Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jouw vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jouw vragen

God is toch liefde?

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik las 1 Samuël 15, waar God van Saul vraagt de Amalekieten uit te roeien. Zelfs de kinderen, zuigelingen en dieren moeten gedood worden. Hoe kan God zo iets ergs willen? Hij is toch liefde? Ik kan dit niet begrijpen.”

We kunnen ons niet indenken dat God vandaag aan een staatshoofd de opdracht geeft een ander volk totaal uit te roeien. De Bijbel is een weerbarstig boek en wij hebben moeite met sommige geschiedenissen. Het is echter beter langer te luisteren dan te snel een oordeel vellen. Bij het lezen van deze geschiedenis moeten we het volgende bedenken:
1. God besluit niet zomaar tot uitroeiing van een volk. Als Israël oorlog voert, mag men volken niet uitroeien. In Deuteronomium 20 vinden we oorlogswetten die het geweld beperken. Voor ze gaan strijden, moeten ze het volk vrede aanbieden (20:10), niet de gehele bevolking doden (20:14) en de fruitbomen laten staan (20:19). Als God in 1 Samuël 15 beveelt Amalek uit te roeien heeft dat zijn reden. Toen Israël net uit de greep van de farao was ontkomen, heeft Amalek in de woestijn dit vluchtelingenvolk lafhartig aangevallen. Het zette de aanval in op Israëls achterhoede, waar de zwakken, vrouwen en kinderen zich bevonden (Deut. 25:18). Daarna hielden ze de waterbronnen bij Rafidim bezet, zodat de Israëlieten in de woestijn zonder water kwamen te zitten. Het was toen niet moeilijk de amechtige Joden af te slachten. God streed echter mee met Zijn volk, zodat de aanval werd afgeslagen. Maar God heeft bij die gelegenheid gezegd dat Hij de gedachtenis van Amalek zal uitroeien (Exodus17:14). Dat gebeurt in 1 Samuël 15.
2. De vijandschap van Amalek is een geestelijke geweest. Een haat tegen het volk van God. De Amalekieten zijn nauw verwant aan Edom (Genesis 36:12, 16). Zij kunnen niet verkroppen dat Israël Gods uitverkoren volk is.
3. In de vijandschap van Amalek zit iets duivels. Het is de vijandschap van de duivel tegen Christus (Genesis 3:15). De Heere voelt Zich persoonlijk door Amalek aangevallen en daarom reageert Hij zo fel.

In 1 Samuël 15 is het zo ver. Namens God moet Saul de Amalekieten uitroeien. Let op de Kenieten die bevel krijgen om vóór de slag uit het midden van de Amalekieten te vertrekken (1 Sam.15:6). God heeft het op Amalek voorzien. De woestijntocht ligt in een ver verleden, maar de Heere is het niet vergeten. Het is geen persoonlijke wraakactie van Saul. Het is de wraak van God. Voorspel van het eindgericht. Soms zet God hier op aarde reeds de dingen recht. Maar de wereldgeschiedenis is niet het eindgericht. Definitief trekt God de zaken pas recht op de jongste dag. God laat tirannen niet ongestraft hun gang gaan. Ik las ergens: de beul heeft niet eeuwig een voorsprong op zijn slachtoffer. Dat is tot troost voor alle beroofden en bedrogenen. Ik ben deze dag begonnen met Psalm 58: „Immers is er een God Die op de aarde richt.”

Misschien is ons godsbeeld te lief. God is liefde (1Joh. 4:8) en onze God is een verterend vuur (Hebreën 12:29). Het is te oppervlakkig als we stellen dat de bijbelse boodschap is samen te vatten met: God is liefde. Lees Exodus 34:5 e.v. God is barmhartig en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Hij vergeeft de ongerechtigheid en overtreding. Maar de schuldige houdt Hij geenszins onschuldig. God is oneindig veel groter dan wij ons kunnen voorstellen. Wij meten Hem te vaak af naar onze afmetingen en beoordelen Zijn daden te vaak naar onze gevoelens. Wantrouw je verstand en gevoel, want ze zijn door de zonde aangetast en corrupt geworden. Vaar dicht op het Woord en aanvaard dat God is zoals hij ons tegemoet komt in Zijn Woord: rechtvaardig en goed, genadig en heilig, barmhartig en trouw.

Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister, geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt. Gij alleen zijt heilig, enig in uw luister, Eén en al vuur en liefde en majesteit. (Reginald Heber 1783-1826)

P.S.: De laatste regels in ‘Jouw vragen’ in Terdege 2 horen niet hierbij, maar komen uit een recente ‘Prikkel’.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 2009

Terdege | 92 Pagina's

Jouw vragen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 november 2009

Terdege | 92 Pagina's