Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PINGUIN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PINGUIN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de Zuidpool woont een vogel, die niet vliegen kan. Zijn vleugels zijn te kort. Als 'hij rechtop staat of gaat lopen, ziet hij er een beetje lachwekkend uit. Daar kan hij niets aan doen, want zijn achterpoten met de grote zwemvliezen staan ver naar achteren. Toch kan deze vcgel „te poot" grote afstanden afleggen en zelfs klimmen en klauteren. Dit op het land zo langzame dier is één van de beste zwemmers ter wereld. Waarschijnlijk wint hij het in snelheid van de dolfijn. Zijn korte vleugels gebruikt hij om te zwemmen en zijn achterpoten dienen als roer. Je vraagt je af, waarom deze vogel eigenlijk het land op gaat. Hij voelt zich in het water veel beter thuis en zoekt daar ook zijn voedsel.

Een nest van kiezelsteentjes

Zoals elke vogel komt de jonge pinguïn uit een ei. Dat ei heeft in een nest gelegen en is uitgebroed. Maar waar zou moeder pinguïn nu aan de Zuidpool een nest kunnen maken? Daar staan geen bomen, dus zijn er geen takjes te vinden, waarvan ze een nestje zou kunnen bouwen. Wel, ze heeft helemaal geen boom nodig, want de pinguïn maakt een nest op een heuveltje van kiezelsteentjes. Dat geeft de nodige problemen, want die steentjes vind je alleen op plaatsen, waar geen sneeuw ligt. Die plaatsen liggen niet vlak aan het water, maar ver landinwaarts. Je hoeft geen kale rotsen te zoeken in de lente. De zon heeft dan nog geen kracht genoeg gehad alle sneeuw te laten smelten. Maar het grootste probleem is wel, dat er niet genoeg steentjes zijn. De vogels maken dan ook een hele tijd ruzie, want ieder wil zijn heuveltje zo hoog mogelijk maken. Hoe hoger, hoe beter de eieren beschermd zijn tegen het smeltwater, dat over de rotsen' stroomt. Het vrouwtje legt twee eieren en gaat op vakantie.

De kleintjes worden groot

Op het hoge nest zit manlief trouw te broeden. Geduldig wacht hij tot zijn vrouwtje terugkomt. Dat duurt wel even, want ten eerste loopt ze niet vlug en ten tweede is de afstand naar het open water — waar ze immers vandaan komen — erg groot. Als ze na een dag of veertien terugkomt is hij aan de

beurt. Gelcof maar dat hij op topsnelheid naar zee vertrekt! Zijn maag knort, want met al de strubbelingen, die het bouwen van een nest meebrengen, is hij zeker vier weken zonder voedsel geweest. Als de eieren zijn uitgekomen krijgen de ouders het bijzonder druk. Twee hulpeloze donzige kuikentjes schreeuwen om eten. Ze lijken totaal niet op hun vader en moeder. Om beurten maken hun ouders nu de verre reis naar de kust. Waar zouden ze anders voedsel moeten' halen? Ze vangen zoveel mogelijk vis en slikken deze in. Dan waggelen ze terug naar hun nest en braken daar de bijna geheel verteerde vis weer uit. Bah, wat vies, zullen jullie wel zeggen, maar de jonge pinguïns groeien er goed van. Dat geeft grote moeilijkheden, want nu moeten hun ouders samen op voedsel uit en wie moet er dan op de jongen passen?

De babysit

Pinguïns broeden in kolonies, d.w.z. grote troepen vogels bouwen bij elkaar hun nesten. Nu duurt het niet lang of de kuikens, die op dezelfde tijd zijn „geboren" en al zo groot zijn, dat hun ouders samen op voedsel uitmoeten, wonen bij elkaar in één groep. Ze worden opgepast door kinderloze pinguïns. Als alle jongen groot genoeg zijn om te kunnen zwemmen, gaat de hele pinguïnkolonie naar de kust en komt pas de volgende zomer terug.

Keizers-en koningspinguïns

Aan de kust van het Zuidpoolland leven grote en kleine pinguïns. De grote soorten — soms tot 1 meter hoog — maken geen nest. Het vrouwtje legt één ei. Ze wacht de zomer niet af, maar begint te broeden als het nog winter is. Dat moet wel, want dit grote ei heeft zeven weken nodig om uit te komen. Als ze tot de zomer zou wachten, is de jonge pinguïn niet groot en sterk genoeg om de lange en' strenge winter te doorstaan. Het vrouwtje legt het ei niet zomaar in de sneeuw, dan zou het veel te sterk afkoelen, het komt keurig op haar voeten terecht en een huidplooi in haar buik zorgt ervoor, dat het ei ook van boven warm gehouden wordt. Net als bij de kleinere soorten broeden het vrouwtje en mannetje om beurten. Doodstil staan ze in de ijzige koude en het donker van de winter wekenlang op hun ei. Het is lente als het uitkomt en de ouders van de keizers-en konings-

pinguïns zorgen op dezelfde manier voor hun jongen als de kleinere soorten.

Niet vlug op het land?

Zeg weten jullie, dat als een pinguïn haast heeft, hij op zijn buik gaat liggen in de sneeuw en zich met zijn voeten afzet? Met een vaart schiet hij over de witte vlakte. Wat zei je? Niet vlug op het land?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1975

Daniel | 20 Pagina's

PINGUIN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 mei 1975

Daniel | 20 Pagina's