Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

III. DE WERKMEESTER DES GELOOFS EN DE GENADEMIDDELEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

III. DE WERKMEESTER DES GELOOFS EN DE GENADEMIDDELEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondag 25.

Al heeft men ook van der jeugd af aan de weg der zaligheid in Christus horen prediken, het is nu alsof men daar nimmer van heeft gehoord. Men heeft de zuivere waarheid ook nog nooit recht verstaan. De inhoud van het Evangelie is toch zo bedekt voor de mens. Bij de zovelen die van de zuivere prediking zeggen dat daarin geen Evangehe is te vinden, komt dat zo duidelijk openbaar. Zij zoeken een Evangelie waarin aan de mens nog een vermogen wordt toegekend om iets tot zijn zaUgheid te doen. Maar zulk een Evangelie is geen Evangelie. Het zuivere Evangelie ontsluit de ruimte van het zaligworden in het vrije werk Gods, met uitsluiting van al wat van de mens is. Zo is dus die zuivere EvangeUeprediking ook wel zeer scherp, maar tegelijk is ze zeer liefelijk, daar ze ons een ruime weg van zahgheid voorstelt voor de grootste der zondaren. Dat Evangelie zegt ons, dat niet onze schuld, maar wel onze rijkdom ons verhindert om tot de zaUgheid te komen.

De armen wordt het Evangehe verkondigd. Het is die Geest des .geloofs. Die op Zijn tijd die armen en verslagenen van geest aan de voeten brengt van die Persoon, Die als de Zaligmaker van zondaren in het Evangelie ons wordt voorgesteld. Zo spreekt deze zondagsafdehng van het geloof dat ons Christus en Zijn weldaden deelachtig maakt. Het geloof wordt niet alleen door Gods Geest door middel van het Woord Gods in het hart geplant, maar wordt er ook door versterkt. Het is dus niet zo, dat als God de prediking van Zijn Woord tot bekering heeft willen gebruiken, er alsdan geen behoefte meer zou zijn aan die prediking, omdat men dan toch eenmaal het geloof bezit. O neen, zodra als de Heere Zijn Woord tot de levendmaking des zondaars heeft wiUen gebruiken, wordt men aan dat middel zo nauw verbonden. Men weet het immers toch ook niet dadelijk, dat men nu het geloof bezit. Integendeel, als God de mens door de verkondiging van Zijn Woord tot het geloof heeft gebracht, dan is hij niet bekeerd, maar onbekeerd geworden. Maar daarom kan hij ook juist de prediking van dat Woord niet meer missen. En hij hoort er zich toch gedurig maar buiten preken. Al wordt de weg der zaligheid in Christus dan ook nog zö ruim verkondigd, men heeft daar voor zichzelf niet aan. Men kent die Persoon des Middelaars niet. En men weet ook niet hoe men tot die Persoon zal moeten komen. Eerder kan men met de hand aan het firmament des hemels reiken, dan uit zichzeK tot Christus komen en in Hem geloven. Toch wordt men aan die zuivere prediking verbonden, waarin men er gedurig maar buiten wordt geplaatst en die de mens in zijn verdoemelijke staat voor God neergezet en de arghstigheid van het hart ontdekt. God maakt de mens door de ontdekkende bearbeiding van Zijn Geest eerlijk en oprecht en verbindt hem alzo aan een getrouwe prediking, waarin alle droggronden de mens worden ontnomen. Toch wordt die prediking de ziel in die weg der ontdekking gedurig tot een ademtocht. De verdorvenheden des harten waar men inwendig kennis mee maakt, worden in dié prediking aangewezen en de mens in zijn gevallen staat getekend, zo ellendig en verdorven als hij door de zonde is. Als het Evangehe dan een weg der zaligheid aanwijst voor een mens met wie het zo door de zonde is gesteld, dan zou er toch Ook voor hem nog een mogelijkheid kunnen zijn.

Met een heilbegerige ziel zet men zich onder die prediking neer. Als er maar gelegenheid is om onder het Woord te komen, dan neemt men die gelegenheid waar. In die tijd gebruikt men dus wel ernst met het kerkgaan, al is het ook dat men zich wel eens af moest vragen waartoe men zich nog naar Gods huis begeeft, daar men niet anders ziet dan dat al zijn kerkgaan tevergeefs is en het oordeel nog verzwaren zal. Maar neen, het is die dierbare Geest, Die door middel van de verkondiging des heiligen Evangehes het geloof niet alleen werken, maar ook versterken wü. Als men zich wellicht heeft voorgenomen om maar niet meer naar Gods huis te gaan, daar men niet anders meer verwachten kan dan zich voor het laatst nog het oordeel te horen aankondigen, wil die Geest de ziel door een onweerstaanbare drang er toch toe bewegen om zich nog onder het Woord te begeven. En hoewel men zich zonder enige verwachting nog als het ware meesleept naar Gods huis, veroordeeld in zichzelf en 'als de ellendigste van alle mensen, behaagt het de Heere om de ziel door dat Woord de weg der zaligheid in Christus te ontsluiten. Hier mag de ziel onder dat Woord een Beth-El vinden, een huis Gods en een poort des hemels.

Hoe het geheel anders komt men, ook dan onder dat Woord vandaan dan dat men zich er onder neergezet" heeft. En in die tijd wordt het toch ook de lust der ziel om op te gaan naar Gods huis. Neen, dan is het kerkgaan niet onvruchtbaar voor de ziel. Men vindt in de zuivere verkondiging van het Evangehe de redelijke en onvervalste melk waardoor men mag opwassen. En als er kennis mag komen van die Persoon, Die in Zijn onmisbaarheid, gepastheid en dierbaarheid in het Evangehe voorgesteld wordt, dan kan de ziel geen meerdere blijdschap vinden dan dat die Persoon maar wordt verhoogd en in Zijn begeerHjkheid en beminnelijkheid aan anderen wordt voorgesteld Neen, men kan nooit genoeg van de schoonheid van die Koning zeggen.

In de zuivere verkondiging van het Evangehe wordt Hij ons in Zijn rijke, voUe Middelaarsbediening aangewezen, rin Zijn naturen, ambten, staten en in al de door Hem verworven heilsweldaden. Ook daarin wil Gods Geest die prediking gebruiken tot versterking en wasdom des geloofs. Het laatste antwoord in deze zondagsafdehng zal ons daar nog wat nader bij bepalen. Woord en Sacramenten .beide wil de Heere gebruiken tot versterking des geloofs.

De Sacramenten dienen echter alleen tot versterking des geloofs, zoals we daar reeds op gewezen hebben. En we willen in de tweede plaats er u thans op wijzen hoe die Sacramenten ertoe gegeven zijn, opdat daardoor in de middellijke weg het geloof in de ziel versterkt wordt.

2

In de Bijbel kunnen we het woord sacrament niet vinden. Volgens de Roomsen zou dat woord wèl in de Bijbel voorkomen, want in de Vulgata heeft men het Griekse woord dat verborgenheid betekent, door sacrament vertaald. In Efeze 5, waar de apostel over het huwelijk spreekt, zegt hij dat die verborgenheid, namelijk van het huwelijk, groot is. In de Roomse Bijbel staat er, dan, dat dit sacrament groot is. Zo kan men dan gelijk het huwelijk als een sacrament beschouwen. De Roomsen houden er immers wel zeven sacramenten op na.

Buiten de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal om, hebben ze dus het huwelijk als een sacrament alleen voor de leken, daar dit huwelijk de geestelijken verboden is. Wel komen vele geestelijken in de Roomse kerk de laatste tijd daartegen in verzet en zeggen daarom ook wel hun ambt vaarwel, maar het is toch nog wel niet te verwachten dat Rome de ongehuwde staat der geestelijken zal opheffen. En verder heeft men onder Rome de priesterverordening als een sacrament dat niet voor de leken, maar voor de priesters is bestemd. Ook spreekt men van het vormsel, de biecht en het laatste oliesel als sacramenten. We kunnen op deze Roomse verzinsels nu niet verder ingaan en dat lust ons ook niet. Kort en bondig zegt ons het laatste antwoord van deze zondagsafdeling, dat er maar twee sacramenten zijn van' het Nieuwe Verbond of Testament, namehjk de Heihge Doop en het Heihg Avondmaal.

Het Oude Testament had ook twee sacramenten, zoals ons wel bekend is, namehjk de Besnijdenis en het Pascha. Dit waren bloedige sacramenten, die heenwezen naar Christus, Die nog in de wereld komen moest. De sacramenten van het Nieuwe Verbond wijzen ons op Christus, Die gekomen is. En op de betekenis van deze sacramenten gaat de onderwijzer in deze zondag nu nog wat nader in.

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's

III. DE WERKMEESTER DES GELOOFS EN DE GENADEMIDDELEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juli 1969

De Wachter Sions | 4 Pagina's