Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het huisbezoekseizoen begint weer.....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het huisbezoekseizoen begint weer.....

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het "winterseizoen", zoals we dat noemen, gaan elke week de ambtsdragers de gemeenteleden weer langs, op huisbezoek. In sommige gemeenten worden de namen van hen die worden bezocht afgelezen, elders staat een lange rij met namen in de kerkbode en in een derde gemeente wordt door een ambtsdager telefonisch een afspraak gemaakt.

Maar steeds is het doel hetzelfde: er wordt huisbezoek afgelegd in de gezinnen, bij alleenstaanden, bij gezinnen met kinderen en echtparen zonder kinderen. Soms zijn de kinderen klein, soms zijn er de pubers met al hun kritische vragen en opmerkingen. In menig gezin wordt opgezien tegen het huisbezoek, maar waar weinig mensen aan denken is aan het feit dat ambtsdragers niet zelden ook erg tegen huisbezoek opzien! Immers, het zijn niet zo maar gezelligheidsbezoekjes! Huisbezoek is ten diepste zielsbezoek!

Wat zijn ambtsdragers?

Ambtsdragers zijn als mensjes niets in zichzelf, laat ons dat allen vooral duidelijk zijn. Ze zijn echter door Christus aan de gemeente gegeven. Paulus beschrijft aan de gemeente van Efeze het hoge doel van het werk van de ambtsdragers: "Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing des lichaams van Christus" (Ef. 4:12). Dit is een belangrijk bijbels uitgangspunt dat we niet uit het oog moeten verliezen. De ambtsdragers komen in opdracht van Christus Zelf. De ambtsdragers moeten zichzelf dat ook goed bewust zijn. Ze staan in dienst van de grote Meester en ze hebben de gemeente in te gaan om de gemeente te dienen. Ze zijn Zijn dienaren, die Zijn wil hebben door te geven. Dat bepaalt hun positie in de gemeente en dat geeft hun het ambtelijk gezag. Nee, ambtsdragers zijn geen bestuursleden van een vereniging, die als zodanig ter verantwoording kunnen worden geroepen. Ze zijn verantwoording schuldig aan de Heere. "Zijt uwen voorgangers gehoorzaam en zijt hun onderdanig, want zij waken voor uwe zielen; als die rekenschap zullen geven opdat zij dat doen mogen met vreugde en niet al zuchtende, want dat is niet nuttig".

Formulier ter bevestiging

In het bevestigingsformulier voor ouderlingen staat verwoord dat de ambtsdragers er in de eerste plaats op moeten toezien dat elk lid van de gemeente zich in belijdenis en goede wandel gedraagt, waardig het Evangelie. Zij dienen getrouw de leden van de gemeente te bezoeken om hen met het Woord van God te vermanen, te vertroosten en te onderwijzen. Ze wijzen hen die zich in leer en leven dreigen te misgaan, terecht en dragen er naar hun vermogen zorg voor dat de sacramenten niet ontheiligd worden!

Over hen die volharden in hun zonden oefenen zij de christelijke tucht. Vertroosten, vermanen en onderwijzen zijn eigenlijke taken van de ouderling. Juist in het huisbezoek kunnen zij deze taken uitoefenen. Immers, de ambtsdragers komen zo maar, midden in de week, bij de gezinnen thuis, midden in het dagelijks leven met al zijn zorgen, noden en zegeningen. Huisbezoek is ambtelijke zorg, toegespitst op het individuele kerklid of dooplid.

Calvijn

VEin Calvijn is bekend dat hij veel zorg besteedde aan zielszorg. Hij wilde dat die zielszorg getrouw gebeurde in de stad Geneve en stelde daarom wijken in, waarin zijn ouderlingen hun zielszorg moesten uitoefenen. In de tijd van Calvijn werd het huisbezoek nauw verbonden aan de geregelde viering van het Heilig Avondmaal. Wie niet aan het Avondmaal kwam, werd bezocht. Wie enige tijd niet meer kwam aan de Tafel des Heeren werd bezocht en vermaand; wie lange tijd afbleef werd zelfs afgesneden van de gemeente! Er werd voorondersteld dat elk belijdend lid ook aan het Heilig Avondmaal des Heeren zou deelnemen. Natuurlijk niet oppervlakkig! Calvijn waakte over leer en leven van de gemeente! De avondmaalgangers moesten op de juiste manier het Avondmaal vieren. Het huisbezoek boorde dan ook diep; vragen werden aan het hart gelegd op welke gronden men aan het Avondmaal ging, maar ook op welke gronden men afbleef! Calvijn vond dat hoe getrouwer en eerlijker de ouderlingen zich van hun taak zouden kwijten, des te gezonder het geestelijk leven in de gemeente zou zijn.

We weten ook dat Calvijn een grote liefde had voor het Woord van God en daarom preekte hij met grote regelmaat, ook door de week, uit de Schrift. Hij legde graag getrouw de Schrift uit, maakte de toepassing naar het hart. Maar huisbezoek vond hij, zo las ik ergens, "de meest persoonlijke en bijzondere toepassing des Woords". De toepassing in de prediking is in zekere zin nog algemeen, want de predikant kan nooit de persoonlijke zonden en zorgen van iedere hoorder noemen. Tijdens een huisbezoek echter kan heel persoonlijk op ieders staat en toestand worden ingegaan, dan wordt het dus wel heel persoonlijk. "Hoe gaat het nu, vader, op weg naar de eeuwigheid? Zijn er in uw leven, moeder, vruchten op de prediking gevonden door het werk van Gods genade? " Huisbezoek en de prediking hebben dus een heel nauw verband.

Grote verantwoordelijkheid voor ambtsdragers

Ambtsdragers moeten voortdurend nadenken over het grote gewicht van het huisbezoek. De Heere heeft hun een grote verantwoordelijkheid op de schouders gelegd. Straks, wanneer ze voor Gods rechterstoel staan, zullen ze rekenschap moeten afleggen van hun ambtelijk werk. Het bloed van de zielen, zo zegt de profeet Ezechiël ernstig, zal van hun hand worden geëist! Tijdens huisbezoek gaat het om eeuwigheidbelangen en nooit mogen huisbezoeken verworden tot gezelligheidsbezoekjes, koffiepraatjes of iets dergelijks. Het gaat om niets minder dan de vraag: is het wel met u? Is het wel met uw kind(eren)? Ern­ stig zullen de ambtsdragers in de gezinnen moeten vragen naar de eeuwige welstand en met ernst dienen te wijzen op de rechterstoel van Christus, en ook op het feit, dat Hij nu nog van genade weten wil, op grond van recht! De ernst van de brede weg moet worden aangewezen, maar ook het geluk van Gods kinderen, omdat zij een Koning hebben Die nooit tegenvalt. Wee de ambtsdrager die zijn tijd verdoet met zichzelf in het middelpunt te plaatsen om maar zelf aan het woord te zijn, zonder dat Gods Woord ter sprake komt. Laten ambtsdragers die schuld toch niet op zich laden! Laten we smeken of de Heere hartelijke bewogenheid, gunning en liefde geven wil voor elkaar, als medereizigers!

Calvijn vond dat hoe getrouwer en eerlijker de ouderlingen zich van hun taak zouden kwijten, des te gezonder het geestelijk leven in de gemeente zou zijn.

De gezinnen

Uit verschillende onderzoeken onder jongeren is gebleken, dat ze huisbezoek over het algemeen gesproken best nog waarderen. Ten diepste willen ook zij eerlijk, oprecht worden aangesproken en niet zelden geven zij juist de toonhoogte van het huisbezoek aan. luist door hun openheid en spontaniteit ontstaan er soms hele goede gesprekken. Kinderen en jongeren horen echt bij de gemeente en daarom is het goed dat de ambtsdragers bij het maken van de afspraken vragen of de jongeren aanwezig zijn bij het huisbezoek. Laten we echt proberen als hele gezin bij het huisbezoek betrokken te zijn. Het is jammer als er jongeren niet aanwezig zijn, omdat ze elders studeren of een avond weg moeten voor studie of werk. Daarom deze aansporing aan het begin van het huisbezoekseizoen: laten ouders en ambtsdragers er alles aan doen iedereen bij het huisbezoek aanwezig te laten zijn.

Er wordt wel eens gevraagd: moet ons kind van vier, vijfjaar er ook bij zijn? Er zijn ouders die er voor kiezen om de kleinere kinderen er een half uurtje bij te laten zijn. Persoonlijk acht ik dat van groot belang. Zo leren ook de jongere kinderen in gezinsverband te spreken over de allerbelangrijkste dingen van ons leven. Ze leren ook een persoonlijke vraag te krijgen: 'Hoe is het met jou? Wij komen praten over de vraag: heb je al een nieuw hart? Wat is dat eigenlijk: een nieuw hart krijgen? Wat gebeurt er dan? Hoe vind je het in de kerk? Begrijp je wel eens iets van de preek? Waarom is de kerk zo belangrijk? ' Zo kan er op eenvoudige wijze met onze jonge kinderen gesproken worden en menige ambtsdrager zal zich nog een uitspraak, een vraag van een kind herinneren. Zo teer soms, zo heel eenvoudig, zo rechtstreeks: hebt u een nieuw hart dan?

Onze jongeren

Ja, zij horen er ook echt bij; de pubers en de jongens van 18, 20 jaar. Niet altijd hebben zij er zin in: al dat gepraat! Het is bekend dat jongeren in de puberleeftijd het heel erg moeilijk vinden om iets van hun innerlijk weer te geven. Innerlijk op slot gaan ze door het leven en soms lijken ze heel onverschillig! Eerbiedig luisteren? Eerbiedig bidden? Meezingen in de kerk en thuis? Moeilijk! Bekend gegeven is dat zij vaak ervaren dat God zo ver weg is. Bestaat Hij eigenlijk wel? Heeft onze kerk alleen gelijk? Waarom hebben moslims het niet bij het juiste eind? Hoort God echt mijn gebed? Sommige jongeren denken dat, anderen zeggen het rechtstreeks. Op een vraag die ik eens stelde aan een 15jarig meisje: "Zou je de Heere willen vrezen? " gaf ze meteen repliek: "O nee, dat lijkt mij zo geweldig saai!". Natuurlijk schrik je als ouder en als ambtsdrager: dat is wel heel rechtstreeks geantwoord! Tegelijkertijd geeft het een opening tot een gesprek: 'Waarom denk jij dat? Gaat er dan zo weinig van Gods kinderen uit? Heb je wel eens iemand horen vertellen hoe God in zijn of haar leven heeft gewerkt? Is de dienst van satan dan zo mooi? Heeft de wereld jou zoveel te bieden? Is dat geen klatergoud? En... aan het einde van je levensreis moet jij God ontmoeten. En dan? '

O, wat een voorrecht als de Heere eens te spreken geeft en - hoe gebrekkig ook - verteld mag worden over het geluk van Gods kinderen, 'k Schrijf dit de dag na een avond die ik mee mocht maken met een groep verstandelijk gehandicapten die in Nunspeet op vakantie waren. Tijdens de vertelling vroeg ik: 'Is het erg voor Jakob dat hij gaat sterven? "Ineens klonk het door de zaal: 'Nee, hij gaat erven!" Het ontroerde me diep. Ja, dat is het geluk van Gods Kerk en dat mogen onze jongeren ook horen. Zeker, soms zijn ze kritisch, soms schoppen ze, maar als er iets verteld mag worden wie de Heere is voor Zijn kinderen luisteren ze toch echt! Beste jongeren, ik hoop dat jullie allemaal aanwezig zult zijn op het huisbezoek in het komend seizoen; stel je vragen maar gerust en wees open. Van harte hoop ik ook, dat de ambtsbroeders een goed gesprek met jou mogen hebben!

(slot volgt)

Nunspeet,

W. Visser

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 2008

De Saambinder | 16 Pagina's

Het huisbezoekseizoen begint weer.....

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 2008

De Saambinder | 16 Pagina's