Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geloofsleer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geloofsleer

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE DRIE GODDELIJKE PERSONEN

Dat we boven alles de bijzondere openbaring van de Bijbel nodig hebben, om te weten Wie God is, komt hier duidelijk uit.

Van de eigenschappen van God kunnen we ook wel iets leren uit de natuur en door het geweten. Om ons de Drieëenheid van God bekend te maken, zijn de kenbronnen van natuur en geweten beslist ontoereikend.

De Bijbel leert ons dat God één in Wezen, maar drie in Personen is. Dit maakt ons direkt duidelijk, dat we hier te maken hebben met een mysterie, een geheim, dat ons verstand nooit kan begrijpen, maar we weten het wel, omdat God Zichzelf zo openbaart in Zijn Woord.

Onder Gods Wezen verstaan wij Zijn goddelijke natuur of Godheid; Die hebben alle drie de Personen gemeenschappelijk. Daarin zijn Ze één.

Onder een Persoon verstaan wij een onmededeelbare zelfstandigheid in het goddelijk Wezen. De Personen zijn in het Wezen onderscheiden door hun persoonlijke eigenschappen.

Dus in Hun Wezen komen ze overeen. In Hun Personen zijn ze onderscheiden. De Eén is daardoor niet meer dan de Ander, noch eender dan de Ander. Ze zijn van gelijke goddelijkheid en eeuwigheid.

We omschrijven de personele eigenschappen als volgt:

1. De Vader komt als Eerste voor in de orde van bestaan. Hij bestaat van en door Zichzelf. Hij werkt ook van en door Zichzelf

Het Vaderschap van de eerste Persoon heeft soms ook wel betrekking op de schepping, op het volk Israël, op de uitverkorenen en op Christus. 2. De Zoon komt als Tweede voor in de orde van bestaan. Christus deelt in hetzelfde volmaakte, gelukzalige leven, maar de Vader is het beginsel van dit eeuwige leven in de Zoon. De Zoon wordt door de Vader gegenereerd (d.w.z. Hem wordt hetzelfde leven van eeuwigheid ver­ leend door de Vader), niet voortgebracht (d.w.z. niet geschapen). "Heden heb Ik U gegenereerd" d.w.z. een eeuwig heden; gisteren, vandaag en morgen deelt de Zoon mee in het goddelijk Wezen van de Vader. Dit is zonder begin en zonder einde.

3. De Heilige Geest komt als Derde voor in de orde van bestaan. Hij werkt van de Vader en van de Zoon uit en door Zichzelf.

Als eigen Persoon is Hij een aparte Geest in de goddelijke Drieëenheid. Dat Hij Heilig is, wijst er op, dat Hij afgezonderd is van alle andere geschapen geesten. Bovendien is Hij de Geest der heiligmaking van zondaren en ook daarom Heilige Geest genaamd.

Aan de drie Personen kent onze belijdenis bijzondere werken toe, waarbij de nadruk valt op Eén van Hen, zonder dat de overige Personen uitgesloten worden.

Bij de Vader ligt de nadruk op de schepping en onderhouding. Echter ook de Zoon en de Heilige Geest zijn hier bij betrokken.

Bij de Zoon ligt de nadruk op het verlossingswerk. Maar ook dit ligt verankerd in de verkiezing van de Vader en de toepassing van de Heilige Geest.

Bij de Heilige Geest ligt de nadruk op de vernieuwing. Dit gebeurt op last van de Vader, door de verdienste van de Zoon.

We moeten deze eenheid bij de personele werken nooit uit het oog verliezen.

Bybelse aanwüzingen voor de Drieëenheid

Zowel in het Oude als Nieuwe Testament vinden we veel verwijzingen naar de Drieëenheid.

O.T. - God spreekt herhaaldelijk over Zichzelf in het meervoud, waarmee de Drieëenheid wordt aangegeven.

- In de Psalmen vinden we verschillende keren God en God, Heere en Heere naast elkaar staan. Daar is dan sprake van de Vader en de Zoon als twee verschillende Personen.

- Plaatsen waar de drie Personen duidelijk worden onderscheiden in hun werk of verheerlijking.

N.T. - De geboorteaankondiging van Christus aan Maria wijst naar de drie Personen.

- Ook bij de doop van Christus vinden we die verwijzing.

- Heel uitdrukkelijk maakt Christus Zelf het onderscheid in het zendingsbevel.

- De apostelen Paulus en Johannes spreken van de Drieëenheid van God in hun brieven.

In het N.T. komt de Drieëenheid helderder tot openbaring dan in het O.T.

Zo komt Christus wel in het O.T. voor, maar Hij openbaart Zich daar in een zichtbare gedaante en wordt dan de Engel des Heeren genoemd of in de ceremoniën en profetieën. In het N.T. openbaart Hij Zich in de volle heerlijkheid van Zijn Persoon als de Zoon.

Van de Heilige Geest kennen we in het O.T. wel Zijn werking onder de mensen maar Zijn Persoonsopenbaring komt pas bij het Pinksterfeest, waar de kerk van het N.T. begint.

We noemen de oudtestamentische openbaring Zijn uitgang en de nieuwtestamentische openbaring Zijn zending.

De Bijbel maakt ons nog op een andere manier duidelijk, dat de Zoon en de Heilige Geest één enig God zijn met de Vader. Want ze ontvangen dezelfde namen en eigenschappen als de Vader. Dezelfde werken en eer wordt Hen toegeschreven.

De namen

- De Zoon wordt evenals de Vader vaak aangeduid met de naam HEERE (Jahweh, de God van het verbond).

- De Heilige Geest wordt door Petrus God genoemd.

De eigenschappen

- De Zoon is net als de Vader eeuwig.

- De Heilige Geest is ook eeuwig.

- De Zoon is overaltegenwoordig; Hij is zowel in de hemel, als ook op de aarde om Zijn kerk bij te staan.

- De Heilige Geest is overaltegenwoordig; de mens kan zich nooit voor Gods Geest verbergen.

- De Zoon is onveranderlijk; Hij is ook onafhankelijk.

- De Zoon is alwetend; tijdens Zijn omwandeling op aarde toonde Hij de gedachten van de mensen te kennen.

- De Heilige Geest is alwetend.

- De Zoon is almachtig.

- De Heilige Geest is almachtig en souverein.

De werken

- De goddelijke werken zijn ook de werken van de Zoon. Dat zagen we al bij de schepping als werk van de Vader. Bovenal komt dit uit in Zijn werken van de genade. Hij werkt verlossing als de Verlosser. Hij schenkt vergeving, geeft het eeuwige leven en zal de wereld oordelen. Ook zendt Hij Zijn dienaren door de Heilige Geest.

De Zoon bidt vóór de uitverkorenen.

- De goddelijke werken zijn ook de werken van de Heilige Geest. Eveneens in de schepping. Maar ook hier boven al Zijn werken van de genade. De Heilige Geest werkt de wedergeboorte, de vergeving en de heiligmaking. Zijn werk komt ook uit in de inspiratie van de Bijbel en de zending van Gods knechten.

De Heilige Geest bidt in de uitverkorenen.

De eer

- De Zoon deelt mee in de goddelijke eer met de Vader. Deze eer wordt Hem toegebracht door aanbidding, want alle knie zal zich voor Hem buigen. In het bijzonder ontvangt de Zoon de eer door het geloof in Hem.

- De Heilige Geest ontvangt de eer in de aanbidding en gehoorzaamheid, zoals Hij die ontvangt samen met de Vader en de Zoon. Daarom worden de gelovigen Zijn tempel genoemd, de plaats waarin Hij verheerlijkt moet worden.

Ten aanzien van de Drieëenheid bestaan er vele dwalingen. De meeste dwalingen erkennen niet de goddelijkheid van de Zoon en/of van de Heilige Geest.

Als niet-christelijke wereldgodsdienst kunnen we hier eerst denken aan het mohammedanisme. Dit erkent wel één God, Allah, maar erkent geen onderscheiding in drie Personen.

Jezus wordt door de mohammedanen slechts erkend als een profeet, die ondergeschikt is aan Mohammed. Behalve de goddelijkheid ontkennen ze ook het priesterlijk en koninklijk ambt van Christus. Als Verlosser heeft Hij geen enkele betekenis; het mohammedanisme vraagt alleen onderwijs in de zelfverlossing.

Wanneer in het christendom één van de goddelijke Personen wordt ontkend, hebben we bijna altijd te maken met een sekte, omdat een van de wezenlijke kenmerken van het christelijk geloof wordt ontkend. Uit de geschiedenis van de kerk kunnen de volgende voorbeelden genoemd worden.

- Montanus (2e eeuw) beschouwde zichzelf als de geest.

- Het adoptianisme (3e eeuw) beschouwde de Zoon en de Heilige Geest als "eigenschappen" van de Vader. Jezus wordt alleen God genoemd, omdat de Vader Hem zo heeft geadopteerd.

- Het modalisme (3e eeuw) benadrukte zo de eenheid van God, dat men slechts wilde weten van drie verschillende manieren van Zijn openbaring.

Hierin ligt gelijk een andere dwaling opgesloten, nl. dat de Vader dan ook geleden heeft, omdat Hij dezelfde is als de Zoon. We noemen deze dwa-Hng het patripassianisme.

- Arius (4e eeuw) leerde dat Christus niet God is, maar het voornaamste schepsel van de Vader. Hij is vóór alle dingen geschapen.

- Mede als gevolg hiervan wilde de Oosterse Kerk (in de 7e eeuw) niet toegeven dat de Heilige Geest ook uitgaat van de Zoon en niet alleen van de Vader. Men beschouwde het als een vernedering voor de Heilige Geest.

- De socinianen (16e eeuw) erkenden niet de Persoon van de Heilige Geest. Ze zagen Hem slechts als de "Macht" van God.

- De vrijzinnigen ontkennen tegenwoordig de Drieëenheid. Voor hen is Jezus niet meer als een verheven voorbeeld. Ook hier valt alle nadruk op Zijn profetisch ambt. Hij heeft de weg gewezen, waarlangs de mens zelf Gods Koninkrijk op aarde kan reaHseren. Deze uitwerking ligt dan in het horizontale, politieke en sociale vlak.

- De Jehova's getuigen ontkennen ook dat de Zoon en de Heilige Geest goddelijke Personen zijn. De Zoon is ook voor hen geadopteerd als goddelijke Zoon. De Heilige Geest is slechts de kracht, waardoor God werkt. Alleen de Vader wordt door hen God genoemd. Het is een moderne vorm van de dwaling van Arius.

Stolwijk,

ds. CA. van Dieren.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1992

De Saambinder | 12 Pagina's

De geloofsleer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 augustus 1992

De Saambinder | 12 Pagina's