Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De landvoogdij van Alva.

Margaretha kon tevreden zijn. Alle verzet was gebroken. Zij raadde de koning aan, alleen de aanvoerders te straffen. Ook de paus en Granveile gaven dat advies.

Philips dacht er niet aan, deze adviezen op te volgen. Hij wilde, wegens de smaad zijn kerk aangedaan, een afschrikwekkend voorbeeld stellen. Tegelijk had hij een schone gelegenheid de lastige privilegiën op te ruimen. En dan had hij nog meer plannen. De onafhankelijkheid der steden moest verdwijnen, overal citadellen opgericht worden, natuurlijk met spaans garnizoen. Uiteindelijk wilde hij van de Nederlanden een koninkrijk maken, onder zijn absolute macht.

De man, die al die plannen moest verwezenlijken was de beruchte hertog van Alva.

Margaretha was hevig boos, toen zij in Dec. 1566 bericht kreeg van des hertogen komst en dreigde met ontslag. Wat trok Philips zich daarvan aan? Hij had zijn zuster in 't geheim zelfs laten bespionneren!

Zo werd dan alles voor de wraaktocht in gereedheid gebracht. Alva was wel niet jong meer, bijna 60, maar voor de goede zaak moest men wat over hebben.

Hij kwam als kapitein-generaal, maar met de opdracht, te doen, wat de landvoogdes weigerde of aarzelde te doen. Zij had dus maar te kiezen of te delen.

Dit moet gezegd worden: Alva was een uitstekend soldaat met een schitterende staat van dienst.

Hij mobiliseerde in Italië een keurtroep van 8000 man infanterie en 2000 man ruiterij, onder aanvoerders van naam als d' TJlloa, Romero, Ferdando de Toledo, d' Avila, Mondragon e.a.

In Juni vertrok dit leger en overschreed reeds in Augustus de grens bij Diedenhoven (Thionville), waar Alva namens de Landvoogdes begroet werd. Ook Egmond was daar aanwezig en gaf de generaal een paar prachtige paarden cadeau. Dat Alva ook zijn doodvonnis in de zak had, bevroedde de onnozele man niet.

Met grote statie trok de „ijzeren hertog" Brussel binnen en twijfelde geen ogenblik aan de goede afloop van zgn „vrome" zending.

Toen de Landvoogdes hem in audientie ontving, behandelde zij hem zeer koel. Zij begreep, dat daar haar opvolger in de landvoogdij voor haar stond.

Aanvankelijk deed Alva net, alsof hij tot verzoening geneigd was, doch het was slechts schijn. Het is waar, wat zeker schrijver zegt: „evenals zijn meester huichelde hij zolang vriendschap, tot hij zijn slachtoffer bij de nek had."

Voor Egmond en Hoorne, ook voor Oranjes zoon, Filips Willem, student te Leuven, scheen hij uitermate vriendelijk. Egmond had zelfs een brief van de koning ontvangen, waarin deze hem uitbundige lof toezwaaide. En zoals wij reeds schreven, de doodvonnissen, ondertekend door de koning, had Alva bij zich.

Herhaaldelijk was de verblinde Egmond gewaarschuwd en ook Hoorne liet zich lokken in het net.

Oranje, die van alles óp de hoogte was, had hem gewaarschuwd. Robles had hem ingelicht, dat het spaanse hof een kwaad oog op hem had. Romero waarschuwde hem nog een dag voor zijn gevangenneming. Ja, Alva's zoon Fernando, die het blijkbaar een gemene streek van zijn vader vond, fluisterde de graaf aan de noodlottige maaltijd in het oor, het snelste paard te nemen en ogenblikkelijk te verdwijnen.

't Mocht alles niet baten. Egmond stelde een blind vertrouwen in de koning en Hoorne volgde na. Zij zouden ondervinden, wie Philips en Alva waren.

Ter maaltijd bij Alva genodigd, werden beide edelen, na afloop, gevangen genomen. Zo verging het ook Backerzeel de secretaris van Egmond en Van Straeten, de burgemeester van Antwerpen. Al hun papieren werden in beslag genomen. Zo kan Alva het best er achter komen, wat de oorzaken der woelingen waren. De graven werden spoedig naar het Gravensteen te Gent vervoerd.

Maar de voornaamste persoon hadden zij niet: dat was Oranje. Toen Granvelle het vernam, moet hij spijtig gezegd hebben: Is slimme Willem het ontkomen? Dan is niets gewonnen, maar alles verloren.

Echter wist men wel een nieuw slachtoffer te vinden: Oranjes oudste zoon. Tegen de rechten der hogeschool en ondanks de protesten der professoren liet Alva de jongeling oplichten en naar Spanje voeren, waar hij bleef tot na de dood van Philips (1598.)

De gevangenneming der beide graven en hun overbrenging naar het Steen te Gent was geheel buiten de Landvoogdes omgegaan. En alsof zij er niet was, had Alva een rechtbank ingesteld, om aan de troebelen in de Nederlanden een eind te maken.

Margaretha vond dan ook de tijd gekomen om heen te gaan. Zij beklaagde zich over de smaad, haar aangedaan en waarschuwde voor de a.s. burgerkrijg, terwijl er nu rust was. Zij heeft goed gezien. Van de paus kreeg zij als blijk van waardering de Gouden Roos.

De Raad van Beroerten. Deze was een instelling van Alva en in strijd met de privilegiën.

Hij wilde met de gewone rechtbanken niets te doen hebben; hij moest zelf rechter zijn; althans hij hield de eindbeslissing aan zich. De Raad (door het volk terecht Bloedraad geheten) had tot taak de berechting van misdrijven tegen de religie en het gezag des konings. De eindbeslissing hield hij aan zich, omdat hij de rechters niet kende, maar vooral — omdat „de mannen der wet alleen vonnis uitspreken over bewezen misdrijven, terwijl het staatsbelang veelszins strijdig is met de wetten die men hier niet heeft!"

In de Raad zaten Berlaymont en Noircarmes als vicepresidenten, verder Hessels, del Rio en de Vargas, drie bloedhonden.

Hessels deed tijdens de zittingen altijd een dutje en werd slechts wakker gemaakt om het vonnis te wijzen, dat stereotiep luidde: naar de galg!

Vooral de Vargas was een zware jongen. Er liepen nog twee rechtszaken tegen hem; bovendien had hij een wees beroofd. Waarlijk een illuster gezelschap.

Over gebrek aan werk behoefde de Raad overigens niet te klagen en wij begrijpen zeker zeer goed welk soort mensen berecht werden. In drie maanden tijds was het aantal doodvonnissen 1800. „Aan de palen in de straten, de deurposten der huizen, de hekken der velden, de bomen der tuinen, overal hingen lijken", zegt zeker schrijver.

Ook Oranje werd begin Jan. 1568 gedagvaard. Natuurlijk kwam hij niet. Wel kreeg Alva een gepeperde brief van de volgende inhoud: Alva had het recht niet, hem, vorst in Frankrijk, voor zich te dagen; als lid van het duitse Rijk kon hij alleen voor de keizer terechtstaan ; als ridder van het Gulden Vlies alleen voor Vliesridders; als burger van Brabant alleen voor zijn medeburgers. Oranje erkende deze Raad van Beroerten niet. Egmond en Hoorne werden ter dood veroordeeld. Bergen, in 1567 in Spanje overleden, kreeg in 1570 zijn doodvonnis, teneinde zijn goederen te kunnen verbeurdverklaren.

Montigny's lot kennen we reeds. Ook hij onderging de dood op bevel van de Bloedraad. Toch had Philips nog te voren het aantal zielmissen vastgesteld, dat voor de vermoorde gelezen moest worden!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1951

Daniel | 12 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1951

Daniel | 12 Pagina's