Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Karl Barth, God is God. Voordrachten 1930–1936, Kok Kampen 2004, 134 blz., € 12,50

De Amsterdamse emeritushoogleraar dogmatiek N.T. Bakker heeft hier een zestal voordrachten van de Zwitserse theoloog Karl Barth uit de jaren 1930–1936 vertaald en gebundeld. Het zijn de jaren waarin Hitler zijn verkiezingstriomfen behaalde en de macht greep. De laatste voordracht die van Barth is opgenomen, heeft hij al niet meer in Duitsland kunnen houden, omdat hij zijn positie als hoogleraar in Bonn noodgedwongen moest opgeven.

Eén van de belangrijkste teksten in deze bundel is: Het eerste gebod als theologisch axioma. Het is de eerste lezing, die Barth na de machtsovernamen door de nationaal-socia-listen houdt, in maart 1933. Hoewel hij deze voordracht in Kopenhagen houdt, is voor de goede verstaander helder dat hij lijnen uitzet voor de kerkstrijd die onvermijdelijk komt. Zijn kernpunt is, dat de menselijkheid alleen gewaarborgd is waar het eerste gebod gehoorzaamd wordt, in de theologie, maar dan ook in de samenleving.

Helaas is de vertaling houterig. De openingszin van de eerste tekst doet al het ergste vermoeden. De aangebrachte noten roepen hier en daar ook vragen op. Op blz. 18 kan Barth toch niet de nationaal-socialisten bedoelen?! Hij spreekt over de Eerste Wereldoorlog. Slordig is ook, dat op blz. 61 in noot 10 de indruk gewekt wordt als zouden E. Hirsch († 1972) en P. Althaus († 1966) nog in leven zijn.

Dr. Bert Loonstra, Hij heeft een vriend. Homorelaties in de christelijke gemeente, Boekencentrum Zoetermeer 2005, 95 blz., € 11,90

Wanneer iemand in een pastoraal gesprek aangeeft dat hij/zij homoseksueel is, welke weg moet de gemeente van Christus dan wijzen? Vanuit deze herkenbare pastorale vraagstelling is dit boekje geschreven. In kort bestek behandelt dr. Loonstra de betreffende bijbelteksten. Hij geeft daarbij ruime aandacht aan het verband waarin deze teksten voorkomen. Dat is niet zonder opzet, want aan het slot van hoofdstuk 2 wordt de gedachte geopperd dat de context waarin de bijbel over homoseksualiteit spreekt zo zeer afwijkt van de nood van homofielen in de gemeente, dat de betreffende teksten op hen niet zonder meer van toepassing kunnen worden verklaard (p. 17/18). In de volgende hoofdstukken wordt een poging ondernomen deze gedachte theologisch en ethisch verder te onderbouwen. Daarbij spelen de woorden van Paulus uit 1 Kor. 6:12 en 1 Kor. 10:23 “Alles is (mij) geoorloofd” een belangrijke rol. Beknopt wordt aan de hand van biologische en psychologische informatie een schets gegeven van homorelaties in de praktijk. De conclusie daaruit is, dat homorelaties in meer opzichten overeenkomen met heterorelaties dan dat zij daarvan verschillen en dat homoseksuelen in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, wel degelijk een duurzame en exclusieve relatie kunnen onderhouden (p. 61). Loonstra meent dat er bijbelse ruimte is voor homoseksuele relaties als een gegeven waarmee mensen met die gerichtheid een begaanbare weg dienen te zoeken binnen de grenzen die het evangelie stelt (p. 75). Voor Loonstra houdt dat laatste o.m. in dat er geen kerkelijke bevestiging van een homorelatie mogelijk is maar dat zo’n relatie aan de andere kant in principe geen bezwaar vormt om te dienen in een kerkelijk ambt.

Al voor dit boek in druk verscheen, werd ik in de gelegenheid gesteld er met de auteur over in discussie te gaan. De vragen van toen zijn voor een deel gebleven. Worden de uitspraken van de bijbel over homoseksualiteit niet erg snel exclusief getrokken in de sfeer van decadente heidense praktijken? Wordt er wel recht gedaan aan het gegeven dat Paulus in Rom. 1:26 spreekt over ‘tegennatuurlijke’ omgang terwijl de grote lijn van het betoog gaat over het kennen van God uit de natuur (zie Rom 1:19–21)? Tenslotte blijft voor mij de moeilijke vraag overeind hoe wij tegen homoseksualiteit aan moeten kijken. Loonstra erkent dat genetische, ontwikkelingspsychologische en persoonlijkheidsgebonden factoren een rol kunnen spelen, maar stelt dat de homogevoelens te diep in iemand verankerd zijn om nog veranderd te kunnen worden (p. 64 e.V.). Deze hypothese zou ik eerst eens deugdelijk onderbouwd willen zien, alvorens er harde conclusies aan te verbinden. Verder vraag ik mij af hoe dr. Loonstra iemands ontwikkeling tot homoseksueel gedrag (ethisch) beoordeelt.

Ds. C. Harinck, Troost in ziekte en sterven. Pastorale overdenkingen over Johannes 11. Uitg. Den Hertog Houten 2005, 148 blz., € 15,90.

Ziekte en sterven zijn niet uit het leven van de mens weg te denken. Het komt onherroepelijk een keer op je pad, is het niet in je eigen persoonlijk leven, dan toch in de omgeving waar je mee verbonden bent. Ds. Harinck schrijft wat dat betreft niet alleen als pastor, maar ook als iemand die in het persoonlijk leven in dit opzicht veel heeft meegemaakt. Hij constateert dat de moderne mens geen raad meer weet met ziekte en sterven, en daar heeft hij ongetwijfeld een punt. Voor zijn overdenkingen neemt hij het startpunt in Joh. 11, waar de geschiedenis van de opwekking van Lazarus beschreven wordt. Zo komt het tot hoofdstukken over ziekte in een christelijk gezin, geloofsbeproeving, de dood van een christen, Jezus de medelijdende hogepriester enz. Het boek sluit met overwegingen over euthanasia of wei-sterven, nl. een overdenking vanuit het woord: ‘Zalig zijn de doden, die in de Heere sterven’. Dat is pas echt een goede dood! Zo geeft het boek goede pastorale leiding, en dringt het ons om na te denken over de vraag: hoe verschijn ik rechtvaardig voor God?

Drs. M. van Campen en dr. G.C. den Hertog (red.), Israël, volk, land en staat. Terugblik en perspectief. Uitg. Boekencentrum Zoetermeer 2005, 247 blz., € 16,90.

Sinds enkele jaren is er een samenwerkingsverband tussen deputaten voor Kerk en Israël van de Chr. Geref. Kerken, De Geref. Zendingsbond in de (voorheen) Ned. Herv. Kerk en de Christelijke Hogeschool Ede; het samenwerkingsverband draagt de naam ‘Centrum voor Israëlstudies’ (CIS) en heeft haar domicilie in de hogeschool te Ede. Eén van de vruchten ervan zal in onze kerken ongetwijfeld bekend zijn: het werk van de huidige Israëlconsulent drs. C.J. Rodenburg. Zo zijn Nederlandse kerken van gereformeerde signatuur present in dat land met die oude beloften, dat land dat als eerste het Woord van God ontvangen heeft, eeuwen geleden.

Daarmee zijn we dan meteen bij het nu voorliggende boek: het is de uitkomst van een bezinning binnen het CIS, waarbij als uitgangspunt diende het document dat in 1970 door de generale synode van de Ned. Herv. Kerk werd vastgesteld en als handreiking werd uitgegeven, dat naast bijval ook veel kritiek oogstte en dat nu als hoofdtitel voor dit boek dient. Achtergronden en ontstaan van die handreiking worden voor het voetlicht geplaatst, en ook de volledige tekst is te lezen. Vervolgens komt de vraag: hoe is het nadien verder gegaan? Het boek scherpt het nadenken over het oude volk van God op. Al lezende zie je hoe sommige vragen nóg niet te boven zijn gekomen (bijvoorbeeld de duidelijke afwijzing van de gedachte dat de kerk in de plaats van Israël zou zijn gekomen — je komt het nóg tegen). Je ziet ook hoe andere vragen, die er eertijds al wel waren, maar minder prominent aandacht vroegen, nu schreeuwen om een antwoord: het vraagstuk van het Palestijnse volk. Kortom: voer voor bezinningsgroepen! Het CIS heeft ons een goede dienst bewezen, om het gesprek gaande te houden. De zaak is het waard.

Roel Timmerman, Wat huiselijk geweld met je doet. Uitg Boekencentrum Zoetermeer 2005, 135 blz., € 13,50.

Bovenstaand boek is alweer het vijfde deel in de serie ‘Wat… met je doet’. Er worden verdrietige onderwerpen in aangesneden, die niettemin niet ontweken kunnen en mogen worden, ook niet in de christelijke gemeente. Huiselijk geweld: elk jaar zijn (om maar iets te noemen) 50.000 kinderen en 100.000 vrouwen er slachtoffer van. Het gebeurt in de afgesloten ruimte van het eigen huis; de omgeving ruikt onraad, maar heeft te weinig handvatten om er iets aan te doen… Het gebeurt tevens op allerlei niveaus: ouders tegen kinderen, maar ook omgekeerd, mannen tegen vrouwen, mannen tegen hun hele gezin enz. De vijf diepte-interviews waarmee het boek begint, doen ‘een boekje open’. Daarna wordt inzicht gegeven in de achtergronden van het probleem (echt inzichtgevend en verdiepend!), in de bijbelse lijnen inzake geweld (en die zijn helder) en in de vraag wat de omgeving kan doen. En de omgeving… misschien bent ú dat wel als pastoraal medewerker of als ambtsdrager.

Maria Stoorvogel en drs. Anne Westerduin-de Jong, Mijn ouders zijn gescheiden.. Uitg.Kok Kampen 2003, 96 blz., € 9,90.

De auteurs schreven eerder een boekje over echtscheiding. In dit nieuwe boekje is er apart aandacht voor de kinderen die met de echtscheiding van hun ouders te maken krijgen. En dat is bepaald niet overbodig: zij zijn immers altijd slachtoffer? De auteurs deden ‘veldonderzoek’ in de gereformeerde gezindte en kregen zodoende inzicht in de gevoelens en vragen van de doelgroep. Daaruit ontstond de inhoud van het boek. Zo komen aan de orde: wat aan een scheiding voorafgaat, de scheiding zelf, het speciale van deze gebeurtenis in een christelijk gezin, de omgang met beide ouders in de nieuwe situatie, het verwerken van een nieuwe relatie van één van hen na verloop van tijd enz. De stijl is toegesneden op de doelgroep. Ik heb de indruk dat de auteurs een rake slag hebben geslagen bij een — helaas! — noodzakelijk onderwerp.

Ds. Adrian Verbree, Ezechiël. Bijbelstudie. Uitg. De Vuurbaak Barneveld 2004, 152 blz., € 9,75.

Er zijn van die bijbelboeken die niet echt gemakkelijk opengaan. Ze zijn omvangrijk, qua stijl niet gemakkelijk toegankelijk enz. Daar is het boek Ezechiël een voorbeeld van. Ds. Verbree (theoloog en bekend publicist) behandelt het boek in grote lijnen, volgens het stramien dat in deze serie meestal gevolgd wordt. Hij is erin geslaagd een ‘leeswijzer’ te verschaffen, waardoor de boodschap van het boek echt naar voren komt. Daarin wordt een aantal hoofdstukken die qua thematiek bij elkaar horen, ook in één keer behandeld, en wordt een aantal andere in grote ‘brokken’ bij elkaar gepakt. Natuurlijk is een dergelijke aanpak discutabel en zal een ander weer andere keuzen maken, maar zo komen we in ieder geval het boek in een bepaalde periode ‘door’; en gezien het feit dat er gemikt wordt op bijbelstudiegroepen, is dat wel van belang.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's