Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WEGEN EN KRUISPUNTEN IN DE DOGMATIEK, Dl III

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WEGEN EN KRUISPUNTEN IN DE DOGMATIEK, Dl III

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

WEGEN EN KRUISPUNTEN IN DE DOGMATIEK, Dl III, E. J. Beker, J. M. Hasselaar, 324 blz., geb. ƒ49, 50, uitg.mij. J. H. Kok, Kampen, 1981.

Het derde deel van dit dogmatische handboek bevat een zeer uitvoerig historisch overzicht over de Christologie, beginnende bij de Vroege Kerk en eindigende met christologische kernvragen in de twintigste eeuw. Aan dit gedeelte liggen doctoraalcolleges ten grondslag van de theologische faculteit van de A'damse universiteit (o.a. van Breukelman over de verzoening in bijbels perspectief en C. W. Mönnich wiens bijdrage over de Verlichting onverkort is opgenomen). In een woord ter inleiding wordt gewezen op de betekenis van Israël voor het theologisch denken. Ook in de reeds verschenen delen komt Israël verscheidene malen ter sprake. — Vrij korte samenvattingen worden gegeven van de beschouwingen en beslissingen in de oude kerk, van Justinus Martyr tot Johannes Damascenus. De kerk heeft nooit ook in haar hellenistisch spraakgebruik haar verbondenheid met Israels erfenis tot onherkenbaarheid verloochend. — Bij Gregorius van Nyssa trof mij de woordspeling: de kenosis (ontlediging) van de Zoon bracht de henosis (éénwording) van de mens met Gods eigen heerlijkheid. — Bij Augustinus is een direct verband tussen de christologie en de leer van de erfzonde en de verkiezing. — De persoon van Christus is het geheim der openbaring. — De kerk heeft in Chalcedon niet bedoeld het geheim van de openbaring op te lossen. Het wonder van Jezus' mensheid was (ook) in de 19e eeuw de steen des aanstoots. De vraag wordt gesteld: Halt houden bij Chalcedon? (zo o.a. Korff; anders Miskotte, Noordmans). De geschiedenis toont de dominante positie van de christologie over alle terreinen van kerkelijk denken en handelen. — In het gedeelte over de Middeleeuwen wordt uitvoerig gewezen op de betekenis van Anselmus' Cur Deus homo? De schrijver acht het onjuist te zeggen, dat Anselmus' denkwijze tot depersonalisatie en verzakelijking geleid heeft. Hij heeft grote invloed uitgeoefend op de opvattingen van de Reformatie. — In verband met de discussie met de Lutheranen over het extra-calvinisticum wordt een woord van Calvijn (Inst. III-13, 4) aangehaald. Gods Zoon heeft Zijn goddelijke macht als het ware verborgen gehouden. De ontlediging wijst naar Zijn majesteit, waarvan de glorie ons nu nog verborgen is. Elders wordt herinnerd aan Calvijn; Hij beminde ons op wonderbare goddelijke wijze — ook toen Hij ons haatte (Inst. 11-16, 34). 'Men verstaat Calvijn verkeerd als men in de verzoeningsleer de liefde Gods ziet als resultaat (effectus) van de verzoening van de Middelaar en niet als bron en oorsprong' (Emmen). — De betekenis van Voetius is ongetwijfeld, dat hij principiële weerstand bood tegen de zuigkracht van het conventikel. (Inderdaad, dat óók!) Geen ongelijk heeft de schrijver als hij zegt: bij menige piëtistische vertegenwoordiger verdringt de drang naar aanschouwelijkheid het geloof, dat leeft uit ongeziene dingen. — Een brede plaats in de geschiedenis van de christologie neemt de 19e eeuw in: van Schleiermacher tot Gabler en Von Ammon, waarin ook enige bladzijden aan Lessing gewijd zijn (een uitverkoop van waarheden in het heden is geen dienst

aan de waarheid in de toekomst). Dit gedeelte eindigt met ontwikkeling in de tijd van Barth en Bultmann, die beiden zaak. In elk geval is het m.i. onschriftuurlijk om te stellen dat niet alle stammen aan de tocht door de woestijn deelnamen. — Over Mozes wordt geschreven als de grote leider, middelaar en profeet en diens zware taak om het volk te leiden.

In h. 5 en 6 worden de consequenties van Gods presentie in het midden van het volk beschreven. Schadeloosstelling is niet voldoende, er moet ook schuld beleden worden. Bij h. 5: lv kan nauwelijks van een godsoordeel gesproken worden, (de vrouw wordt hier in bescherming genomen). Middelpunt van de cultus is het altaar. Daarmede valt een klemtoon op de betekenis van de verzoening (h. 7; h. 15 : 24v).

Bijzondere aandacht vragen de gedeelten, die bij elke pericoop zijn opgenomen over: e prediking van... Bij de priesterlijke zegen tekent de schr. aan: n elk van de drie spreuken wordt een daad van JHWH genoemd die dan door middel van een waw expllcativum nader wordt verklaard. En daarbij: et ontvangen van de zegen is geen vrijblijvende aangelegenheid. — Het volk gaat op weg naar het beloofde land onder leiding en op initiatief van JHWH. De Here zet het volk in beweging door de blik te richten op het doel (Hos. 11:1). — Het gaat om het doen van God (bij h. 1; h. 7:89). Meer dan eens waren deze aantekeningen wat kort, soms ook te algemeen bijv.: Des Heren aanwijzingen zijn geen starre en onveranderlijke' wetten, maar richtlijnen, aanwijzingen en richtlijnen gegeven met het oog op een actuele situatie'.

Met grote voortvarendheid zorgt de uitgever dat het ene deel na het andere van deze bekende serie, die studiezin stimuleert, uitkomt.

H.

Bt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Theologia Reformata | 370 Pagina's

WEGEN EN KRUISPUNTEN IN DE DOGMATIEK, Dl III

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Theologia Reformata | 370 Pagina's