Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Jongelui!

De vorige keer hebben we jullie geschreven van uit ons vakantieadres. Jullie hebben wel begrepen, dat we er toen nog niet al te best aan toe waren. Vanwege de ziekte die ons was overkomen gevoelden we ons erg zwak. Maar we wilden toch niet nalaten, om zo mogelijk het kontakt met jullie te onderhouden. Vandaar dat we geschreven hebben, zoals we dit hebben gedaan. Daar op ons vakantieadres ons geen schrijfmachine ter beschikking stond, moesten we het met de pen doen. En dat gebeurt dan altijd minder duidelijk. Dat zal wel de oorzaak geweest zijn dat er in het laatste stukje enkele zetfouten zijn geslopen. Maar ik neem aan, dat de welwillende lezer, en dat zijn jullie allemaal natuurlijk, deze fouten, al lezende, voor zichzelf gecorrigeerd zult hebben. De fouten waren nu ook weer niet van zodanige aard, dat hetgeen wij schreven, er onbegrijpelijk door is geworden.

Inmiddels mogen we jullie meedelen, dat we weer zodanig zijn opgeknapt, dat we zondag 1 augustus weer voor het eerst hebben mogen preken, eh wel in Sliedrecht, daar we geruild hadden met Ds. M. C. Tanis.

Ik geloof dat deze gemeente de grootste is van onze kerken in Nederland. Het was ons aangenaam daar te mogen verkeren. De Heere is mede opgetrokken. We moeten op alle dingen letten. Want de Heere bestuurt alle dingen. We mochten heerlijk uitrusten in de nacht, vóór dat we des zondags de kansel moesten betreden. De slaap is ook een gave van de Heere. We staan daar maar veel te weinig bij stil, gelijk dat eigenlijk met alle dingen het geval is.

Want we worden met heel veel weldaden omringd, elke dag weer.

Doch wie geeft er acht op de goedertierenheden des Heeren, die elke morgen nieuw over ons zijn? O zeker, al deze dingen weten we wel. We stemmen het ook allemaal toe, als we er van horen. Maar om er bij te leven, moet je er gewoon door de Heere Zelf bij bepaald worden. Jullie begrijpen dit toch wel, als ik het zo schrijf? Want als dit niet gebeurt, dan vinden we alle dingen de meest gewone zaken van de wereld. Dan hebben we overal „recht” op. We hebben dan recht op gezondheid, recht op een goede verdienste, recht op een goede vakantie, recht op.... vul verder zelf maar in.

Want de lijst is nog lang niet aan het eind.

Hoe zou het toch komen dat we zo zijn? Dit komt heel eenvoudig hier vandaan, dat we zulke „rechthebbende schepselen” in ons bestaan zijn, ook al zeggen we met onze mond, dat we nergens recht op hebben. Het moet er maar op aan komen, dan komt het wel voor de dag hoe „rechthebbend” we zijn. We moeten dit allemaal leren. En als we door de Heere Zelf geleerd mogen worden — „al Mijn kinderen zullen van de Heere geleerd worden” — dan komen we er metterdaad achter dat we „nergens” recht op hebben, dan op de eeuwige rampzaligheid. Als ik dit nu zo schrijf dan is dat geen narigheid of zwarigheid, maar dan is dit de naakte waarheid. Zo wordt het ook beleefd, door al degenen, die op de school van de Heilige Geest een plaats hebben mogen ontvangen. Voor hen worden de weldaden, die de Heere hen geeft, dan ook genade-weldaden. Dat zijn weldaden, die ze zelf niet hebben verdiend, integendeel! Maar die hen nu uit genade geschonken worden om de verdiensten van de Heere Jezus Christus, Die alles heeft willen ontberen. Hij heeft het uitgesproken: De vossen hebben holen en de vogelen des hemels hebben nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets waar Hij het hoofd op nederlegge. Hij werd naakt aan het kruis gehangen, in het openbaar ten toon gesteld. God heeft in Hem doen zien, waar de mens eigenlijk recht op heeft. Dat is op de dood, op de vloek, op de doem, op de eeuwige rampzaligheid.

Dat geldt niet alleen oude, verstokte zondaren, maar dat geldt ook jonge mensen ja zelfs de kleine kinderen. Die zijn al „zonder hun weten, de verdoemenis in Adam deelachtig”.

Doch als God Zijn Zoon in het openbaar ten toon stelde als de drager van de vloek, dan heeft Hij daardoor ook laten zien, hoe oneindig groot Zijn üefde tot zondaren is. Die is zó groot, dat Hij, om zondaren te kunnen sparen, Zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hij heeft Hem voor ons allen overgegeven, schrijft Paulus in een van zijn brieven.

Nu moet je natuurlijk van dat „voor ons allen” geen misbruik maken. Dat gebeurt helaas maar al te veel. Zie je wel, zegt men dan, de Heere Jezus is voor ons allen overgegeven en nu krijgen we met Hem ook alle dingen. Men legt dit dan uit in de lijn van de al-verzoening. Alle mensen, betekent dit, worden aan het eind dan toch zalig. Dus, niemand behoeft zich enige zorg te maken. Het komt met een ieder dik in orde. Een hel, een strafplaats voor de goddelozen is er eigenlijk niet. Degenen die daar nog over spreken, dat zijn maar „zwartgallige bangmakers”. Mensen die anderen dingen vertellen, die ze zelf niet geloven, om daardoor de mensen wat aan zich te binden en er zelf een gemakkelijk leven door te leiden.

Nu zeg ik niet, dat er niet van dergelijke „zwartgallige bangmakers” rondlopen. Want overal en altijd is er kaf onder het koren te vinden.

Maar degenen, die dan zelf niet geloven, wat ze anderen voorhouden, die kunnen toch de waarheid niet ongedaan maken.

God heeft Zijn Zoon voor ons allen overgegeven. Doch als Paulus dit schrijft, dan is dit schrijven geriqjit aan de gelovigen. En dan wel aan de „ware” gelovigen. Dat zijn geen mensen met een aangepraat geloof, waar we al eens eerder over hebben geschreven. Het zijn ook geen mensen met een louter historisch geloof. Maar het zijn mensen met een geloof, dat de Heilige Geest in hunne harten gewerkt heeft.

Die nu zodanig geloof hebben, gaan het als een onuitsprekelijk groot wonder beleven dat God Zijn Zoon voor hen heeft overgegeven, om hen uiteindelijk met Hem ook alle dingen te schenken, dat is de ganse zaligheid. De zaligheid namelijk, die door hen verzondigd is en die nu door de Heere Jezus Christus is verdiend.

Wie daar iets van mag verstaan, ook al is hij jong, die kan niet anders, dan goed van de Heere Jezus gaan spreken. Toen we vorige week’ aan iemand een brief schreven en daarin de Heere Jezus mochten uitstallen en aanprijzen, kregen we er zo maar weer „zin” in, om goed van de Heere te gaan vertellen. Om dat de zondag daarop volgende, te mogen doen, in het midden van die grote gemeente. En de Heere heeft onze wens vervuld. Zo wel des morgens, als des avonds. En daar komt Hem alleen de eer voor toe. Uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen.

We hebben ook mogen vernemen, dat er veel gebed voor ons geweest is. We hebben dit dan ook ervaren. De Heere is een Hoorder en Verhoorder der gebeden. Laat niemand van onze jonge vrienden en vriendinnen dit vergeten. Hij geve ook dat we elkander voortdurend maar veel zullen mogen opdragen in het gebed. Hij wil op noodgeschrei (niet er om, maar wel „op”) grote wonderen doen. Dat ervaren jonge mensen ook. Dat is mij uit korrespondentie wel duidelijk geworden. De Heere gaat nog door om Zijn kerk te bouwen. Vraag maar veel om door Hem, als een levende steen te mogen worden ingevoegd, in dat gebouw dat „naar Zijn vastgemaakt bestek in eeuwigheid verrijzen zal”.

Allen die in de geest met ons hebben meegeleefd, willen we naast de Heere daarvoor nog hartelijk dank zeggen.

Inmiddels naderen we met rasse schreden de tweede ontmoetingsdag, die ditmaal gehouden zal worden op Zaterdag 21 Aug. te Zwolle. Jullie nemen van de officiële aankondiging in ons blad wel goede nota. Het is in Zwolle ook een flinke kerk. Daar kunnen heel wat mensen in. En de meesten hebben een vrije Zaterdag. Velen beschikken over eigen vervoer. Als je een auto hebt, kom er niet alleen mee, maar laadt hem vol met vrienden. In een bus kunnen er nog meer. En als je met niemand mee kunt, dan is Zwolle met de trein gemakkelijk te bereiken. Ik geloof, dat een ieder die er heen gaat, zijn dag goed besteedt, mits je natuurlijk niet je verwachting hebt van mensen, want dan wordt je ongetwijfeld teleurgesteld. De Heere geve ons te samen alles van Hem te verwachten. En laat ik dan voor ditmaal eindigen, met te zeggen: D.V. tot ziens in Zwolle!

Jullie aller vriend

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's