 br. 1892 en z.j. UB. Utrecht G. 2 E 9. Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 854-857.

81. Van W. Pfeiffer:1 br. 1881. UB. Utrecht G. 2 E 10.

82. Aan A. Pierson:3 br. 1887-1891. RevA. verz.-Pierson. Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 838-847. Van één brief (1888) de tekst ook bij Sassen, 'Zes brieven', p. 122-124.

Van A. Pierson:7 br. 1870-1891. 1 br. in UB. Utrecht G. 2 E 18. 6 br. Ms.? : eze 6 br. zouden moeten berusten in KDC. De tekst van deze 6 br. bekend uit Sassen, 'Zes brieven'.

83. Aan P. H. E. Pierson-Gildemeester, de vrouw van A. Pierson:1 br. 1900. Ms.? Tekst bij De Vrijer, Gunning tragicus, p. 247-251. Vgl. A 26.

84. Aan C. W. Pieterszen:1 br. 1853. UB. Utrecht G. 2 E 12. Waarschijnlijk niet verzonden brief. Heusden. Geadresseerde op grond van inhoud.

85. Aan J. J. Quarles van Ufford:1 br. 1890. UB. Utrecht G. 21 F 2.

86. Aan J. K. W. Quarles van Ufford:2 br. 1889-1890. UB. Amsterdam.

87. Aan J. van Rees-Vreede:1 br. z.j. (1868). UB. Utrecht Hs. 8 N 28. N.a.v. de dood van haar man, O. van Rees.

Aan C. H. van Rhijn: zie onder A. J. F. Kruyt.

88. Van J. J. Roozeboom:1 br. 1851. Oud-archief van de protestantse kerk van Antwerpen, A 4 j. Voordracht als hulpprediker.

89. Van J. H. L. Roozemeyer:1 br. 1903. UB. Utrecht G. 2 E 8. Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 636-638.

90. Aan P. W. van Rossem en A. L. van Rossem-Gunning, Gunnings schoonzoon en dochter:2 br. 1896 en 1900. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 879-880 en 882-884. Geadresseerden op grond van de inhoud.

91. Aan F. L. Rutgers:13 br. 1879-1883. Voor 1 br. zie A 67. 12 br. in Archief VU. Archief-Rutgers, waarvan 11 in bundel IX, nr. 209, en 1 in bundel XIV, nr. 45. Gunnings boekgeschenk aan VU. en conferentie met Kuyper.

A. F. de Savomin Lohman: zie Lohman.

92. Aan G. D. J. Schotel:1 br. 1856. UB. Leiden.

93. Aan C. Schwartz:1 br. 1864. ARA. Collectie-Groen van Prinsterer, nr. 124 (afschrift). Tekst gedeeltelijk in Groen van Prinsterer. Briefwisseling, dl. 3, p. 715 noot 1.

94. Aan A. J. Servaas van Rooyen:1 br. 1889. UB. Amsterdam.

95. Aan F. Smit Kleine:3 br. 1902-1905. 1 br. (1902) in LM. 2 br. Ms.? en alleen bekend uit Smit Kleine, Denkers, p. 129-132.

96. Aan het Spinozacomité:2 br. 1876. GA. 's-Gravenhage. Archief van het Spinozacomité. 1 br. verscheen als 'Open brief in het Dagblad van Zuidholland en 's-Gravenhage van 29-1-1876. Zie voor de achtergrond De Lange, Gunning.

97. Aan O. W. Star Numan. Wegens ontoegankelijkheid van het archief nadere gegevens onbekend. GA. Groningen. Familiearchief-Star Numan.

98. Aan F. J. van der Tak:1 br. 1903. Ms.? Tekst in Gunning, Ter gedachtenis, p. 11.

99. Van A. H. van Thiel:1 br. 1872. UB. Utrecht G. 21 F 6. Openbaarheid vergadering Eerste Internationale.

100. Aan G. J. Thierry:1 br. z.j. KB. Ingebonden in een exemplaar van Gunnings Is er blijdschap bij de christenen . . ., 's-Gravenhage 1866 (sign. 1001G 91).

101. Aan C. P. Tiele:3 br. 1858/59 en 1 br. 1892. UB. Leiden. De eerste brief verscheen in Tiele's blad De teekenen des tijds 1 (1858/59) nr. 8, p. 1-2.

102. Aan J. J. P. Valeton Jr.:18 br. 1892-1904. Theologisch Instituut Utrecht. Gunnings verhouding tot jongere ethischen.

Van J. J. P. Valeton Jr. : 1 br. 1894. Theologisch Instituut Utrecht (afschrift). Reactie op Gunning.

103. Van J. C. Verhoeff:1 br. 1882. UB. Utrecht G. 2 E 18.

104. Aan G. J. Vinke:2 br. 1862. ARA. Collectie-Groen van Prinsterer, nr. 124 (afschrift).

Van G. J. Vinke:1 br. 1862. ARA. Collectie-Groen van Prinsterer, nr. 124 (afschrift).

105. Aan G. J. Vos Azn.:1 br. z.j. (1887). UB. Utrecht G. 2 E 19.

106. Aan J. C. Zaalberg:1 br. 1861. UB. Utrecht G. 2 E 9 (afschrift). Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 2, p. 99-103.

107. Brieven aan niet geïdentificeerde familieleden:1 br. z.j. Ms.? Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 880-882.

108. Brieven aan niet geïdentificeerde personen:

a. Ms.:1 br. 1887. UB. Amsterdam Bc. 75. : 1 br. z.j. (1862). UB. Utrecht G. 2 E 9, p. 29-30.

b. Facsimile van 1 br. uit 1897 in J. J. R. Schmal, Gunning en zijn boodschap voor onzen tijd. Den Haag z.j., p. 7-8.

c. Ms.? en tekst alleen bekend uit Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3:4 br. 1860-1871. Tekst, p. 813-815. 7 br. 1868, 1897, 1902-1904. Tekst, p. 816-827. 2 br. 1903 en 1904. Tekst, p. 1035-1038.

B. Overige handschriften

Het gaat in deze lijst om autografa van Gunning uit het Gunningarchief te Utrecht. De titels zijn in vrijwel geen enkel geval van Gunning zelf.

1. Personalia (chronologisch geordend):

a. 2 E 8 1 : 'Aan J. H. Gunning ter gedachtenis van de door hem afgelegde geloofsbelijdenis ... op 5 sept. 1846'.

b. 2 E 25 : 'Dagboek 1854'. Tot 27 maart door Gunning, vanaf die datum door Gunnings vrouw bijgehouden. Een paar fragmenten eruit in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 729-730.

c. 2 E 25 : 'Aantekeningen en beschouwingen, meest van intieme aard'. Uit 1861-1887. Delen eruit in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 730-739. (Van de rest van de in dit werk gepubliceerde dagboekfragmenten, p. 740-748, Ms.? met uitzondering van enkele reisnotities, die uit de hand van J. H. Gunning JHzn. in 2 G 56 bewaard gebleven zijn.)

d. 4 J 18 : 'Aantekeningen, meest van intieme aard'. Uit 1888-1894. In exemplaar van Ch. Kingsley, Daily thoughts.

e. 2 E9, p. 1-4: 'Enkele uiterste beschikkingen . . .'. Van 28-12-1896. Gedeeltelijk in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 3, p. 705-706.

f. 2 E 10 : Toespraak bij de teraardebestelling van onze geliefde zuster C. J. Hoog'. Van 8 mei 1903. Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 2, p. 229-233.

2. Excerpten:

2 E 53 : uittreksel uit 2 literatuurhistorische werken. Ca. 1850.

23 H 7 : uittreksels uit ca. 15 boeken en collegeaantekeningen bij C. W. Opzoomer, De weg der wetenschap. Ca. 1851.

2 G 4042 : 'Notities naar aanleiding van lectuur': drie delen uittreksels uit ca. 1848-ca. 1890. Zie over deze delen Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 2, p. 5 v.

3. Opstellen (chronologisch geordend):

3 A 8 : 'De comoedia Attica'. Latijnse rede van 6 juli 1846.

2 G 40 achterin : 'Bijzondere of toegepaste christelijke zedeleer' en twee opstellen over Lukas en 2 Tim. Ca. 1848-1850.

2 E 9, p. 5-18 : 'Over de praktische betekenis van de triniteitsleer' van 23-7-1861. Afschrift in 2 E 10, p. 620 w.

2 E 9, p. 348 : 'Voordracht over het vegetarisme' van 9 april 1904. Tekst in Nieuwe Arnhemsche Courant, 9 april 1904.

4. Preken en preekschetsen:

2 E 9, p. 19-23 : Over HC. zondag 17 van 6 april 1858. p. 27-28 : Over Jak. 4:4-6 van november 1861. p. 31-34 : Over Titus 2:11-14 van 26 april 1865 (? ). p. 35-37 : Over Psalm 139:23-24 van november 1858. p. 40-52 : Over Joh. 21:17 van 17 mei 1857. p. 90-314: alloze, veelal ongedateerde preekschetsen, geordend naar feest-en hoogtijdagen.

2 E 9+ bevat behalve enkele preekschetsen ook een preek over Joh. 15:5 uit 1857. Tekst in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 1, p. 171-178. (Van de beide andere hier opgenomen preken, resp. p. 179-189 uit 1860, en p. 189-194 uit 1892, vindt men de mss. resp. in 2 E 9+ (uit onbekende hand) en 2 E 9, p. 70 a p (uit de hand van K. Perk Vlaanderen).

2 E 10, 2 E 11, 2 E 16, 2 E 18, 22 D 31 en 22 D 32 bevatten verder nog preekschetsen van Gunning.

5. Boeken en brochures met eigenhandige aantekeningen:

a. Boeken en brochures van Gunning zelf:2 E 8, 2 E 18, 2 E 39-50 (de belangrijkste werken), 2 G 11, 2 G 13, 3 C 20 1 en 24 H 39.

b. Boeken van anderen:3 H 18 (Callenbach, Belijdenis des geloofs van Dordt), 6 M 36 (Van Toorenenbergen, De symbolische schriften), 8 K 41 (Rothe, Theologische Encyclopédie) en 23 G 32-38 (de bijbel).

6. College-en tentamenaantekeningen:

10 C 21. Uit de Leidse tijd.

C. Bibliografie van J. H. Gunning Jr.

Als afsluiting van Gunning, Gunning. Leven en werken verschenen in 1925 de Registers, uitgegeven door A. Brom Jr. en E. A. J. Plug. Dit werkje bevat ook de door A. Brom Jr. vervaardigde

Titellijst' (p. 17-70). Deze zeer omvangrijke lijst, die 978 nrs. bevat, geeft niet alleen de titels van de geschriften van Gunning, maar ook de titels van artikelen en geschriften die op de een of andere wijze betrekking op Gunning hebben: ecensies, geschriften waarop Gunning reageerde, in memoriams (nrs:905-936, 941-943), etc. Alle titels zijn geordend naar jaar van uitgave en daarbinnen naar de alfabetische volgorde der titels (vanaf 1905 naar de alfabetische volgorde der auteurs). Het is mij gebleken dat de lijst onvolledig is voor wat de geschriften van Gunning zelf betreft. Daarom heb ik mij voorgenomen te zijner tijd een meer volledige bibliografie van Gunning te geven tot ca. 1880; voorlopig staat mij een becommentarieerde bibliografie voor ogen, waarbij de titels geordend worden naar de datum van schrijven. Voor aanvullingen op Brom houd ik mij ten zeerste aanbevolen.

D. Selectie uit de secundaire literatuur

Na de gebruikelijke gegevens volgt, wanneer de titel niet voldoende informatie geeft, een korte kwalificatie van de inhoud.

1. C. Augustijn, 'Kuypers rede over "De hedendaagsche Schriftcritiek" in haar historische context', GTT. 19 (1969), p. 18-31, 81-108. Verhouding Gunning-Kuyper.

2. W. Balke, 'Gunning over de tucht in de kerk', Theologia Reformata 7 (1965), p. 16-45.

3. E. J. Beker, 'Waarheid en verifikatie in de ethische theologie', Rondom het Woord 14 (1972), p. 131-147.

E. J. Beker en M. G. L. den Boer, J. H. Gunning Jr. Een theologisch portret, Baarn 1979. Beide auteurs schreven ook samen een serie artikelen over Gunning in IdW. 1 (1972) nrs. 21-23 en 2 (1973) nrs. 1-5, 7-12, 14 en 16.

4. M. G. L. den Boer. Zie D 3. Hij schreef ook alleen nog diverse artikelen over Gunning, o.a. IdW. 4 (1975) nrs. 5-7; 7 (1978) nr. 22 en 8 (1979) nrs. 1, 2 en 7.

op de le-'De toekomst des Heren', in Dwarsliggers. Nonconformisten vensweg van ds. J. J. Buskes, Wageningen 1974, p. 17-23.

5. G. Bos, Christus de gekruisigde voor en in ons. Gunning's getuigenis van het verzoende leven, Dordrecht 1981. Diss. Brussel 1981.

6. R. H. Bremmer, Herman Bavinck als dogmaticus, Kampen 1961. Verhouding Gunning-Bavinck. Zie A 4.

7. A. W. Bronsveld, Souvenirs, Amsterdam z.j. (1918), p. 113-122. 'Prof. dr. J. H. Gunning Jr.', Stemmen voor Waarheid en Vrede 61 (1924), p. 522-530. Persoonlijke herinneringen aan Gunning.

8. A. M. Brouwer, Daniël Chantepie de la Saussaye. Eene historisch-dogmatische studie, Groningen 1905, m.n. p. 103-106. Verhouding De la Saussaye-Gunning.

9. G. A. van der Brugghen, Vijfmaal domine en nog altijd een sukkel, Rotterdam 1906, p. 253-258. Zie A 11.

Busken Huet: zie onder J. Smit.

10. J. J. Buskes, 'Brieven van prof. dr. J. H. Gunning Jr.', Onder eigen Vaandel 4 (1929), p. 207-227. Zie A 35.

11. S. H. Buytendijk, 'Dr. Johannes Hermanus Gunning', Berichten uitgegeven door het Utrechtsche Studenten-Zendinggezelschap Eltheto . . ., 59 (1905), p. 49-53. Gunnings proponentsexamen.

2

Bladen uit mijn levensboek, Nijkerk 1911 , p. 39 v., 173. 12. W. F. Dankbaar, Onbekrompen en ondubbelzinnig. Herdenkingsrede ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Nederlandse Hervormde Predikantenvereniging, 's-Gravenhage 1962. Gunnings betrokkenheid bij deze vereniging.

13. EFKA (= F. Kuyper Dzn.) De oefening van kerkelijk Oud-Hilversum, Hilversum 1914. Van belang zijn ook zijn artikelen in de Hilversumsche Kerkbode 9 (1922) nrs. 3-5. Gunning te Hilversum.

14. B. de Gaay Fortman, Figuren uit het Réveil, Kampen 1980, m.n. p. 315-388: P. J. Elout van Soeterwoude, waar ook diens relatie tot Gunning behandeld wordt.

15. A. van Ginkel, 'Gunnings waardering van de presbyteriale kerkorde', in Wegen en gestalten van het gereformeerde protestantisme. Een bundel studies . . . aangeboden aan prof. dr. S. van der Linde .. ., Amsterdam 1976, p. 257-269.

16. Groen van Prinsterer. Briefwisseling, dl. 3, 's-Gravenhage 1949 (RGP. 90); a.w., dl. 4, 's-Gravenhage 1967 (RGP. 123); a.w., dl. 5, 's-Gravenhage 1980 (RGP. 175). Zie A 30.

17. J. H. Gunning JHzn., Prof. dr. J. H. Gunning. Leven en werken, 3 dln. en Registers (zie C), Rotterdam z.j. (1922-1924) en 1925.

Ter gedachtenis. Eenige herinneringen aan prof. dr. J. H. Gunning, . . ., Leiden 1929. Meest anekdotische herinneringen van verschillende auteurs. Zie A 98.

Herinneringen uit mijn leven, Amsterdam z.j. (1940). Autobiografische herinneringen aan zijn vader.

18. J. H. Gunning Wzn., 'Autobiographie', Losse paedagogische studiën, Groningen etc. 1934. Persoonlijke herinneringen aan 'oom Jan'.

19. Th. L. Haitjema, De richtingen in de Nederlandse Hervormde Kerk, Wageningen 1953 2 . Kritische visie op Gunnings theologie.

20. J. M. Hasselaar, Al luisterend, Utrecht 1977. Herdruk van o.a. artikelen over Gunning verschenen in IdW. 18 (1962) en 19 (1963).

21. A. C. Honders, Doen en laten in Ernst en Vrede. Notities over een broederkring en een tijdschrift, 's-Gravenhage 1963. Gunnings relatie tot Ernst en Vrede. Zie A 5 en 56.

22. A. G. Honig, ' "Het beginsel" der ethische theologie', GTT. 14 (1913), p. 365-377 en 457472.

23. D. Kalmijn. Abraham Capadose, 's-Gravenhage 1955. Verhouding Capadose-Gunning.

24. J. D. Kestell, Het leven van professor N. J. Hofmeyr, Kaapstad z.j. (1911). Verhouding Hofmeyr-Gunning.

25. A. de Lange, 'J. H. Gunning Jr. en het Spinoza-standbeeld te Den Haag', Mededelingen vanwege het Spinozahuis, Leiden 1982. Zie A 96.

26. A. F. N. Lekkerkerker, 'Gunning en Kuyper', in Ernst en Vrede. Opstellen rondom de ethische theologie. Aangeboden aan prof. dr. M. van Rhijn, 's-Gravenhage 1951, p. 121-145.

27. K. H. Miskotte, Johannes Hermanus Gunning, Rotterdam 1929. Omwerking van zijn 'Praeludium' in Gunning, Gunning. Leven en werken, dl. 1, p. VII-LVHI.

'Gunning en de strijd voor kerkherstel', in Miskotte, Geloof en kennis. Theologische voordrachten, Haarlem 1966, p. 230-253. Opstel uit 1953, eerst gepubliceerd in: Geest en kerk. Een bundel opstellen aangeboden aan prof. dr. Th. L. Haitjema, Nijkerk 1953.

'Gunning in Leiden', IdW. 14 (1958/59), p. 220-222 en 239-241. 'Johannes Hermannus Gunning', Woord en Dienst 11 (1962), p. 67-68 en 99-100.

'De figuur van Gunning', IdW. 25 (1969/70), p. 461463.

Behalve in deze expliciet aan Gunning gewijde opstellen komt Miskotte ook elders herhaaldelijk over Gunning te spreken. Zie voor de verhouding van Miskotte-Gunning: G. G. de Kruijf, Heiden, jood en christen. Een studie over de theologie van K. H. Miskotte, Baarn 1981, reg. s.v.

28. Nederlands patriciaat 50 (1964), p. 184-209. Genealogie-Gunning.

29. H. M. van Nes, 'Gunningiana', in Nieuwe Theologische Studiën 25 (1942), p. 147-150.

'Nieuwe Gunningiana', NTT. 8 (1953/54), p. 234-241.

Uit mijn leven, z.p. z.j. Persoonlijke herinneringen aan Gunning.

Uit mijn leven, z.p. z.j. Persoonlijke herinneringen aan Gunning. 30. O. Noordmans, Verzamelde werken, dl. 3, Kampen 1981, p. 342-504. Behalve in deze expliciet aan Gunning gewijde opstellen komt Noordmans ook elders herhaaldelijk op Gunning terug. Zie voor de verhouding Noordmans-Gunning: G. W. Neven, Tijdgenoot en getuige. Opstellen over de theologie van dr. O. Noordmans, Kampen 1980, p. 33 w.

31. O. Norel, 'Prof. Gunning als wijsgeerig denker', Stemmen des Tijds 9 (1920), p. 69-80 en 135-160.

32. A. J. Onstenk, 'Ik behoor bij mezelf, Comelis Elisa van Koetsveld 1807-1893, Assen 1973. Verhouding Van Koetsveld-Gunning.

33. W. Otten, 'Fragmenten uit het leven van J. H. Gunning Jr', De Hoeksteen 11 (1982), p. 113-118. M.n. over Gunning te Hilversum.

34. E. J. W. Posthumus Meyjes, Hervormd 's-Gravenhage in de negentiende eeuw. Kerkhistorische schetsen, 's-Gravenhage 1935. Gunnings Haagse tijd.

35. A. Pijnacker Hordijk, 'Aanteekeningen betreffende het leven en de werken van prof. dr. J. H. Gunning', in F. J. van der Tak, Blijft op de hoogte! Fragmenten en aphorismen uit de geschriften van prof. dr. J. H. Gunning, Utrecht 1907, p. 311-336.

36. M. van Rhijn, 'Bij den herdruk van Gunning's Spinoza', Eltheto 74 (1920), p. 226-244.

Aart Jan Theodorus Jonker, Amsterdam 1929, o.a. p. 42 v., 48, 60. Verhouding Jonker-Gunning. Zie A 48.

Gemeenschap en vereenzaming. Een studie over J. J. van Oosterzee, Amsterdam 1940, m.n. p. 231-237. Verhouding Van Oosterzee-Gunning. Zie A 78.

37. K. H. Roessingh, Verzamelde werken, dl. 2, Arnhem 1926, p. 398-400. Gunning te Leiden.

38. F. Sassen, 'Zes brieven van Allard Pierson aan J. H. Gunning Jr.', Studia Catholica 31 (1956), p. 112-128. Zie A 82.

39. G. Ph. Scheers, Philippus Jacobus Hoedemaker, Wageningen 1939. Verhouding Hoedemaker-Gunning.

'Gunnings prediking', NTT. 3 (1948/49), p. 2846.

'Gunning in Blauwkapel', Kerk en theologie 5 (1954), p. 3-18.

40. P. L. Schram. Willem van den Bergh 1850-1890, Amsterdam 1980, m.n. p. 14. Zie A 6.

41. J. H. Semmelink, Prof. dr. J. H. Gunning, zijn ontwikkelingsgang en zijne beginselen, Zeist 1926. Diss. Utrecht.

Bijbelsch-theologische gedachten van prof. dr. J. H. Gunning. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt... te Groningen op ... 5 october 1937, Groningen etc. 1937.

42. J. H. Sikemeier, Elise van Calcar-Schiotling. Haar leven en omgeving, haar arbeid, haar geestesrichting..., Haarlem 1921. Verhouding Van Calcar-Gunning. Zie A 13.

43. F. Smit Kleine, Denkers en dichters. Beelden en omtrekken, Utrecht 1905, p. 1-137. Opstel over Gunning van letterkundige zijde. Zie A 95.

44. J. Smit, De volledige briefwisseling van E. J. Potgieter en Cd. Busken Huet, 2 dln., Groningen 1972. Zie voor Gunning in reg. s.v.

45. J. J. Stam, 'Van de ethische theologie naar Barth', in Ernst en Vrede. Opstellen rondom de ethische theologie. Aangeboden aan prof. dr. M. van Rhijn, 's-Gravenhage 1951, p. 32-61.

46. L. C. Suttorp, Jhr. Mr. Alexander Frederik de Savornin Lohman 1837-1924. Zijn leven en werken, 's-Gravenhage 1948, m.n. p. 255-265. Verhouding Lohman-Gunning. Zie A 67.

Van der Tak: zie onder Pijnacker Hordijk.

47. J. Veenhof, Revelatie en inspiratie. De openbarings-en schriftbeschouwing van Herman Bavinck in vergelijking met die der ethische theologie, Amsterdam 1968, m.n. p. 203-249. Veenhof bespreekt veel van de secundaire Gunningliteratuur.

48. G. J. Vos Azn., Groen van Prinsterer en zijn tijd. Studiën en schetsen op het gebied der vaderlandsche kerkgeschiedenis. Dordrecht 1891. M.n. deel 2 is belangrijk voor Gunning. (Zie reg. s.v.).

49. M. J. A. de Vrijer, Gunning tragicus. Prof. dr. J. H. Gunning Jr. in den kring zijner broeders, Den Haag 1946. Zie A 33, A 34 en A 83.

50. G. A. Wumkes, Leven en levenswerk van J. van Dijk Mzn. Stichter der Doetinchemse Inrichtingen, z.p. 1948 2 . Zie A 22.

Kampen, 5 oktober 1982

Dit artikel werd u aangeboden door: Archief en Documentatiecentrum van de Gereformeerde kerken in Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1982

DNK | 46 Pagina's

BRONNEN VOOR DE STUDIE VAN HET LEVEN EN HET WERK VAN J. H. GUNNING Jr. (II)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1982

DNK | 46 Pagina's