Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GELOVIGE WETENSCHAPPER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GELOVIGE WETENSCHAPPER

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie in God gelooft, is volgens steeds meer atheïsten niet geschikt om wetenschap te bedrijven. Daarom mogen we dankbaar zijn dat er christen-wetenschappers zijn die gedegen weten te beargumenteren dat het christelijk geloof helemaal niet in strijd is met ons verstand. De theoloog-natuurwetenschapper Alister McGrath is zo iemand.

In Londen reden enige tijd bussen rond met atheïstische leuzen. Zelfs in de Verenigde Staten verschijnen billboards langs de weg waarop atheïsme gepromoot wordt, blijkt uit een artikel in het RD van 7 september 2013. En dat is dan in een land dat toch nog altijd een populatie kent die overwegend kerkelijk is. Hierbij vallen harde woorden jegens het christelijk geloof. Wie gelooft in God, is niet goed bij zijn verstand en zeker niet geschikt om te gaan studeren, laat staan om wetenschap te gaan bedrijven. Christen-studenten kunnen daar soms verlegen mee zijn. Wat moet je daar nu op antwoorden? Het bestaan van God is immers niet wetenschappelijk aantoonbaar en dat lijkt het erg kwetsbaar voor de kritiek van de atheïsten te maken. In zo’n tijd mogen we dankbaar zijn voor christen-wetenschappers als Alister McGrath.

RELEVANTIE

Bennie Kooistra noemt McGrath in zijn boekje over hem (Boekencentrum 1999) een ‘theoloog van de relevantie’. Dat is inderdaad een treffende karakterisering, want de rode draad door het theologisch bezig zijn van McGrath is inderdaad het aantonen van de betekenis van het christelijk geloof voor onze tijd. Opmerkelijk is dat McGrath daarbij ook de geschiedenis van het christelijk geloof gebruikt. Vooral de periode van de Reformatie interesseert hem. In 1985 publiceerde hij een boek over Luther en in 1993 een boek over Johannes Calvijn. De leer van de kerk is voor hem evenmin een zaak van het verleden, maar iets wat voor vandaag nog even relevant is als in de tijd van de Reformatie. In 1988 publiceert hij een boek over de leer van de drie-eenheid en in 1998 een boek over de Iustitia Dei, de rechtvaardigheid Gods.

DAWKINS

Ondertussen laat zijn natuurwetenschappelijke verleden hem niet los. Vooral de agressieve manier waarop de Britse evolutiebioloog Richard Dawkins ageert tegen het christelijk geloof, wordt voor hem een uitdaging om argumenten in te brengen tegen de tirades van deze geharnaste atheïst. Dawkins publiceerde zelfs een boek met als titel: The God Delusion (God als misvatting). McGrath reageerde daarop met een tegenboek dat hij als titel meegaf: The Dawkins Delusion?, (De misvatting van Dawkins). Door de jaren heen bleef Dawkins zijn voornaamste tegenstander. McGrath’s geschriften tegen Dawkins zijn het best te begrijpen in het licht van zijn visie op de relatie tussen geloof en wetenschap. In het boek Science and Religion (Natuurwetenschap en Religie, verschenen in 1998) vinden we McGrath’s meest systematische uiteenzetting daarvan. Het is een aantrekkelijk boek om te gebruiken bij colleges Christelijke filosofie, omdat het een hoofdstuk bevat waarin de wetenschapsfilosofie goed wordt uitgelegd.

CONFLICTEN

McGrath laat zien dat er door de eeuwen heen conflicten tussen natuurwetenschappers en theologen geweest zijn. Het eerste voorbeeld dat hij noemt, is de tegenstelling tussen de visie van Copernicus en Galileï en de Rooms- Katholieke Kerk van destijds over het zonnestelsel. De beide natuurwetenschappers meenden dat de zon daarvan het middelpunt vormt en de roomse geestelijken lazen de Bijbel zo dat de aarde in het middelpunt stond. Die controverse bleek vrij snel oplosbaar. We zeggen immers ook nu nog dat de zon opgaat en ondergaat zonder dat we daarmee de overtuiging uitdrukken dat de aarde in het middelpunt van het zonnestelsel staat. Als we aannemen dat de Bijbel op dit punt net als wij het gewone spraakgebruik hanteert en geen wetenschappelijk, dan zijn natuurwetenschap en geloof goed verenigbaar. Tot meer problemen leidt het deïsme, dat voortkwam uit de mechanica van Newton. Die suggereerde dat alles door blinde natuurkrachten geregeerd wordt zonder dat God daaraan te pas komt. Er blijft dan voor God alleen een plaats over als Degene Die alles gemaakt en in gang gezet heeft. Die laatste plaats wordt Hem ten slotte ontnomen door de evolutietheorie van Darwin, waarin ook het begin van het leven een kwestie is van natuurlijke processen zonder ingrijpen van God.

SPANNING OPLOSBAAR

Zo laat McGrath de intensivering van de spanning tussen geloof en natuurwetenschap zien. Maar vervolgens beargumenteert hij dat die spanning oplosbaar is wanneer we beter begrijpen wat wetenschap en wat geloof is. Enerzijds zijn ze heel verschillend omdat ze verschillende criteria hanteren voor wat als kennis aanvaard kan worden. Tegelijk ziet McGrath allerlei overeenkomsten, bijvoorbeeld omdat ze beide gebruik maken van analogieën. Zo gebruikt de Bijbel de analogie tussen God en een aardse vader om ons te helpen iets van God te begrijpen. Evenzo gebruikt de natuurwetenschap de analogie tussen het zonnestelsel en een atoom om ons iets te laten begrijpen van dat kleine bouwsteentje van de materie. Zo krijgen we in het boek Science and Religion zowel McGrath’s theologische als zijn natuurwetenschappelijke expertise te zien. Juist door die combinatie is hij in staat om over de relatie tussen geloof en wetenschap met gezag te schrijven. Misschien is dit wel de belangrijkste bijdrage van McGrath, meer nog dan zijn kerkhistorische dogmatische werken.

DUURZAAMHEID

In het boek The Reenchantment of Nature (De herbetovering van de natuur, verschenen in 2002) begeeft McGrath zich op een terrein dat op dit moment maatschappelijk uitermate relevant is, namelijk dat van de duurzaamheid. McGrath toont in dit boek aan dat het verwijt aan christenen dat zij milieuonvriendelijk gedrag voorstaan omdat de Bijbel zegt dat de mens over de schepping moet heersen, volledig onjuist is. Het is juist het Verlichtingsdenken dat de natuur ‘onttoverd’ heeft in die zin dat het een mechanisch beeld van de natuur ontwikkelde, waar alle respect voor de natuur als schepping van God verdwenen was. De weg terug is volgens McGrath die van het weer gelovig aanvaarden van de natuur als iets wat veel meer is dan een machine en iets van Gods heerlijkheid weerspiegelt. Zo krijgt McGrath’s theologie een actualiteit die men wellicht van een theoloog die zoveel publiceerde over kerkgeschiedenis en dogmatiek niet zou verwachten. Het illustreert opnieuw de brede belangstelling van deze auteur.

PROTESTANTISME

Over het algemeen heeft McGrath binnen de kerken weinig aanleiding tot controverse gegeven. Eén keer heeft hij zich op zo’n manier uitgelaten over de toekomst van het protestantisme dat daarover nogal wat discussie ontstond. McGrath had namelijk in een artikel in het Nederlandse blad Beweging van de Stichting Reformatorische Wijsbegeerte beweerd dat het protestantisme het zou gaan afleggen tegen de Rooms- Katholieke en de Oosters-Orthodoxe kerken en de evangelische beweging. De basis voor die gedachte had hij in 2000 gelegd in zijn boek The Future of Christianity (De toekomst van het christendom). De neergang van het protestantisme zou volgens hem het gevolg zijn van de nadruk op het verstand, dat juist in die traditie speelde. McGrath ziet die nadruk vooral in de orthodoxie die – vanuit het geloof als primair het voor waar houden van de Bijbel – allerlei leerstellingen wil bewijzen. Ongewild is het protestantisme daardoor volgens hem een gemakkelijke prooi van het Verlichtingsdenken. Dat steunt eveneens sterk op het verstand, maar levert gaandeweg steeds meer ‘bewijzen’ vanuit de wetenschap voor het ongelijk van de Bijbel. Wie eenmaal alles op de kaart van het verstand gezet heeft, kan geen weerstand bieden wanneer juist dat verstand zich keert tegen een eenvoudig en gelovig aanvaarden van de Schrift. In een uitvoerig artikel in het blad Kontekstueel van maart 2004 heeft prof. dr. C. Graafland op McGrath’s uitlatingen gereageerd. Graafland viel McGrath bij voor zover het de rationalistische inslag van het neocalvinistische denken van Abraham Kuyper en zijn volgelingen betrof. Een voorbeeld van iemand in die lijn, die juist door zijn rationalistische inslag zijn geloof verloor, is de bekende gereformeerde theoloog H.M. Kuitert.

VERDEELDHEID

McGrath zag als andere belangrijke oorzaak van de waarschijnlijk toekomstige teloorgang van het protestantisme de enorme verdeeldheid daarbinnen. De veelheid aan kerkgenootschappen binnen de gereformeerde gezindte alleen al valt tegenwoordig aan buitenstaanders niet meer uit te leggen. Ook hierin zag Graafland een kern van waarheid. Ondertussen zag Graafland in de voorspelling van McGrath ook een uitdaging aan de Gereformeerde Bond om in deze tijd te laten zien dat de gereformeerde belijdenis geen droge, intellectualistische aangelegenheid is, maar alleszins een zaak die het hart wil raken. Hoewel er van het verwijt van intellectualisme in de protestantse traditie zeker vanuit de Reformatie, en zeker ook vanuit het Puritanisme, het Piëtisme en de Nadere Reformatie het nodige af te dingen valt, is de bewogen oproep van prof. Graafland als reactie op McGrath in feite nog altijd actueel.

C.S. LEWIS

Recent is de Nederlandse vertaling van McGrath’s boek over de bekende auteur C.S. Lewis verschenen. Het is niet zo verbazingwekkend dat McGrath voor Lewis een bijzondere belangstelling heeft. Hij zal zich ongetwijfeld herkennen in deze medechristen, omdat ze beiden de overgang van het atheïsme naar het christelijk geloof maakten via een wat wankele tussenpositie (Lewis als religieus mens die nog niet voor het christelijk geloof koos en McGrath als liberaal christen). Beiden hebben zich voor een groot deel van hun werken bewogen op het terrein van de apologetiek, het met argumenten verdedigen van het christelijk geloof tegen de aantijgingen van het ongeloof als gaat geloof tegen het verstand in. Beiden hebben daarmee grote bekendheid gekregen

ACTUEEL

Met dankbaarheid kunnen we gebruikmaken van McGrath’s inzichten in de relatie tussen geloof en wetenschap en daarmee onszelf wapenen tegen de beweringen van atheïsten als Richard Dawkins, wiens boeken ook in Nederland tot de bestsellers behoren. Zijn pessimisme ten aanzien van de toekomst van het protestantisme kunnen we het best beschouwen als een uitdaging om te laten zien dat ook van het gereformeerde belijden de actualiteit steeds opnieuw aan te tonen is. Dat zal een ‘theoloog van de relevantie’ toch zeker moeten aanspreken.

Dr. M.J. de Vries is bijzonder hoogleraar christelijke filosofie in Delft en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.


BELANGRIJKSTE TITELS

Iustitia Dei

Christian Theology

The Christian Theology Reader

Christianity: an Introduction

Science and Religion

A Scientific Theology

The Reenchantment of Nature

The Dawkins Delusion

Christianitys Dangerous Ideas

The Open Secret

C.S. Lewis: a Life.

NEDERLANDSE VERTALINGEN

Ik geloof

Toekomst van het christendom

2000 jaar christendom

Geloof en natuurwetenschap

Christelijke spiritualiteit

Handboek christelijk geloof

Dawkins als misvatting

Christelijke theologie

Een open geheim

Handboek apologetiek

C.S. Lewis.


WIE IS MCGRATH?

Alister Edgar McGrath wordt geboren in Belfast, in 1953. Na zijn studie in de scheikunde in Oxford verkrijgt hij in 1977 de doctorsgraad in de moleculaire biofysica. Hoewel christelijk opgevoed laat hij in zijn jeugd het christelijk geloof varen en wordt marxist. Tijdens de studie begint hij te twijfelen aan de houdbaarheid van die ideologie en vooral onder invloed van de theoloog Michael Green keert hij terug tot de kerk. Hij begint aan de theologische studie, maar die was in Oxford verre van orthodox en McGrath’s denken werd daarom sterk liberaal. Het evangelicale denken werd in Oxford immers als ‘onwetenschappelijk’ afgedaan en aanvankelijk geloofde McGrath dat. Pas later ontdekt hij dat hem steeds een karikatuur van dat denken is voorgehouden en dat de realiteit ervan veel gedegener onderbouwd is. In 1980 wordt hij als predikant bevestigd in de Anglicaanse Kerk in Nottingham. Maar de belangstelling voor het wetenschappelijk bezig zijn houdt hem in de greep en in 1983 krijgt hij zijn eerste universitaire benoeming als universitair docent in de dogmatiek en ethiek aan de universiteit van Oxford. Dan begint een loopbaan, die zowel door breedte als diepgang gekenmerkt wordt, en hem grote bekendheid zal bezorgen. Momenteel is hij hoogleraar aan King’s College in Londen. Per 1 april maakt hij de overstap naar de universiteit van Oxford.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

GELOVIGE WETENSCHAPPER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 2014

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's