Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. v. d. L. te H. vraagt iets te schrijven over het leviraatshuwelijk.

Antwoord: De verplichting die reeds onder de patriarchen bestond, Gen. 38 : 8, dat wanneer iemand kinderloos stierf, de vrouw ten huwelijk zou genomen worden door zijn broeder, Werd gesanctioneerd door de Mozaïsche wet.

De eerstgeboren zoon uit zodanig huwelijk moest dan de naam dragen van de overleden broeder, opdat diens naam niet zou worden uitgedelgd.

De gestrengheid van dit gebod werd in zoverre verzacht, dat, indien de overlevende broeder openlijk voor de oudsten verklaarde onwillig of onmachtig te zijn, de verplichting kon overgaan op de meest nabestaande van de overledene. (Deut. 25:5).

Was onwil in het spel, dan was het uittrekken van de schoen symbool voor afstand van de verplichting en het in het gelaat spuwen teken van verachting.

Deze laatste handeling had niet plaats, wanneer het weigeren een gevolg was van onmacht. Dit vindt ge in de geschiedenis van Ruth, hoofdstuk 4 vers 8.

Calvijn merkt op: , .)Of schoon omtrent deze huwelijken met de broeder, opdat de overgebleven broeder aan de gestorvene zaad zou verwekken, geen wet iets had voorgeschreven, behoeft het toch geen verwondering te wekken, dat de mensen daartoe alleen door een natuurlijk instinct geneigd zijn. Want dewijl de enkele mensen geboren worden om het hele menselijke geslacht in stand te houden, schijnt de natuur geweld aangedaan te zijn, indien iemand zonder kinderen sterft. Zij hebben het voor menselijk gehouden enige naam voor-de gestorvene te verwerven, waaruit bleek, dat zij hadden bestaan. Doch één reden was er bovenal dat de kinderen van de overleden broeder de gestorvene werden toegerekend, opdat er niet één dorre tak in de familie zou zjjn. En op deze wijze hebben zij de smaad der kinderloosheid opgeheven."

J. S. te S. vraagt: „Kan de catechismusverklaring van Swedenborg aangemerkt worden als zuiver?

Was deze schrijver een Zweed?

Antwoord: Of Swedenborg een catechismusverklaring heeft geschreven weet ik niet. Zo ja, wat ik echter betwijfel, dan is die verklaring zeker on-Gereformeerd en voor ons verwerpelijk.

Dat blijkt wel uit het volgende:

Emanuël van Swedenborg, geb. 1688 te Stockholm was eerst natuurfilosoof, daarna theosoof. Op 55-jarige leeftijd meent Tiij te Londen in zijn kamer God als een man te zien, die hem roept de verborgen zin der Schrift te prediken, waardoor de nieuwe hemel op aarde zal komen in de kerk van het Nieuwe Jeruzalem.

Vanaf dat ogenblik treedt hij als ziener op.

Hij meent met de geestenwereld in verbinding te staan, zó zelfs, dat hij" beweert te spreken met engelen en geesten. Op grond van die gesprekken en openbaringen, leerde hij, dat er een nauwe overeenstemming is tussen de zichtbare en onzichtbare wereld.

Volgens S. moet de H. Schrift niet letterlijk, doch geestelijk en hemels verstaan worden.

De Drieëenheid loochende hij. In Christus is God openbaar geworden, als Vader, Zoon en H. Geest.

Het verzoenend lijden van Christus aan het kruis achtte hij een dwaling. Door het lijden aan het kruis, werd het menselijke in Christus met het Goddelijke Zijns Vaders verenigd: God werd toen waarlijk) mens.

Christus kwam alleen om door Zijn kracht ons te verlossen van de hel.

De leerde voorts de vrije wil, d.w.z. in zijn wilskeuze tussen goed en kwaad is de mens geheel vrij.

De leer der uitverkiezing noemt hij een noodlottige leugen. Door goede werken i.z.h. liefdebetoon moet de mens de zaligheid verdienen. De zielen komen na de dood in een tussenplaats en daar wordt over hun later lot beslist.

De meende van de engelen zelf vernomen te hebben, dat ze eigenlijk mensen waren.

Het innerlijk wezen van de mens is een engel en de mens is bestemd om engel te worden.

Is het wonder, dat sommigen Swedenborg een aartsfantast en dweper noemen.

Hoe het zij, het bovengenoemde bewijst wel duidelijk, dat hij een vijand is van het vrije souvereine genadewerk Gods in de harten van arme Zondaren verheerlijkt, waarom ik dan ook tot de slotsom kom, dat zgn boeken te veroordelen zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1947

Daniel | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 augustus 1947

Daniel | 8 Pagina's