Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Godsdienstonderwijs op de openbare school (1)

Bekijk het origineel

Godsdienstonderwijs op de openbare school (1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De dominee
'Wie weet waar het verhaal de vorige keer over ging?' Vingers gaan omhoog. 'Gerinda, zeg jij het eens.' 'Over Mozes, die door de prinses uit het water gered werd.' 'Uitstekend! Wie weet..'
Zo staat hij daar, de dominee van het dorp. Hij staat daar tussen de kinderen van de openbare basisschool, die één keer in de week godsdienstonderwijs van hem krijgen. Hij staat daar en vertelt de bijbelse geschiedenissen en zingt christelijke liederen en laat de kinderen tekeningen maken en hij bidt met hen.
Op dat laatste is kritiek gekomen. Bidden hoort niet op een openbare school had iemand van de ouders gezegd. Anders lijkt het wel op evangelisatie. Dat is de bedoeling niet van het godsdienstonderwijs.
Maar de dominee ging door, met zijn verhalen, liederen en gebeden.
Zo was het altijd al geweest. Zijn voorganger deed het en diens voorganger en ga zo maar door. Er is ook een christelijke school in het dorp en de hele kerkeraad stuurt de kinderen daar heen. Maar toch is er ook deze andere school. De openbare school. En het behoort tot de taak van de dominee om eens in de week de kinderen met de bijbel in aanraking te brengen.

Waarom?
Waarom gebeurt dit?
Wat is dat eigenlijk... godsdienstonderwijs op de openbare basisschool?
Welk doel heeft het? Van wie gaat het uit? Wordt het betaald? Ben je verplicht de lessen bij te wonen als je op de openbare school zit?
In veel plaatsen in ons land is het een oud gebruik om godsdienstlessen op de openbare school te geven. In andere plaatsen komt het pas de laatste tijd op gang. Soms verzorgt de predikant ze? Soms iemand anders, die er voor aangesteld is.
In andere plaatsen gebeurt het weer niet. Men vindt het niet nodig of men ziet het als een vorm van concurrentie van het christelijk onderwijs. Vaak voelt de leerkracht, die voor dit werk is aangesteld, zich wat eenzaam. Hij of zij doet trouw het werk, maar het wordt nauwelijks gezien in de gemeente. Vaak is het ook moeilijk werk, dat niet wordt begrepen. Soms bestaan er knelpunten in de verhouding met de school. Dan weer zegt een kerkvoogdij: dat de dominee godsdienstonderwijs geeft, vinden we prima, maar wij betalen het niet. Godsdienstonderwijs op de openbare basisschool... een oud gebruik, maar omgeven door veel vragen.
Daarom volgen nu enkele artikelen. Ze bevatten informatie voor allen die bij het godsdienstonderwijs betrokken zijn. We denken aan kerkeraden, kerkvoogdijen, predikanten, catecheten. Maar ook het personeel van de scholen zelf. Misschien is er iemand die zou willen reageren. Dat kan. We zouden dat zelf zeer op prijs stellen.

Een werkgroep
Binnen het catecheseproject van de HGJB is sinds kort een werkgroep opgericht die zich bezighoudt met dit godsdienstonderwijs. Een groep van 7 mensen, benoemd door de HGJB, komt regelmatig bij elkaar om zich te buigen over dit stuk werk.
Het bestaan van de werkgroep werd ingegeven door de vraag: ligt hier een taak voor de kerk, voor de gemeente? Ons antwoord luidt: ja. De kerk krijgt hiermee een middel om kinderen met de bijbel in aanraking te brengen. Dat middel moet je aangrijpen. Dat is je roeping als kerk. Vandaar het bestaan van de werkgroep.
De werkgroep heeft eerst nagedacht over een doelstelling van haar activiteiten. Je zou het zo kunnen zeggen: het doel van de werkgroep is:
A. Zich bezinnen op de betekenis en de plaats van het godsdienstonderwijs op de openbare basisschool.
B. Hulp verlenen aan de leerkrachten, die dit werk verrichten.
Verder spreekt de werkgroep uit dat dit werk niet als een miskenning van het werk van de Raad van de Educatie van de Nederlands Hervormde Kerk moet worden gezien, maar als een aanvulling hierop. Het gebeurt in.overleg met de Raad.

Historische achtergrond
Het gebruik om godsdienstonderwijs op de openbare school te geven moeten we zien tegen de achtergrond van een eeuwenoude traditie. Vanaf de dagen van de Reformatie is de school beschouwd als een belangrijk hulpmiddel om de reformatorische beginselen onder ons volk te verbreiden, met name onder de nieuwe generatie, de kinderen.
In allerlei schoolordeningen lezen we over de opdracht van de schoolmeesters en -essen om de kinderen in de bijbel en de catechismus te onderwijzen.
Op de Nationale Synode te Dordrecht (1618-1619) wordt bepaald dat twee dagen per week op de school bestemd zijn voor het godsdienstonderricht. Daar is het nooit van gekomen. Meestal wordt één dag per week voor dit onderricht bestemd. Dit duurt zo tot 1795. Dan wordt de scheiding tussen kerk en staat een feit. Vanaf dat moment wordt het geven van godsdienstonderwijs aan de kinderen niet meer gezien als een taak van de school, maar van predikanten of andere door de kerk aangestelde personen.
Vanaf 1806 hebben daarom de kinderen de woensdag- en zaterdagmiddag vrij om godsdienstonderwijs van de kerk te ontvangen.
In 1857 komt de Wet v.d. Brugghen tot stand, die bepaalt dat de onderwijzers geen bijbelonderricht meer mogen geven. De school is neutraal. Het godsdienstonderwijs wordt overgelaten aan de kerkgenootschappen. Het kan wel worden gegeven in de school, maar buiten de schooluren om. Op andere plaatsen gaan de schoolkinderen naar het kerkgebouw om daar de catechisatie van de predikant te ontvangen.
In 1920 komt er een nieuwe onderwijswet, de wet De Visser, waarin bepaald wordt dat de voor het godsdienstonderwijs bestemde uren vallen binnen de schooltijden. Ze worden voor elke school vastgesteld in overeenstemming met de door de kerkelijke gemeente of plaatselijke kerk voor die school aangewezen godsdienstleraar of met die kerkelijke gemeente of plaatselijke kerk, die de godsdienstleraar voor dit doel aanwijst.
Op deze wijze is de situatie gegroeid, die op dit moment als volgt in onze wetgeving wordt verwoord in de Wet op het basisonderwijs:
'Het bevoegd gezag stelt de leerlingen in de gelegenheid binnen de in het schoolwerkplan vermelde schooltijden op de school godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs te ontvangen. Van de tijd daaraan te besteden worden ten hoogste 3 uren per week meegeteld voor het aantal uren onderwijs, dat de leerlingen krachtens dit artikel 12, vierde lid, ten minste moeten ontvangen. Voor de leerlingen die dit onderwijs niet volgen, voorziet het schoolwerkplan, in andere activiteiten op de school.' (Artikel 30)
En: 'Godsdienstonderwijs wordt gegeven door leraren daartoe aangewezen door kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken, of rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stellen. Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt gegeven door leraren, daartoe aangewezen door volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisaties op geestelijke grondslag'. (Artikel 31).
Toen de Hervormde Kerk de kerkorde van 1951 aanvaardde, heeft zij daarin ook haar verantwoordelijkheid ten aanzien van het schoolwezen omschreven.
We lezen in Ord. 5, artikel 4:
'De Kerk, in haar zorg voor de zaken van Kerk en school, werkt mede aan de kerstening van het onderwijs'.
We moeten deze formulering zien in het kader van de apostolaire opdracht, die heel de kerkorde van 1951 doortrekt en die, ook zonder met name genoemd te worden, in het godsdienstonderwijs op de openbare school gestalte krijgt. Hoe het met de praktijk van dit godsdienstonderwijs staat, daarover willen we het in een volgend artikel hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Godsdienstonderwijs op de openbare school (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1992

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's