Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE SMALLE WEG TEN LEVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE SMALLE WEG TEN LEVEN.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan. Want de poort is eng en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die dezelve vinden. Matthéus 7:13 en 14

Zullen we nu door deze enge poort ingaan, dan zullen we Zijn smaadheid moeten dragen. Alleen een naakte zondaar zal er ook maar kunnen gaan door deze enge poort.

Wie begeert het nu, om door zo'n enge poort in te gaan? Dat kan niemand uit zichzelf begeren. Inplaats van dat te begeren, staan we daar vijandig tegenover. En toch.... er is geen andere weg tot de zaligheid. Gaat in door de enge poort, zo horen we Christus hier dan ook zeggen. Het ingaan door de enge poart is wat meer dan er slechts bij stil te staan en er van te spreken. Met een historisch geloof kunnen we het wel belijden dat er geen ingang is te vinden in het koninkrijk der hemelen dan door de enge poort. Met veel gewicht weten velen daar zelfs over te spreken. Men zou haast denken dat ze er keimis aan hadden. Maar vüQ."' degenen die door de enge poort ingaan, houdt het redeneren op.

Onder al dat beredeneren van zovelen kan men het soms benauwd krijgen. Die door de enge poort ingaan, zijn geen mensen die het zo goed beredeneren kunnen. Zij worden als blinden geleid in een weg die zij niet geweten hebben. Die weg is nauw, zoals de tekst ons hier zegt. Nauw is die weg van het begin tot het einde. De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een iegelijk, die uit de Geest geboren is. Degenen die aanvankelijk op die weg geleid worden, weten dus niet waar de wind vandaan komt, noch waar hij heengaat. Ze kunnen het dus niet dadelijk voor een zaligmakend werk houden. Ze weten niet wat er met hen aan de hand is. Maar ze kunnen niet meer leven zoals ze gedaan hebben. Het gewicht der eeuwigheid gaat op hen drukken en ze gaan geloven dat het sterven voor hen wordt. En valt een scheiding met de wereld en de zonden. Ze zien zich wandelen op de brede weg des verderfs.

Dat is de weg waar we allen op wandelen van nature. We kunnen op de linkerweghelft zijn zowel alsop het rechterweggedeelte, maar we zijn op de brede weg. Met andere woorden gezegd: godsdienstig of goddeloos zijnde, bewandelen we de brede weg. Het is niet eender hoe we leven, maar wat de staat betreft waarin we van nature verkeren, maakt het geen verschil. De weg des vredes kennen wij niet. En zo zullen we dan ook uit onszelf nooit de brede weg verlaten en de smalle bewandelen. Als er geen Goddelijk werk m ons leven verheerUjkt wordt, blijven we op de brede weg en komen we straks onherroepelijk in het eeuwig verderf terecht.

De rijke jongeling is ons tot een voorbeeld. Hij stelde zich de weg tot het leven zo smal niet voor, al was het ook dat het hem aan geen strenge levenswijze ontbrak. Hij kon echter zeggen: Wat ontbreekt mij nog? Als men dat nog zeggen kan, dan is de weg zo smal niet. Hij is echter bedroefd van Christus weggegaan. De smalle weg die Jezus hem predikte, verkoos hij niet. En dit heeft Jezus doen zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarUjk in het koninkrijk der hemelen zal ingaan. En wederom zeg Ik u: Het is hchter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het koninkrijk Gods.

Dit heeft de discipelen doen zeggen: Wie kan dan zalig worden? En Jezus hen aanziende, zeide tot hen: Bij de mensen is dat onmogelijk maar bij God zijn alle dingen mogelijk. Zo heeft Christus dus dat Goddelijke werk gepredikt, waardoor we alleen van de brede weg op de smalle zullen kunnen komen.

En toch heeft Hij hier in de tekst gezegd: Gaat in door de enge poort. Het lijkt dan toch wel, alsof Hij de mens zelf het vermogen heeft toegekend om door die poort in te gaan. Maar neen, Hij heeft daarmee alleen doen weten, dat er geen andere toegang is tot het koninkrijk Gods en hoe noodzakelijk het daarom ook is om door die poort in te gaan. De rechte prediking dringt ons in de engte. Enerzijds wordt ons een onmogelijkheid gepredikt en anderzijds een noodzakelijkheid. Dat is die prediking die men over het algemeen niet begeert. Er is te weinig Evangelie in die prediking te beluisteren. We willen liever wat anders horen. We zijn toch nog in het leven en het kan toch nog? Ja juist, zolang als we op de brede weg zijn, kan het voor ons nog. Wte verraden onszelf wel. Voor al degenen die nog op de brede weg zijn, kan het nog.. Al is het ook dat men de zuivere waarheid wel toestemt, men ziet nog ruimte van leven en denkt voor zijn dood nog wel bekeerd te zijn geworden. Dat is echter juist het bewijs ervan, dat men nog op de brede weg is.

Het moet eens niet meer kunnen. God brengt de mens in de onmogelijkheid. Iedereen kan nog bekeerd worden, maar hij niet meer. En laten we niet denken, dat men dan achter zijn onmacht weg kan schuiten. Altijd maar weer komt men met diezelfde beschuldiging tegen de zuivere waarheid aandragen, namehjk, dat die de mens zo lijdelijk maakt en in zijn onmacht zo gerust stelt. Maar men weet niet, dat men zelf met zijn valse dadelijkheid blijk geeft van op de brede weg te zijn. Men behoort tot die rijken, die niet zullen kunnen ingaan in het koninkrijk Gods. De mens echter die door God in de onmogelijkheid gebracht wordt, ontkomt aan de noodzakelijkheid niet. De eis voor hem blijft liggen. God eist rechtvaardig, wat hij niet doen kan. Het heeft hem aan geen pogingen ontbroken, om God te bevredigen. Maar juist die eis Gods heeft hem geen rust doen vinden, omdat die onbevredigd bleef. God bleef eisen van hem, want het recht Gods was door geen brandoffers of slachtoffers te voldoen. O, wat wordt de weg smal voor zulk een mens! Hij komt als op de pirnt van een naald terecht. Dan is het verloren, voor eeuvng verloren!

En nu predikt de Middelaar hier in de tekst, dat de weg snial-en nauw is, die tot het leven leidt. Deze weg, waarop zulk een mens zich dus bevindt, die geen mogelijkheid van ontkoming meer ziet, is dus de smïdle weg die tot het leven leidt. Voor een verlorene is er behoudenis. Die kan dus niet denken dat hij op de smalle weg is. Maar daarom wordt het ook zo'n wonder voor hem, als hem juist in die onmogelijkheid de mogelijkheid ontsloten wordt.

De mens is wel te goed, maar niet te goddeloos om zalig te worden. Die in de enge poort komen, die zullen er zeker komen. In de enge ligt de ruimte. Dat geheim moeten we leren verstaan.

(Wordt vervolgd)

V.

M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE SMALLE WEG TEN LEVEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1966

De Wachter Sions | 4 Pagina's