Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afschuiven maar...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afschuiven maar...

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />

Te hard rijden kost te veel. Grote borden langs de weg met deze tekst moeten automobilisten tot een wat rustiger — en vooral veiliger- rijgedrag manen. In Limburg zag ik onlangs zeer forse borden met daarop de volgende mededeling: " Op deze weg vielen al veertien doden. Wilt u de volgende zijn?'' Een harde manier om verkeersdeelnemers op te voeden. Is het dan echt nodig om redelijk denkende mensen op zo' n manier te benaderen? Kennelijk wel. De algemene gedachte is: verkeersongelukken door eigen schuld overkomen altijd anderen. Ik kijk wel uit.

1850 doden
Bij de watersnoodramp in 1953 verloren 1850 mensen het leven. Al vrij snel werd het Deltaplan gepresenteerd. Dat miljarden kostende waterbouwproject moest ons voor herhaling van een dergelijke ramp behoeden. Elk jaar vallen er door verkeersongelukken in ons land bijna net zo veel slachtoffers als bij de watersnood. Toch wordt er maar relatief weinig aandacht aan geschonken. Iedereen was het er in de jaren vijftig over eens dat de overheid moest zorgen voor betere bescherming van de bevolking tegen het water. Terecht. Want wat zou een particulier uit kunnen richten op dit gebied? En eigenlijk vinden we dat dat op het gebied van de verkeersveiligheid ook zo moet. De overheid moet er door allerlei maatregelen voor zorgen dat het aantal verkeersslachtoffers afneemt, net zo goed als ze de plicht heeft ons te beschermen tegen het water.

Autogordel
We schuiven onze eigen verantwoordelijkheid graag van ons af. Tenminste, voor zover het maatregelen betreft die ons niet direct persoonlijk treffen. Dat gaat dan zo'n beetje op de volgende manier: ,,Maximum snelheid? Ach, ik ben een goede chauffeur, ik weet mijn wagen onder alle omstandigheden in bedwang te houden. Je moetje snelheid aanpassen." Het komt er eigenlijk op neer dat iedereen die harder rijdt dan deze man een gevaarlijke maniak is; en iedereen die zachter rijdt is een zondagsrijder. ,, Ik een autogordel om? Dat bepaal ik zelf wel. Ik ben toch verantwoordelijk voor mijn eigen gezondheid?"

Ik niet
Over roken, alcoholgebruik en milieuzorg hoor je op verjaardagen en andere sociale ontmoetingsplaatsen (zowel binnen als buiten de gereformeerde gezindte) ook uitgesproken meningen. , ,Of ik wil roken en drinken of niet bepaal ik zelf wel. Daar hoeft de overheid zich wat mij betreft niet mee te bemoeien. Ja, mensen die stomdronken achter het stuur gaan zitten moeten natuurlijk gepakt worden. Maar die paar borreltjes van mij? Ik ben nog net zo helder." ,,Dat milieu, daar krijg je ook wat van tegenwoordig. In plaats van dat ze die grote jongens aanpakken, die de bodem en het water vervuilen en partijen rommel de lucht instoten. Maar nee, die worden gespaard, want daar zit het grote geld achter. En de gewone man mag batterijtjes en verfresten opsparen en met de chemokar meegeven. Wat maakt dat nou uit, die kleine prutsbeetjes? En die paar kilometer die ik met de auto rijd? Zou dat luchtverontreiniging veroorzaken? Ze moeten maar eens naar de Shell gaan en kijken wat daar uit de schoorsteen komt. Kijk, als ik mijn auto laat staan om de files te verkleinen en mijn buurman gaat wel met de wagen, dan kan hij lekker doorrijden omdat ik zo gek was met de trein te gaan. Daar pas ik voor."

Belasting
,,Trouwens, als ze met mijn belastingcenten autootje willen pesten dan zijn ze bij mij aan het verkeerde adres. Neem nou Oort. Vierenveertig cent per kilometer. Daar kun je toch niet voor rijden? Vind je het dan gek dat er belasting ontdoken wordt? Ja, sorry hoor, dan krijg ik toch ook de neiging om bepaalde bijverdiensten niet op te geven, of voor een deel als onkosten aan te merken. Ik betaal al genoeg belasting.'' We laten deze man maar stil verder razen. Hij zou er ongetwijfeld niet over prakkizeren om naar de kas van het belastingkantoor te gaan en daar stiekem een tienfle uit te halen. Maar hij heeft er niet zo veel moeite mee om honderd gulden te weinig inkomsten of te veel onkosten op te geven en zo de belasting vijftig gulden te onthouden. Zoiets noem je nu eenmaal geen diefstal. Dat is sport. En bovendien: ze moeten niet bij hem wezen, ze moeten die grote jongens aanpakken, die bulken van het zwarte geld.

Oude zonde
Afschuiven. Anderen de schuld geven of de verantwoordelijkheid in de schoenen schuiven. We zijn er erg sterk in. Het is een van de oudste zonden. Adam begon er al mee: ,,De vrouw, die Gij bij mij gegeven hebt..." Wij zullen ons hele leven blijven afschuiven, als het kan de schuld aan een ander blijven geven. Totdat het einde daar is. Dan kunnen we niet meer afschuiven. Tenzij we in dit leven Iemand hebben gevonden op Wie we al onze zonden af mogen schuiven. Niet omdat Hij schuldig is, maar omdat Hij de schuld gedragen heeft. En als we Hem niet kennen? Dan geven we daarvan de schuld soms heimelij k ook aan een Ander... Afschuiven. Anderen beschuldigen. Schrijvers van opiniërende stukjes doen dat ook nogal eens. Zoals nu. Toch wil ik me zelf niet buiten schot houden. En als u dat niet gelooft, dan is dat mijn eigen schuld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 november 1990

Terdege | 72 Pagina's

Afschuiven maar...

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 november 1990

Terdege | 72 Pagina's