Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekentroosters

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekentroosters

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een lezeres van De Saambinder heeft in mijn boekje „Toelichting op de D.K.O." gelezen, dat er in de 16e en 17e eeuw ziekentroosters zijn geweest, die hulpdiensten deden voor de predikanten. Zij vroeg mij wat meer mee te delen over deze „ziekentroosters" en hun werk.
Het werk van deze ziekentroosters, die ook wel krankenbezoekers werden genoemd, was geheel van geestelijke aard. De kerkelijke vergaderingen waren niet erg gesteld op deze ziekentroosters. In 1574 werd op de vraag van de classis Voorne en Putten geantwoord: „dat het der dienaren ambt is, de kranken te bezoeken en het gevaarlijk is, zekere personen, daarvoor te ordineren. Indien de diïnaren het werk niet afkunnen, hebben zij de hulp van de ouderlingen en diakenen in te roepen". Op de latere synoden in.de 16e eeuw is van krankenbezoekers in positieve zin dan ook niet gesproken.
Toch heeft dit niet kunnen beletten, dat er later in grote plaatsen als Amsterdam, Breda enz. krankenbezoekers aangesteld werden dje een vast honorarium ontvingen. Hun werk bestond in de geestelijke zorg voor hen die in ziekenhuizen verkeerden of in gevangenissen vertoefden. Tevens ook in het bezoeken der gemeenteleden thuis.
In de kerken aan de zee gelegen werden ook krankenbezoekers aangesteld. Zij deden dienst bij het uitzeilen der schepen en waren ook werkzaam op de schepen.
Voetius geeft op de vraag of de dienst der ziekenbezoekers geoorloofd is, dit antwoord: „Ja, omdat in grote steden, zelfs in minder grote kerken, de predikers zulke helpers nodig hebben omdat zij zelf door hun vele arbeid, of wanneer zij door ziekte of uitstedigheid verhinderd zijn, niet altoos bij gevaarlijke zieken en lijdenden kunnen komen. Ook op de schepen zijn mannen nodig, die de zieken of stervenden uit Gods Woord onderrichten en troosten, en die bij de dagelijkse godsdienst of op de zondag een preek uit een boek kunnen voorlezen. Het bezwaar dat in de Heilige Schrift zulke mannen niet genoemd worden, geldt niet, want al wat nodig is tot de verzorging der kerk en de opbouw der gelovigen, behoort tot de bevoegdheid van de kerk. Al is dit ook het werk der dienaren, hieruit volgt niet, dat dit werk door hen alleen moet worden gedaan. Ja, zelfs is het de roeping der gelovigen (1 Thess. 5 : 11 , 14; Rom. 15 : 14) naar hun krachten met de dienaren mee te werken. Het is wel waar, dat naast de dienaren ook de ouderlingen en diakenen geroepen zijn, de zieken te bezoeken, maar wijl zij hun werk gratis doen, mag men hun niet te grote last opleggen."
Bouman schrijft in zijn „Gereformeerd Kerkrecht" (deel 1, blz. 361) „dat deze voorstelling van Voetius juist is. Het is de roeping van de gewone ambtsdragers ook de zieken te bezoeken. Maar indien door bijzondere omstandigheid de predikanten, ouderlingen en diakenen hun werk niet naar behoren kunnen volbrengen, heeft de kerkeraad het recht, ook afzonderlijke ziekenbezoekers aan te stellen. Hij kan daarvoor leden der gemeente, in sommige gevallen ook de zusters der gemeente vragen, om in het bezoeken der zieken de gemeente te dienen. Maar deze personen bekleden volstrekt geen ambt, doch verrichten onder de leiding van de kerkeraad hulpdiensten."
De kerkeraad van Amsterdam stelde reeds in 1551 afzonderlijke krankenbezoekers aan op schepen die naar Oost-Indië gingen. Maar later kwamen er moeilijkheden. Deze krankenbezoekers fungeerden op de schepen van de Oost-Indische Compagnie als een soort oefenaars voor de geestelijke verzorging van de bemanning en van de soldaten. Maar wegens het gebrek aan predikanten werden deze „sieckentroosters" maar al te gemakkelijk bevorderd voor vast tot vlootpredikanten, en in Indië ook tot predikanten. Op de Provinciale Synoden moesten klachten hierover dan ook menigmaal behandeld worden. Ook de Dordtse Synode 1618-19 bepaalde, mede met het oog op deze ziekentroosters, dat niemand de dienst des Woords mocht betreden, zonder wettelijk daartoe beroepen te zijn en dat zij de belijdenisschriften moesten ondertekenen.
Ook ontstonden er moeilijkheden tussen de kerkeraad van Amsterdam en de Overheid, omdat de Overheid op eigen houtje in Indië krankenbezoekers tot predikant promoveerde.
Van de kerkeraad van Amsterdam mochten de krankenbezoekers op de schepen geen ambtelijke bezigheden verrichten. .Maar in 1599 moesten al 2 krankenbezoekers op de kerkeraad van Amsterdam verschijnen, omdat men gehoord had dat zij gedoopt hadden, en dit bleek ook inderdaad gebeurd te zijn. De beide krankenbezoekers verklaarden echter, dat zij dit hadden gedaan op verzoek van de belanghebbenden en ook op aandringen van de admiraal. De zaak kwam zelfs op de classis Amsterdam. Voor de classis een moeilijk geval. Zij wilden hen eerst tot predikant ordenen, maar de kerkeraad van Amsterdam was hier tegen, hij achtte hen daartoe niet bekwaam. De classis vond er toen het volgende op. Zij schiep een nieuw ambt, dat van „vermaner", en ordende als zodanig beide broeders. Een „vermaner" mocht wel dopen, maar het Avondmaal niet bedienen. Een wonderlijk figuur dus in het gereformeerd kerkelijk leven, en de instelling van deze functie was ook een eigenmachtig optreden van de classis.
Maar de moeilijkheden werden er nog weer groter door, omdat deze „vermaners" zich zelf nu nog meer als een gewone predikant gingen beschouwen, en ook door de bevelhebbers van de schepen als zodanig ook werden beschouwd.
In 1632 werd door de classis Amsterdam aan de ziekentroosters het recht om te dopen weer ontnomen. Een wijs besluit.
Zo leert ook dit stukje kerkgeschiedenis ons weer, dat het het meest wijs en ook het meest nuttig voor het kerkelijk leven is, zich te houden aan de gereformeerde beginselen wat betreft de ambtelijke bediening in de kerk, zoals deze ons naar het Woord van God zijn gegeven, en in de Dordtse Kerkorde 1618-19 nader zijn uitgewerkt en vastgesteld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 1985

De Saambinder | 8 Pagina's

Ziekentroosters

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 maart 1985

De Saambinder | 8 Pagina's