Profeten

VIERVOUDIG GEZAG;

Occultisme (1)

Het occultisme is 'in\ Een radioprogramma als 'Het zwarte gat' cn een tv-scrie als 'Paralax' van Vcronica informeren dc moderne mens over allerlei bovennatuurlijke zaken. Velen die 'ongelovig' zijn, beseffen dat er meer is Lussen hemel en aarde dan dc zichtbare werkelijkheid. De geheimzinnige wereld van het paranormale (bovennatuurlijke) oefent een bijzondere aantrekkingskracht uit. Bovendien is de mens nieuwsgierig naar de toekomst: zal deze hem voorspoed of tegenspoed schenken.?

Niet iedereen gaat naar een waarzegger; tegenwoordig zijn er ook methoden om zelf geesten op te roepen. Bekend is het Ouijabord, waarvan de naam afgeleid is van het Franse en Duitse woord voor 'ja'. Het is een houten bord waarop letters van het alfabet en cijfers zijn aangebracht. In het midden plaatst men een omgekeerd glas. Wanneer de geesten worden aangeroepen, schuift het glas van letter naar letter. Soms is het onzin wat er gelezen wordt, maar andere keren komen er duidelijke boodschappen.

In het begin lijken dergelijke spelletjes onschuldig — zo worden ze ook vaak gepresenteerd — maar meer dan eens komt men cr niet meer van los. Veel jongeren doen er aan mee. Ook zij willen de toekomst weten: zal ik later trouwen, krijg ik werk, hoe oud word ik? We kunnen ons voorstellen dat sommige antwoorden een geweldige psychische belasting kunnen gaan vormen. Doch niet alleen antwoorden als 'U krijgt binnenkort een ernstig ongeluk' moeten de reden zijn ons niet met dergelijke praktijken in te laten. Vooral Gods Woord moet onze norm zijn.

Waarzegster te Endor

In de Bijbel komt het occultisme diverse malen ter sprake. In Ezech. 21 staat van de koning van Babel dat hij gebruik maakt van waarzeggerij. Hij beziet de lever, d.w.z.: r wordt een dier geslacht en uit de vorm van de lever maakt een priester op wat de koning moet doen. Bekend is ook de geschiedenis van Saul. Eerst had hij alle waarzegsters uitgeroeid, omdat dergelijke praktijken niet mochten plaatsvinden. Toen wilde hij nog luisteren naar God. Later wordt hij ongehoorzaam en trekt God Zich terug. Aangrijpend is het te lezen, hoe Saul de Heere vraagt, maar geen antwoord krijgt: de Heere antwoordde hem niet; noch door drotnen, noch door de urim, noch door de profeten'. (1 Sam. 28 : 6). Dan wendt Saul zich tot de waarzegster te Endor om te weten hoe de komende veldslag zal aflopen.

In deze geschiedenis komt een tegenstelling naar voren die ook te vinden is in Deut. 18, de tegenstelling tussen Gods openbaring en de duistere geestenwereld. Mozes heeft eerst gehandeld over de levitischc priesters, maar voordat hij verdergaat met dc vierde categoric ambtsdragers, de profeten, komen er eerst zes verzen met een verbod tegen waarzeggerij en dergelijke praktijken. Deze samenhang is niet toevallig. Juist tegen de achtergrond van de heidense occulte gewoonten is de profetie in Israël beter tc begrijpen.

De verkeerde praktijken zijn niet zo gemakkelijk precies tc verklaren. Wie de moeite neemt verschillende bijbelvertahngen te raadplegen, zal de nodige verschillen opmerken. In zijn algemeenheid is echter duidelijk, dat waarzeggerij verboden is. Aan allerlei tekenen in de natuur, als vogelgeschrei, mag geen waarde toegekend worden. Het is verboden geesten van overleden personen op te roepen. Al wie zulke dingen doen zijn de Heere cen gruwel. De namen zijn vandaag soms anders: een wichelaar heet nu een astroloog, tovenaars cn bezweerders zijn nu paragnosten en toverij wordt soms aangeboden als alternatieve geneeswijze, maar in wezen gaat het over dezelfde zaken.

Geestenwereld

Het is opvallend, dat er niet gezegd wordt dat deze middelen niet helpen. Ook wordt het bestaan van geesten niet ontkend. Dat is ook belangrijk voor onze tijd. Dc Bijbel neemt de geestenwereld serieus! Iemand die geesten oproept kan inderdaad in kontakt treden met boze geesten. De satan probeert de mens op vele manieren te gronde te richten. Een van zijn methoden is om te antwoorden op vragen van de mens aan hem. Laten wij dit nooit afdoen als flauwekul! In Deut. 18 wordt juist uitvoerig geschilderd wat er allemaal mogelijk is op dit gebied. Voor Israël is het echter verboden terrein.

Misschien vraagt u zich af wat wij hiermee moeten doen. Wij gaan toch niet naar een waarzegster en raadplegen toch geen Ouijabord? Dat mag voor de oudere lezers waar zijn, maar wat doen onze jongeren? Ik ken er die regelmatig luisterden naar de genoemde radio-uitzendingen. Ik weet van een jongen uit een reformatorisch gezin die 's nachts met vrienden naar het kerkhof ging om geesten op te roepen en daar niet mee kon breken, hoewel hij wist dat het verkeerd was. 's Zondags ging hij tweemaal naar de kerk. Zijn ouders wisten van niets en begrepen ook niet waarom hun zoon de laatste tijd zo onrustig en ongedurig was.

Onthullend is ook het antwoord dat de heer A. J. Mculcnberg, evangelist te Katwijk, geeft in het blad Bezinning van mei 1988, op de vraag naar dc situatie op christehjke scholen: 'Helaas zie ik geen verschil tussen leerlingen van openbare of christelijke scholen in hun belangstelling voor het occulte. Het zoeken naar meer dan alleen het zichtbare leeft bij leerlingen van christelijke scholen net zo sterk. Als daarbij het christelijke van de school alleen maar een naam is en Jezus Christus geen levende realiteit meer is voor de school en de leerkrachten, dan reageren jongeren vaak: 'Van de duivel zie ik veel meer realiteit dan van God.'

Scholen zijn vaak plaatsen waar jongeren elkaar hun kennis van het occulte doorgeven. Kinderen spreken erover, doen samen 'onschuldige spelletjes', lezen eikaars stripboeken, spreken over (teken)films als 'Masters of the Umverse', 'He-Man', 'Ghostbusters', Dungeons and Dragons' enz.

Gebed

In Amersfoort werd vorig jaar door Vcronica een dag georganiseerd voor iedereen die belangstelling had voor zaken die met 'Het Zwarte Gat' te maken hadden. Veel christenen hebben bij de ingang kranten uitgedeeld met waarschuwingen en zc hebben gebeden voor vernietiging van de macht van de boze. Achteraf bleek dat diverse 'proeven' mislukt waren. Volgens de organisatoren ten gevolge van een wolk die de commumcatie belemmerde. Enige bezoekers kwamen boos naar buiten en beschuldigden de christenen. Zij hadden betaald en kregen door dc 'sabotage-aktie' minder waar voor hun geld dan beloofd was.

God verbiedt ons in kontakt te treden met bovennatuurlijke, duivelse machten. Omdat dc Kanaanieten dit wel deden — cn vanwege andere zonden — verdreef de Heere hen uit het land en mochten de Israëlieten die plaats innemen. Israël oefende het strafgericht uit over de goddelozen in Kanaan. In de tijd van Abraham was de ongerechtigheid van die volken nog niet volkomen (Gen. 15 : 16). Zij hebben zich niet bekeerd, maar volhardden in hun gruwelen en daardoor was vier ecuwen later de maat vol. Voor Israël betekende dit, dat zij zich ver moesten houden van de gruwelen van de Kanaanieten,

anders zouden zij hetzelfde lot ondergaan.

De profeet Jesaja merkt echter dat deze zonde niet uitgestorven is en stelt het woord van God er tegenover: Wanneer zij dan tot u zeggen zullen: raagt de waarzeggers en duivelskunstenaars, die daar piepen, en binnensmonds mompelen; zo zegt: al niet een volk zijn God vragen? zal men voor de levenden de doden vragen? Tot de wet en tot de getuigenis! Zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zullen hebben.' (8 : 19v.). Jesaja roept op tot bekering en berouw, want ook voor deze zonde is vergeving mogelijk.

De volgende keer hopen we stil te staan bij de profetie in Israël. Dat is Gods antwoord op het occultisme van de heidenen. Die volken zoeken wanhopig van beneden naar boven om te weten wat ze moeten doen. Israël mag leven van dc openbaring van boven naar beneden. Israël mag leven van de stem Gods. 'Want dit gebod, dat ik u heden gebied, dat is voor u niet verborgen, en dat is niet ver. Het is niet in de hemel, om te zeggen: Wie zal voor ons ten hemel varen, dat hij het voor ons hale, en ons het horen late, dat wij het doen? Het is ook niet op gene zijde der zee, om te zeggen: Wie zal voor ons overvaren aan gene zijde der zee, dat hij het voor ons hale, en ons het horen late, dat wij het doen? Want dit woord is zeer nabij u, in uw mond. en in uw hart, om dat te doen.' (Deut. 30 : llw.).

A.

M. J. P.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen