Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoelang ploegt (zwoegt!) de boer voort?

In „Ambtelijk Contact", het maandblad ten dienste van ouderlingen en diakenen van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, gaat ds. A. Wagenaar in op de pastorale zorg aan agrarische gemeenteleden in een tijd van economische recessie. De boeren hebben het immers zwaar en de kerk moet ook daarvoor oog en hart hebben.

„Wie de laatste tijd het nieuws enigszins bijhoudt, heeft allang begrepen dat het in verschillende agrarische sectoren niet zo goed gaat. Er is soms een dreiging, dat een bedrijf niet langer kan bestaan. En het betekent voor veel boeren onzekerheid voor de toekomst.

De vraag komt op: „Wat is er nu mis op het platteland? ”

We willen proberen de problemen die zich voordoen, kort te schetsen. Daarna willen we proberen de pastorale kant van de zaak te benaderen. We kijken dan eerst naar bedrijven die langdurig onder financiële druk verkeren, en vervolgens naar bedrijven waar de beslissing genomen moe(s)t worden om te stoppen. Uiteraard moet u hier geen volledigheid verwachten. Dat kan ook niet gevraagd worden van iemand, die (hoewel groot geworden op de boerderij) verschillende agrarische sectoren niet van binnenuit kent.

Aard van de problematiek

Het gaat momenteel slecht in de varkensbranche, de glasbouw, de groente-en fruitteelt en de akkerbouw (vooral de graanteelt).

Het grote probleem vormen vooral de overschot-ten. Daardoor liggen de prijzen van veel produkten, laag. Verschillende produkten zijn gequoteerd. Levert een agrariër boven dat quotum, dan krijgt hij voor het overtollige bijna geen cent.

Door de lage prijzen daalt het inkomen van boeren tot een dieptepunt. Even een paar cijfers die ik ontleende aan een artikel in De Boerderij:

„Door de lage varkensprijzen en de vrije val in de biggenprijzen (30 procent lager) zullen de inkomens in de zeugenhouderij sterk negatief zijn. Het gemiddelde varkensbedrijf komt op een gezinsinkomen van min / 4.000, — per jaar; zeugenbedrij ven zitten tussen min ƒ 35.000, — en min ƒ 40.000, —. Gevolg: een forse intering op eigen vermogen en daarom acute betalingsmoeilijkheden! De akkerbouw doet het iets beter, maar als je praat over een gemiddeld gezinsinkomen van / 26.000, — per ondernemer, dan is dat veel te laag om er een voldoende gezinsinkomen uit te halen. Gevolg: de kredietruimte bij leveranciers wordt groter, een ondernemer moet soms een extra lening afsluiten of aflossingen op de lange baan schuiven.”

Op deze lage prijzen is tevens van invloed, dat zeer recent op EEG-niveau een begin gemaakt is met de afbouw van landbouwbeschermende maatregelen, de subsidies. Ook het Gatt-akkoord, dat een vrijere wereldhandel in o.a. landbouwprodukten beoogt, zal nadelen hebben voor de agrarische sector.

Een probleem vormt eveneens de regelgeving van de overheid in verband met het milieu, die boeren tot hoge investeringen noopt.

Uiteraard voelen de boeren zich verantwoordelijk voor het miheu. Ze doen hun uiterste best om de hoeveelheid mest terug te dringen en het gebruik van schadelijke stoffen in de landbouw te beperken. Maar er zit zo'n peperduur kostenplaatje aan. De boer zwoegt (letterlijk) om aan de milieu-eisen tegemoet te komen.

Naast regelgeving en lage prijzen komt het probleem van hoge investeringen. Er zijn boeren die een aantal jaren geleden geweldig geïnvesteerd hebben en een zware hypotheek hebben opgenomen. Het hoeft geen betoog, dat men zwaar in de schuld zit, wanneer het inkomen zo laag ligt.

Voor sommige boeren is er een tijdelijke crisis ontstaan door de huidige lage prijzen. Als de prijzen wat omhoog gaan, redt men het wel. Voor anderen kan er een jarenlang durende moeilijke financiële situatie zijn ontstaan met spanningen en stressverschijnselen.

Bovendien moet niet vergeten worden, dat er op korte termijn niet zoveel perspectief is op een economische opleving.

De prognose is immers dat in een bestek van vijftien jaar het aantal agrarische bedrijven gehalveerd zal zijn. Bij de acties op de Zeelandbrug twee jaar geleden riep een boer uit: „We hebben hier altijd tegen de natuur op moeten tornen. En dat is ons redelijk gelukt. Nu moeten we optornen tegen de politiek, die een veel grilliger macht vormt". Dat was heel raak gezegd.

Het is misschien een wat somber beeld, dat ik geschetst heb. Laat niemand er uit afleiden, dat elke boer het nu per definitie slecht heeft. In de melkveehouderij gaat het gelukkig aardig goed. En er zijn gelukkig ook heel wat boeren die ondanks de moeite een redelijk bestaan hebben. Ik wil me in dit artikel vooral richten op de situatie van boeren die onder zware financiële druk zitten.

De zwoegende boer

Hoe voelt dat, als je bedrijf slecht draait en je maandelijks (b.v. als varkensfokker) inteert? Voor een boer ligt dat uiterst gevoelig. En de reacties zijn dan ook verschillend. Er zijn boeren die het voor een ander niet willen weten. Ze verdringen het probleem. Boeren worden ook kwetsbaar in deze situatie, vooral als collega-boeren het wel vrij goed redden. Door bepaalde reacties uit de omgeving gaat men soms twijfelen aan eigen competentie als ondernemer. Er ontstaat faalangst. Men gaat zichzelf soms beschuldigen: , , Zo van: had ik die investering toen maar niet gedaan, of: was ik maar tijdig overgeschakeld op een ander gewas etc.”

Men kan zich daardoor ook wat gaan isoleren. De ontmoeting met anderen, met collega-boeren worden gemeden. Want ja, als die pijnlijke vraag op tafel komt , , Hoe gaat het op jouw bedrijf", dan kun je beter thuisblijven. Want je wilt je liever niet kwetsbaar opstellen.

Wat kan in zo'n situatie de kerk, de predikant of de diakonie doen? Als je weet, dat het in een bepaalde sector slecht gaat, denk dan als predikant aan de voorbede. Het is zo fijn als een agrariër voelt: , , Ook mijn probleem wordt voor de troon der genade gebracht". Ook in de prediking kan bemoediging geboden worden aan ieder, die het zwaar heeft.

Bij het huisbezoek mag de vraag niet ontbreken: , , Hoe gaat het met uw bedrijf in deze tijd van economische teruggang? " Wie dat belangstellend vraagt en vervolgens goed kan luisteren, zal dikwijls de bal aan het rollen krijgen.

Toch is hier de nodige voorzichtigheid geboden. Een agrariër legt niet zo gemakkelijk (trouwens wie wel? ) zijn financieel zwakke positie op tafel. Hij moet ook weten dat het verhaal dat hij in zijn kwetsbare positie verteld, veilig is bij die ander. Want hij wil niet met zijn bedrijf , , de straat over”.

Ga daarom als ambtsdrager behoedzaam met verkregen informatie om. En blijft iemand op een eilandje van zwijgzaamheid zitten, trek het er niet uit. Maar kom een keer terug. Wellicht, dat iemand dan wel wil praten, omdat hij voelt: , , Tegen die of die kan ik het wel zeggen". Als de agrariër zijn gevoelens maar kan uitspreken. Als de boerin desnoods maar even kan uithuilen.

En als er in het pastorale gesprek diepinsnijdende vragen gesteld worden dan mag de ambtsdrager daarop ingaan.

Misschien is er schuldgevoel: , , Ben ik dan zo'n slechte boer? " Misschien is er twijfel aan eigenwaarde, nu het bedrijf dreigt onder te gaan en de agrariër zich meegezogen voelt worden in die dreigende ondergang.

De ambtsdrager mag in deze verwarrende situatie proberen schuldgevoelens toch wat te relativeren. Er mag gewezen worden op het feit, dat het niet ligt aan de competentie van de agrariër, maar aan allerlei economische factoren, waaraan men overgeleverd is. En mocht iemand toch bij de bedrijfsvoering fouten hebben gemaakt en verstrikt zijn in schuldgevoelens, dan mag er gewezen worden op de bijbelse notie van vergeving. Bovendien mag de ambtsdrager de agrariër vanuit het Woord een breder blikveld proberen te geven. Zodat hij niet alleen zijn eigen precaire situatie ziet, maar ook Gods troostvolle nabijheid. En hij ziet, dat zijn waarde niet'slechts afhankelijk is van het niet of wel goed functioneren van zijn bedrijf. Als christen mag de agrariër zijn oneindige waarde vinden in Christus. Zelfs bij bedrijfsbeëindiging (ik ga daar straks nog op in), is niet alles verloren. Want een agrariër is meer dan boer, meer dan zijn bedrijf. Zijn hoop reikt verder dan het aardse perspectief voor zijn bedrijf. Juist het pastoraat mag daar voorzichtig en tactvol op wijzen.

De ambtsdrager mag ook wijzen op het belang van sociale contacten, juist als het moeilijk gaat.

Het is immers goed er eens uit te zijn, andere gesprekken te hebben. Om zo eigen situaties toch beter te kunnen relativeren.

Ook de diakonie kan voortreffelijk werk doen. In de Gereformeerde Kerk in Aalten heeft men bijvoorbeeld allen bezocht, die een varkensfokbedrijf hebben. Over het algemeen is deze belangstelling enorm gewaardeerd. In een aantal situaties heeft men financiële steun gegeven om het huishoudgeld rond te krijgen.

Een totaalaanpak om alle boeren van een sector waarin het economisch slecht gaat te bezoeken, werkt het beste. Zo hoeft de entree van een ambtsdrager niet opgevat te worden als een bedreiging: , , Zo van: die man weet zeker van mijn slechte situatie.”

De vraag kan ook gesteld worden of hier niet elke pastor zelf tijd moet gaan vrij maken voor deze adressen. De pastorale agenda is vaak al vol genoeg. Dat besef ik. Maar mag de pastorale/kerkeraadsagenda niet meebepaald worden door economische vragen? Ik ken een kerkeraad die zich heeft laten voorlichten door iemand van de C.B.T.B, om zo de problemen in kaart te krijgen en die vervolgens alle bedrijven in de „economisch zwakke” sector heeft bezocht. Een goed initiatief! We mogen niemand die het financieel moeilijk heeft, in de kou laten staan. In feite rekenen mensen er ook op.

Men ziet dan zondags een herder op de kansel, die in de week langs geweest is en meeleeft, en in de kerkeraadsbank zitten mensen die aandacht hebben getoond. Dan zit je als agrariër anders in de kerk. Dan beluister je in het gebed betrokkenheid en meeleven. Iemand, die heel moeilijk zat en als een berg tegen de dankdagdienst opzag, zei na afloop: , , Wat was het fijn in de kerk, de voorbede, dat warme meeleven van broeders en zusters”.

Wagenaar beëindigt zijn artikel door in te gaan op de situatie dat iemand zijn bedrijf moet beëindigen. Hij verwijst ook naar een boekje over deze materie: , , Crisis op de boerderij" door Carin Giesen, psychologe en boerendochter (uitg. A. W. Bruna - Utrecht).

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's