Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Chaos in de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Chaos in de kerk

Prof. dr. W. van 't Spijker: „Opvallend is de grove onkunde in de principia van het gereformeerd belijden"

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als hij de kerkelijke situatie moet typeren, is dat met het woord chaos. Toch is prof. dr. W. van t Spijker (79) niet somber gestemd. De emeritus-hoogleraar uit Apeldoorn weet dat alleen de orthodoxie overleeft. „Door mijn leeftijd herken ik patronen die mij ook uit het bestuderen van de geschiedenis bekend zijn.

Tientallen jaren hield de christelijk gereformeerde prof. dr. W. van t Spijker zich bezig met het bestuderen van de kerkgeschiedenis, het aangeven van verbanden daarin en het trekken van lijnen. Voor de huidige tijd acht hij het laatste schier ondoenlijk. „Het kerkelijke leven wordt vandaag gekenmerkt door wanorde, gebrek aan overzicht, gebrek aan inzicht. Alles is in beweging, in alle kerken. De situatie doet denken aan die van de aarde voor de schepping. Die was chaotisch en leeg, lezen we in het begin van Genesis. Aan die woorden moet ik vaak denken als het om de actuele kerkelijke situatie gaat.
Zoek je naar de oorzaak, dan kom je bij factoren die diep in de geschiedenis verankerd zijn. De kerkelijke situatie van de vroege kerk en van de Middeleeuwen was overzichtelijk. De Reformatie in zekere zin ook nog. Ten tijde van de Verlichting verandert dat. Dan wordt alles wat diffuus. Die ontwikkeling heeft zich daarna doorgezet. Het postmodernisme is niet te verklaren zonder de Verlichting.

In Nederland bleef het gereformeerde protestantisme opvallend lang bloeien. Hoe is dat te verklaren?
„Een belangrijke oorzaak is denk ik dat het een duidelijke structuur had gekregen, door de verzuiling. Die gaf in zekere zin een overzichtelijk kerkelijk leven, dat ook in de maatschappij verankerd was. Waarbij je wel de vraag kunt stellen in hoeverre die structuur de zaak inhoudelijk dekte. Inmiddels zijn de grote zuilen weggevallen. De uitdaging is nu om dat wat positief uit het verleden naar ons toe is gekomen, weer gestalte te geven zonder in het oude patroon van verzuiling te vervallen.

Daar zit u niet meer op te wachten?
„Nee, daar hebben we ook de schaduwkanten van gezien. Zoek je naar een model uit de kerkgeschiedenis dat ons vandaag kan helpen, dan kom je bij de vroegchristelijke kerk terecht. Er zijn parallellen tussen de maatschappij van toen en de onze. We moeten daarbij wel goed beseffen dat je de geschiedenis niet over kunt doen. De vroegchristelijke kerk stond in een voorchristelijke samenleving, onze situatie is die van een kerk die door het christendom heen is geslagen. Dat geeft, bij alle uiterlijke overeenkomst, een groot verschil. Mensen die door het christendom heen zijn geslagen, hebben er op een bepaalde manier iets van meegenomen, maar dat is in het tegendeel verkeerd.

Vergeleken met omringende landen is de situatie in Nederland nog altijd gunstig.
Zal dat verschil in de komende twintig jaar verdwijnen?
„Dat verwacht ik niet. In Nederland is de eeuwen door een orthodoxe, bijbelgetrouwe stroming blijven bestaan. Die zal er denk ik ook blijven, maar het wel moeilijker krijgen. Zwakte van deze stroming is het ontbreken van kerkelijke eenheid.

Is die zwakte nog toegenomen door de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland?
„Het eindresultaat van de kerkelijke fusie is ver beneden het oorspronkelijke elan gebleven. Het is steeds meer een kwestie van passen en meten geworden, met oplossingen die kerkelijk gezien kant noch wal raken. De ruimte die de Nederlandse Hervormde Kerk al bood voor de vrijzinnigheid, is meegeschoven de PKN in. Naar mijn idee is sprake van een simpele transformatie. Principieel is er weinig veranderd.

Hoe beoordeelt u in dit licht de vorming van de Hersteld Hervormde Kerk?
„Die was mijns inziens niet nodig. De verwarring is er alleen maar door toegenomen. Twee mannen die er mede leiding aan hebben gegeven, zijn bij mij gepromoveerd. Allebei interessante, integere figuren, maar het heeft me verbaasd dat ze de opleiding van de nieuwe kerk hebben ondergebracht bij de Vrije Universiteit. Waar enkele kamers verderop de imams van Nederland worden opgeleid. Dat vond ik een curieuze keuze.

Ds. J.H. Velema zei in een interview te verwachten dat een deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken zal samengaan met de Hersteld Hervormde Kerk, het resterende deel met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt of de Nederlands Gereformeerde Kerken. Deelt u die gedachte?
„Die deel ik niet, omdat het een zichzelf vervullende profetie zou kunnen zijn. Daar wil ik niet aan meewerken. Afgezien van de Reformatie en wellicht ook de Afscheiding van 1834 zijn alle kerkscheuringen grotendeels te verklaren uit karakterologische trekken van mensen die niet meer met elkaar konden. Ik acht het nog steeds een voordeel te zijn dat wij tot nu toe geen scheuring hebben meegemaakt. Wel is er bij mij de bange vrees dat de diversiteit binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken zo zal toenemen dat er geen onderlinge herkenning meer is. Je ziet steeds meer dat de plaatselijke situatie gaat heersen over dat wat landelijk is besloten. Er wordt openlijk gepleit voor independentisme, waarbij de plaatselijke gemeente in principe zelfstandig is. Opvallend is verder de grove onkunde in de principia van het gereformeerd belijden. Ook onder leidinggevende figuren.

Is dat karakteristiek voor de Christelijke Gereformeerde Kerken?
„Zeker niet. Het zijn zaken die voortkomen uit het algemene maatschappelijke levensklimaat, waarin het individualisme bepalend is. Dat gaat aan niemand voorbij. Door de moderne media is de wereld opengebroken. De gevolgen daarvan laten geen kerk onberoerd. Neem de grote verwarring in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, jarenlang een bolwerk van kerkelijke eensgezindheid.
Het gebrek aan historisch besef, de doorwerking van het individualisme en de nadruk op het gevoel verklaren de grote invloed van de evangelische beweging, die al deze elementen in zich verenigt. De opwekkingsliederen zijn in veel reformatorische kerken bijna gecanoniseerd. Ook de muziekbeoefening komt in dat teken te staan. Een grote groep kerkmensen heeft een afkeer van orgelmuziek, en kan geen psalmmelodie meer horen. Terwijl de melodieën van de psalmen klassiek zijn. Als de opwekkingsliederen in de zee van de geschiedenis zijn verdwenen, komen de psalmen weer boven. Ik ben geen principieel tegenstander van het vrije lied, maar de psalmen gaan boven alles. Augustinus zei daarvan: Hoe kun je God beter prijzen dan met Zijn eigen Woord?.

Voor de Protestantse Kerk in Nederland is alleen toekomst als er een vruchtbare, inhoudelijke en geestelijke integratie komt met de evangelische beweging, zei prof. dr. C. Graafland.
„Dat zeg ik dus niet. Ik zie alleen toekomst als er een herbeleving en herbestudering komt van de grote principia van de Reformatie en een herwaardering van de principiële betekenis van het presbyteriaal-synodale systeem. Wat vandaag naar voren wordt gebracht over gemeenteopbouw, is gespeend van elke kennis van de geschiedenis. Men beseft niet wat je op het spel zet als je de gereformeerde kerkstructuur loslaat. Die is niet door mensen uitgevonden, maar ontleend aan de Schrift. De geschiedenis leert dat een aan de Bijbel ontleende kerkstructuur in tijden van crisis mede helpt om de wezenlijke inhoud te bewaren.
Het is een illusie dat evangelische kringen en charismatischen, met hun nadruk op de Geest, de gevestigde kerken kunnen redden. Ook onze vaderen hebben gesproken over de betekenis van de Heilige Geest, maar zij hebben die niet losgemaakt van de structuur. Guido de Brès zegt in de Nederlandse Geloofsbelijdenis dat de kerk geregeerd moet worden naar de geestelijke bestuurswijze die ons onze Heere heeft geleerd in Zijn Woord. Evangelie, Woord, Geest en structuur horen bij elkaar. Daar is in evangelische kringen totaal geen zicht op.

Vanwaar dan toch die aantrekkingskracht?
„De nieuwe generatie zoekt in de nieuwe vormen naar het wezenlijke: authentieke bijbelse, doorleefde vroomheid. Veel ouders zijn niet in staat geweest die voor te leven en door te geven, zo eerlijk moeten we zijn. Dan gaan de kinderen het elders zoeken, dat kan ik begrijpen, maar ze doen het jammer genoeg op de foute plaats.

Kerkelijk besef is er onder jongeren nauwelijks. Heeft dat ook positieve kanten?
„Het is winst als mensen gaan zien dat het kerkelijke leven breder is dan hun eigen kleine onderafdeling van de gereformeerde gezindte. Ik kan me voorstellen dat onze kinderen van de onderlinge theologische discussies die gevoerd zijn, zeggen: Waar heb je het eigenlijk over?. Die discussies deden niet alleen afbreuk aan de katholiciteit van de kerk, maar ook aan de katholiciteit van de vroomheid. Die is men op gaan splitsen. Wij leggen speciale nadruk op het verbond. Wij hebben speciale nadruk op de wedergeboorte. Bij ons vind je bijzondere nadruk op de bevinding. Als je aparte compartimenten in de vroomheid maakt, is het gevaar groot dat je de vroomheid zelf kwijtraakt. Het moet onze begeerte zijn om de katholieke vroomheid te beoefenen, en die ook kerkelijk gestalte te geven. Dat leidt tot een gezond kerkelijk besef.

Binnen de gereformeerde gezindte groeien de vragen rond het gezag van de Schrift. Hoe dient daarop te worden gereageerd?
„Ook dat probleem kan alleen benaderd worden vanuit een authentieke vroomheid. De Schrift is er niet voor om in rapport te worden gebracht met de theorieën van de zogenaamde wetenschap. De Bijbel is primair niet anders dan het Boek van Gods verbond, waarin duidelijk wordt hoe God met Zijn volk leeft. De Bijbel begint met de schepping, niet met de verbondsluiting van God met Abraham, maar je kunt die twee niet van elkaar losmaken. Als Jesaja in hoofdstuk 40 van zijn profetieën spreekt over Gods almacht in de schepping, doet hij dat in de context van het verbond.

Ziet u de discussie over het ontstaan van de wereld, de werkelijkheid van wonderen en het bijbelse spreken over homoseksualiteit als een bedreiging voor de gereformeerde gezindte?
„In elk tijdperk van de geschiedenis tref je deze discussies aan. Dat betekent niet dat ze me geen zorg geven, maar het zorgt wel voor een zekere relativering. De soldaten van Philips van Hessen verschenen op de Rijksdag van Augsburg met op hun tressen de woorden, in het Latijn: Het Woord van God blijft tot in eeuwigheid. Theorieën over het Woord komen en gaan, het Woord zelf staat vast en blijft mensen zoeken, troosten en trekken. Zo doet Christus Zijn werk.

Voor kerken in de rechterflank van de gereformeerde gezindte zijn de theologische ontwikkelingen reden om het isolement te zoeken. Kunt u dat begrijpen?
„Zeker. Toch betwijfel ik of het de oplossing is. Die gereserveerdheid verhindert je om aan de publieke discussie deel te nemen. Intern leidt het isolement tot onderhuidse spanningen die op een gegeven moment toch naar boven komen. Je ziet dat heel duidelijk in de Gereformeerde Gemeenten. Ik vind het een beetje gênant om via internet uitgebreide anonieme boodschappen te krijgen over dit kerkverband. Anderzijds is de keuze voor isolement weinig missionair.

In hoeverre is bestudering van de werken van Calvijn een remedie tegen misvormingen in het kerkelijk en theologisch denken?
„Ik heb grote waardering voor het werk van Calvijn, maar je kunt dat niet zomaar transplanteren naar onze tijd. Transplantatie heeft één groot gevaar: afstoting. Het lezen van zijn geschriften kan je wel helderheid van denken geven. Waarbij het goed is om Calvijn te lezen in samenhang met de geschriften van de mensen die hém hebben beïnvloed of ter zijde gestaan. Calvijn moet je horen tegen het klankbord van de hele Reformatie: Luther, Bucer, Melanchton, Bullinger en vele anderen. In het besef dat de Reformatie zelf niets anders beoogde dan terugkeer tot de oude kerk. Wat in de vroege kerk naar voren is gekomen, en in de Reformatie weer werd ontdekt en beoefend, moet opnieuw gestalte krijgen in onze tijd. Een gestalte die in overeenstemming is met wat de Bijbel ons leert over Evangelie, Woord, kerk, structuur en ambt.

Stemt de huidige situatie u somber?
„Nee, door mijn leeftijd herken ik patronen die mij ook uit het bestuderen van de geschiedenis bekend zijn. De dingen die ik gedurende mijn leven heb meegemaakt, vind ik terug in de boeken van Bakhuizen van den Brink en de handboeken van de kerkgeschiedenis. Er is weinig nieuws onder de zon. Dat geeft moed voor de toekomst. Er is er immers Een die ervoor zorgt dat Christus nooit zonder onderdanen zal zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 augustus 2006

Terdege | 76 Pagina's

Chaos in de kerk

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 augustus 2006

Terdege | 76 Pagina's