Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het drievoudig ambt van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het drievoudig ambt van Christus

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

(5)

Met een korte samenvatting van het hieraan voorafgaande artikel willen wij de draad van ons onderwerp weer opnemen.

We hebben toen een begin gemaakt met het weergeven van de hoofdlijnen van het profetisch ambt van Christus.

Als de hoogste Profeet en Leraar is Hij het einde en de vervulling van alle profetie. Als Profeet hoort Hij naar Gods stem, staat Hij in Gods raad, verklaart Hij de Vader, spreekt Hij in Gods opdracht en verkondigt het Koninkrijk Gods.

De verkondiging van het koninkrijk Gods vormt de inhoud van Christus profetisch optreden onder het volk. We lezen daarvan in Mare. 1:14: En nadat Johannes was overgeleverd, kwam Jezus in Galilea, predikende het evangelie van het koninkrijk Gods en zeggende: e tijd is vervuld, en het

Koninkrijk Gods nabij gekomen: bekeert u en gelooft het evangelie".

Deze prediking heeft steeds het karakter van een proclamatie en tot inhoud het evangelie voor de armen van geest, de gerechtigheid voor de hongerigen en de dorstigen, de vergeving der zonden, het uitzicht op de wederkomst. Dat is heel kort gezegd en lang niet volledig, maar daar komt het in hoofdzaak op neer.

Als profeet van Zijn eigen lijden heeft Christus ook de grondslag voor dat koninkrijk aangewezen en laten zien dat het rust in zijn priesterlijke offerande. We lezen ook van Hem dat de schare zich verwonderde over Zijn leer, omdat Hij hen leerde als machthebbende, volledig bevoegd, en ook dat het woord zelf met macht of gezag was. In beide gevallen zien wij dus de verbinding van het profetisch ambt met het priesterlijk en koninklijk ambt. Zo is er wel sprake van onderscheiding maar niet van scheiding tussen het ene en het andere ambt.

Telkens ontdekken wij de relaties.

Waar Christus als profeet de vergeving der zonden proclameert en deze vergeving ook daadwerkelijk ervaren wordt zoals bij de verlamde in Markus 2, daar weten wij dat deze vergeving der zonden alleen geschonken kan worden op grond van het offer van Zijn bloed dat Hij straks plengen zal op het kruis. En telkens als Hij de prediking vergezeld doet gaan met wonderen en tekenen, met uitdrijving van de boze geesten en met opwekking uit de dood, spreidt Hij zijn koninklijke heerschappij ten toon over ziekte, zonde, duivel en dood.

Dr. Herman Ridderbos die in zijn boek „De komst van het Koninkrijk" al deze facetten van Christus' leer, zijn prediking en zijn wonderen uitvoerig uiteen heeft gezet schrijft op pag. 188, van genoemd werk: „Samenvattend kan dus worden vastgesteld, dat de proclamatie van het evangelie des koninklijks, als het evangelie der armen rust op de verbondsbetrekking tussen God en zijn volk (bedoeld is Israël), welke in het Goddelijk welbehagen haar diepste oorsprong vindt. De bevestiging en vernieuwing van dit Verbond, welke aan Christus' woord en werk, in het bizonder aan zijn verzoeningsdood haar grond en karakter ontlenen, vormen de grote veronderstelling en samenvatting van de zaligheid van het koninkrijk der hemelen, zoals deze door Jezus op allerlei wijze is verkondigd...".

Ik meen dat met deze conclusie niet alleen het hart van de prediking van Christus is geraakt, maar ook de diepte is gepeild van waaruit heel de ambtelijke bediening van Christus opgekomen is, namelijk het welbehagen des Vaders. En waar het hart van Christus' profetisch prediken is opengelegd, de diepte van het welbehagen des Vaders die zich daarin en daarachter ontsluit naar voren is gebracht, kan het niet anders of ook de lengte en breedte van de liefde Gods springen in het oog. Want dan zien wij Christus in zijn profetische bediening, zijn armen uitstrekkend naar de verloren schapen van het huis Israëls, zijn liefde tevens betonen aan Samaritanen en de Kananese vrouw.

Dan horen we Hem zeggen dat Hij gekomen is niet om der mensen zielen te verderven maar om te behouden. En Hij verklaart Zelf zijn profetische opdracht aan de discipelen van Johannes de Doper, die in Zijn naam de twijfelende heraut moeten zeggen: Ga heen en zeg Johannes. de blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen: e melaatsen worden gereinigd, en de doven horen: e doden worden opgewekt en de armen wordt het evangelie verkondigd". (Matth. 11 : 5). Mede op grond hiervan spreekt Hij de discipelen zalig omdat zij zien wat de gelovigen onder het Oude Verbond nooit gezien en horen wat de vaderen nooit gehoord hebben.

Nu moet u niet menen dat Christus zijn ambtelijke bediening als Profeet eerst begon bij zijn omwandeling op aarde. Reeds vóór zijn openbaar optreden geeft de Schrift van Hem getuigenis dat Hij als twaalfjarige knaap in de tempel machtig was in de Schrif- ten.

Toen stond Hij al met beide voeten vast in het profetisch woord, en overtrof Hij zijn leraars in beleid wanneer allen die hem hoorden zich ontzetten over zijn verstand en antwoorden. (Luk. 2 : 47)

Toch gaat de profetische bediening van Christus nog veel verder terug dan zijn leven op aarde.

We lezen in 1 Petr. 1 : 10 en 11: Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben van de genade aan u geschied; onderzoekende, op welke of hoedanige tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en tevoren getuigde het lijden dat op Christus komen zou en de heerlijkheid daarna volgende".

Hier gaat het met name om de uitdrukking „de Geest van Christus", die in de profeten was. Dat kan niet anders betekenen dan dat Christus zelf door de Heilige Geest zijn profetisch ambt, middels de profeten heeft uitgeoefend. En dat vanaf het paradijs. Of, zoals we belijden met de Heidelb. Cat. Zondag 21:

„Dat de Zone Gods uit het ganse menselijke geslacht, zich een gemeente tot het eeuwige leven uitverkoren, door Zijn Geest en Woord, in enigheid des waren geloofs, van het begin der wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt...".

Het profetisch ambt van Christus is behalve wereldomvattend ook de eeuwen omspannend.

Van wie anders dan van deze hoogste Profeet en Leraar hebben de vaderen en de profeten onderwijs ontvangen dan van Hem die door Zijn Geest in hen werkte en tot hen sprak.

Ze hebben niet alles zo klaar geweten als wij, want ze leefden nog in de „schaduwen". Zij zijn zeer begerig geweest om de dag van Christus te zien. Niettemin wat ze moésten weten, dat is ook hun volkomen geopenbaard, n.1. dat ze alleen door de komende en de beloofde Christus zalig worden. Daarvan hebben zij waarschijnlijk meer gezien dan wij vermoeden, daarvan hebben ze zeker het wezenlijke gezien en daarom hebben zij de belofte van verre gezien en geloofd en omhelsd. Geleefd uit het profetisch woord, gezongen dat God hen op dat woord verwachting heeft gegeven.

Zij hebben ook als medeërfgenamen van dezelfde belofte verwacht de stad die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God is.

Aan het bovenstaande kan dan ook onmiddellijk toegevoegd worden dat Christus, na zijn hemelvaart zijn profetisch ambt voortzet.

Van het begin der wereld tot het einde omspant ook de tijd tussen Christus' hemelvaart en wederkomst.

Nu Hij de mensen niet persoonlijk meer toespreekt, is Hij onze hoogste Profeet en Leraar gebleven. Hij bedient nu zijn profetisch ambt vanuit de hemel.

De apostel Paulus wijst daar met name op in Efeze 4. Christus is opgevaren in de hoogte heeft de mensen gaven gegeven. Paulus zegt daar ook wat die gaven zijn. En Dezelve heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten en sommigen tot herders en leraars. Tot de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing van het lichaam van Christus. (Efz. 4 : 11 en 12)

Hier zien wij overduidelijk Christus als Profeet werkzaam door Woord en Geest in de ambtelijke bediening in het midden van de gemeente en over de grenzen van de gemeente heen in de arbeid van in-en uitwendige zending. Zo vergadert Christus Zijn Kerk uit heel het menselijke geslacht.

Dienaren zijn gezanten van Christuswege. Maar het is Christus Zelf die spreekt in elke samenkomst der gelovigen en die ook voor mij een persoonlijke boodschap heeft, als ik in de eenzaamheid mijn Bijbel opensla.

Vandaar dat allen die het profetisch Woord uit de mond van Christus, middels zijn dienaren of middels het onderzoek van de Schriften horen onder de eis gebracht worden: Bekeert u en gelooft het evangelie.

Dezelfde Christus die Maria tegen haar zuster Martha in bescherming nam omdat zij stil aan Zijn voeten gezeten de woorden des eeuwigen levens indronk als water, en van haar verzekerde dat zij het goede deel had uitgekozen is nu nog als Profeet altijd bezig, „die de zielen niet alleen in het verborgene en in het huisgezin onderwijzen wil, maar ook in het midden van onze samenkomsten ons hebben wil aan zijn voeten, en die niet alleen met de uiterlijke stem van zijn Woord ons onderwijst, maar ook door de innerlijke bewerking, voorlichting, opklaring en overreding van zijn dierbare Geest ons verstand opent opdat wij de Schriften zouden verstaan. Hij opent daardoor de harten als bij Lydia; en in Mare. 16 lezen wij: en zij uitgegaan zijnde predikten overal, en de Heere wrocht mede en bevestigde het woord door de tekenen die daarop volgden.

O, welk een profeet en Leraar, die ons de verborgen raad en wil Gods tot onze verlossing volkomen geopenbaard heeft. Geen beter school dan de Zijne. Geen beter deel dan aan zijn voeten, O, medezondaar laat u leiden. Hoor en uw ziel zal leven". (H. Hoekstra; „De Heidelbergse Catechismus in 52 leerredenen, blz. 166).

Als we dit alles op ons laten inwerken dan

begrijpen wij dat in het „gebed voor alle nood der christenheid" (achter in uw psalmboekje) gedankt wordt: „dat gij ons zoveel weldaden bewezen hebt dat het onmogelijk is die te bedenken, veel minder uit te spreken, en inzonderheid dat Gij ons gevoerd hebt tot het licht Uwer waarheid en tot kennis van Uw heilig evangelie".

Is dat voor u, lezer ook iedere keer weer een wonder als u in de prediking de stem van de Herder der schapen hoort? Neemt u het woord der waarheid aan niet als eens mensen woord, maar gelijk het waarlijk is als Gods Woord. Daar ontvangt u profetisch onderwijs en in dat onderwijs ontdekt u de Hoogste Profeet en Leraar, die naar luid van de formulering in Zondag 12 van de Catechismus „Ons de verborgen raad en wil Gods tot onze verlossing volkomen geopenbaard heeft".

Hier hebt u nu inhoud en doel van Christus profetische bediening in één volzin samengevat.

Openbaring van de raad en wil Gods tot onze verlossing.

De woorden „raad" en „wil" Gods hebben niet dezelfde inhoud.

De raad of het raadsplan is het besluit Gods, zijn eeuwig voornemen. Van die raad Gods zegt Zondag 12 bovendien dat het Gods verborgen raad is. De verlossing is dus_ een verborgenheid. De schrift spreekt van het geheimenis van Christus en het geheimenis van God.

Dit geheimenis komt Christus nu te openbaren, hoe God onze verlossing besloten heeft en de wil Gods wijst er op dat Hij aan dat eeuwig plan der verlossing uitvoering heeft gegeven in de Zoon van zijn eeuwige liefde. Godsgeheimen gaan open, verborgenheden met diep ontzag te melden worden in de profetische bediening van Christus ontdekt.

Dit zijn de heilgeheimen die God aan zijn vrinden toont.

Betekent dit nu dat Christus alles wat in Gods raad besloten is openbaart en voor de dag brengt?

Neen, er zullen verborgenheden blijven die pas onthuld zullen worden in de grote dag der dagen. We hoeven niet alles te weten, maar wat we weten moeten en wat strekt tot onze verlossing dat heeft Christus ons volkomen geopenbaart. „Tot in de kleinste bijzonderheden is ons de weg des heils uitgestippeld, zodat zelfs de blinde niet dwalen kan. Met grote duidelijkheid heeft Christus ons gezegd en houdt Hij ons nog steeds voor dat er twee wegen zijn, de smalle en de brede weg, waarvan de eerste uitloopt in de eeuwige gelukzaligheid, en de ander in de eeuwige rampzaligheid. J o d w b n v d H

Dat allen die als zondaren en vermoeiden en belasten tot Jezus komen, de rust zullen ontvangen en dat de goddelozen geen vrede hebben" (H. Veldkamp, „Zondagskinderen" blz. 156). h h s v o

Naar die raad en wil Gods heeft Christus gesproken en gehandeld. o l g

In Hem is openbaar geworden dat God van eeuwigheid de weg der verlossing heeft bereid in de weg van de schenking en de overgave van de Zoon van zijn liefde. Daarz w g m om zweeg Hij niet als profeet over zijn lijden en sterven over zijn ambt als de enige Hogepriester en vermeldde hij ook dat Hij als eeuwige Koning alle macht ontvangen had in hemel en op aarde.

Bij die openbaring van de raad en wil Gods tot onze verlossing in het midden waarvan Christus schittert als de Weg, de Waarheid en het Leven zinken we in aanbidding neer en rijst de verwondering in onze harten die Paulus doet uitbreken in de lofzang:

„O, diepten des rijkdoms, beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk Zijne wegen. Want wie heeft de zin des Heeren gekend? of wie is Zijn raadsman geweest? Of wie heeft Hem het eerst gegeven en het zal hem wedervergolden worden? Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid, Amen". (Rom. 11 : 33-36).

N. Tonge

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 september 1975

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Het drievoudig ambt van Christus

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 september 1975

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's