Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Jongelui!

Het is gisteren weer zondag geweest. Het is al einge tijd geleden dat we met elkander in ons blad over de zondag hebben nagedacht. Of liever: we waren bezig om met elkander daarover na te denken. We moesten dat echter even onderbreken, daar we jullie eerst wilden laten horen wat we op de laatste ontmoetingsdag in Dordrecht zo ongeveer gezegd hebben. Daar dit nu weer tot het verleden behoort, wil ik proberen de draad weer op te pakken over dat zondagsvraagstuk. Zoek nog maar eens het nummer op, waarin het laatst daarover geschreven is. Het is no. 7 van de 7de jaargang, d.d. 6 april. We schrijven nu 5 juni. Daar liggen dus nog al wat weken tussen. Dit komt ook door het feit, dat ons blad altijd nog een blad is, dat maar eens in de veertien dagen verschijnt. We kunnen het waarderen dat er steeds weer stemmen opgaan, die vragen of het met wekelijks kan verschijnen. Doch dat is niet zo eenvoudig als velen denken. Want we hebben als redaktieleden, die het blad moeten vullen, allemaal ons gemeentelijk werk. En dat vraagt de nodige tijd. Daarbij komt, dat we de prijs van ons blad zo laag mogelijk willen houden. Het kost nu ƒ 10,– per jaar. Dat is in deze tijd niet veel. Maar als het ééns in de week zou gaan verschijnen, dan zou de prijs verdubbeld moeten worden. En dat zou voor sommige leden wel bezwaarlijk kunnen zijn. Te meer, daar het er in zit, aangezien alles steeds duurder wordt, dat de prijs van ƒ 10,– met gehandhaafd zal kunnen blijven op de duur, ook al doen alle medewerkers hun werk geheel gratis. Het zal dus voorlopig wel blijven zoals het is. Ik hoop inmiddels dat jullie zullen kunnen waarderen, wat je geboden wordt. Alle arbeid is natuurlijk gebrekkig. We willen dat allemaal gaarne bekennen. Maar we mogen toch ook nog wel eens vernemen dat de Heere er Zijn zegen aan verbinden wil.

Ik ga nu gauw over tot het weer schrijven over de zondag. We hebben de lijn van de Heidelberger Catechismus bij onze overdenking gevolgd. Dat is een goede Gids, om ons aan de hand van Gods Woord de weg te wijzen, door het labyrint van vragen, rondom de zondagsheiliging.

We moeten tot het huis Gods naarstig komen, zo hoorden we de laatste keer. Daar hebben we „werk” mee. Het volgende wat van ons „te doen” gevraagd wordt, is: Om Gods Woord te horen. Op zichzelf is dat een geweldige gedachte. Ik hoop dat mijn jonge vrienden daar diep van doordrongen zullen zijn. Want is het niet geweldig, dat God, Die in de hemel woont en door duizend maal tienduizenden engelen omringd wordt, ook op aarde wonen wil, onder zondige mensen, dat zijn opstandige mensen. Want zonde is o.a. opstand tegen God. Doch God wil er tussen zitten. Waar twee of drie in Mijn Naam vergaderd zijn, daar ben Ik in het midden van hen, zegt de Heere. Daar wil Hij Zijn Woord laten horen. God spreekt in Zijn huis tot mensen. Hij spreekt van recht en genade. Van genade door recht. D.w.z. dat mensen die náár recht de dood hebben verdiend, nu genade verkrijgen kunnen dóór recht, hetwelk door de Heere Jezus Christus is verworven. Hij heeft er zorg voor gedragen, door de schuld van Zijn volk te betalen en de wet tot in titel en jota toe te volbrengen, dat zondaren op grond van Zijn werk het eeuwige leven kunnen verkrijgen.

Jongens en meisjes, vinden jullie dat niet geweldig? Te móeten horen dat je de dood hebt verdiend. Dat zal toch niemand, die nog naar de bijbel leven wil, kunnen tegenspreken. Want God zegt in Zijn Woord, dat de ziel, die zondigt sterven moet. En nu te mógen horen dat je het eeuwige leven verkrijgen kunt, op grond van de verdiensten van de Heere Jezus Christus. Nogmaals, vinden jullie dat niet geweldig? Ja, dat is een geweldige zaak.

Helaas, al stellen we de dingen zo, omdat ze naar het Woord van God alzo zijn, vinden velen dit helemaal niet zo geweldig. De meesten van de jongelui en ook ouderen zijn veel meer belangstellend naar de prestaties van „Ajax”, dan naar datgene wat God, tot heil van zondaien, in Zijn huis wil laten horen

Hoe zou dat toch komen? God laat ons uit Zijn Woord, wat in Zijn huis recht verkondigd moet worden, dat óók eerlijk horen. Dit komt, omdat we van nature dood zijn in de zonden en de misdaden. Dientengevolge zijn we geestelijk doof en blind. We horen niet en we zien niet hoe ellendig het met ons gesteld is, nl. dat we allemaal, naar het recht, kandidaten voor de dood zijn. Daarom is er ook zo weinig belangstelling bij de massa voor de verkondiging van die rijke heilsboodschap, die God elke week weer wil laten horen. Ik hoop dat er onder mijn lezers velen zullen gevonden worden, die ogen hebben gekregen om te zien en oren om te horen. Dan is er aan hen een wonder gebeurd. Want, zal het goed komen met een mens, ook met een jong mens, dan moet er aan de mens een wonder gebeuren. Hij moet van dood worden levend gemaakt. HIJ moet wederom geboren worden.

Doch nu is in het huis des Heeren ook te vernemen, dat de Heere dit doen kan en wil. Hij is de HEERE God, de God Israëls, Die alleen wonderen doet. Ps. 72 : 18. En nu mag in Zijn huis een ieder daarom vragen: Heere, wilt U dat zo noodzakelijke wonder ook eens in mijn leven verheerlijken? Dat is toch ook een wonder dat dit nog aan de Heere gevraagd mag worden? De Heere zegt dat ook in Zijn Woord Hij laat dat ook „horen” uit Zijn Woord. Wendt U naar Mij toe, en wordt behouden, zegt de Heere, want Ik ben God en niemand meer. Wie bidt, die ontvangt. Wie zoekt, die vindt. Wie klopt, die zal worden opengedaan. Zo zouden we nog een poosje door kunnen gaan. Er is zoveel uit het Woord van God te vernemen. Ik hoop dat het veel jullie lust zal zijn, om je onder de verkondiging van dat Woord neer te zetten. En dat het in je binnenste zal mogen leven:

Merk op mijn ziel, wat antwoord God u geeft (Want):

Hij spreekt gewis, tot elk, die voor Hem leeft. Zijn gunstgenoot van blijde troost en vree, Mits hij niet weer op ’t spoor der dwaasheid tree

God is zo nederbuigend goed, dat Hij de verkondiging van Zijn Woord dienstbaar stellen wil tot de zaligheid van arme zondaren. Want het geloof is uit het gehoor; en het gehoor is door het Woord Gods. En hoe zullen ze horen, indien ze niet gezonden worden? (vrij weergegeven naar Rom. 10.) God zendt dus predikers uit, opdat ze het woord zouden verkondigen, opdat de mensen het horen zouden en door het horen tot „geloven” zouden komen. De Heere werkt altijd middellijk en wij zijn aan de middelen gebonden. Veracht daarom de middelen niet.

Het is groot dat we in des Heeren huis voor Zijn aangezicht mogen verschijnen en dat Hij tot ons Zijn Woord wil laten spreken. Nooit kan dit genoeg gewaardeerd worden. Het naarstiglijk komen kan ook nooit genoeg betracht worden.

Het is zelfs een groot kwaad, wanneer dit zonder wettige reden nagelaten wordt. De Heere waarschuwt daar Zelf ook voor, als Hij laat zeggen, opdat we het zouden horen: „en laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert. Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid verkregen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden, maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden”, enz Hebr. 10 : 25–27. Als jullie deze verzen goed lezen, is het hoogst gevaarlijk om op des Heeien woord geen acht te geven. Het is dan spotten met het heil van je onsterfelijke ziel. Jongens en meisjes, doet dat nooit „Hoort des Heeren woord!” Dat kom je zo meingmaal in de profeten tegen. En dat is nog het bevel van vandaag. En dan moeten we er „gehoor” aan geven. D.w.z. moeten het ook „doen”. Voorwaar, er is op de zondag genoeg te „doen” We hopen er nog meer van te horen. Wat we boven hebben neergeschreven, dat geldt natuurlijk ook, als je met vakantie gaat. Zullen jullie het niet vergeten, m’n beste vrienden! Inmiddels gaan we jullie weer groeten, met de wens en bede, dat God jullie allen geopende oren geven zal, om Zijn Woord te verstaan, en ons een mond om het recht te verkondigen. We moeten ten deze het allemaal van hetzelfde Adres hebben. En... het is een goed Adres! Jullie aller vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 juni 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's