Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gideon door een teken gesterkt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gideon door een teken gesterkt

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere heeft Gideon geroepen tot richter om het volk Israël van de al zeven jaar durende onderdrukking van de Midianieten te verlossen. Een- en andermaal heeft de Heere Gideons zwakke geloof versterkt.

En Gideon zeide tot God: Indien Gij Israël door mijn hand zult verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt, zie, ik zal een wollen vlies op den vloer leggen.
Richteren 6:36, 37a

Als eerste openbare geloofsdaad heeft Gideon het altaar van Baäl afgebroken en daarvoor in de plaats een altaar voor de Heere gebouwd. Met deze handeling moest Gideon, met gevaar voor eigen leven, aan het volk tonen waar de oorzaak lag van de onderdrukking door de Midianieten. De oorzaak van hun ellende was een gevolg van hun afval van de HEERE en het dienen van de Baäl.

In Richteren 6:33 lezen we dat de Midianieten opnieuw het land Israël binnentrekken en zich legeren in het dal van Jizreël. Dit is het moment dat Gideon de strijd gaat aanbinden. In vers 34 lezen we: ‘Toen toog de Geest des HEEREN Gideon aan; en hij blies op de bazuin, en de Abiëzrieten werden achter hem bijeengeroepen’. De kanttekening merkt hierbij op: ‘Of bekleedde hem, te weten met zulke gaven van wijsheid, ijver, kloekmoedigheid en dapperheid als de Geest des HEEREN wist dat hem tot dit werk, als wapens, van node waren’. De Heere maakt Gideon, die in eigen kracht niets vermag, bekwaam en vaardig.

De bazuin geblazen

Gideon aarzelt geen moment, maar blaast de bazuin om het volk op te roepen tot de strijd. Het volk wist bij het blazen van de bazuin dat er gevaar dreigde en dat de mannen zich moesten melden om dienst te nemen in het leger. Als tenslotte de noordelijke stammen zich rondom Gideon hebben verzameld, komt het moment dat Gideon de Heere om een teken vraagt, niet één keer, maar zelfs twee keer, zoals we lezen in de verzen 36 tot en met 40. Gideon wordt nogal eens om het vragen van dit teken veroordeeld. God heeft immers al duidelijk tot hem gesproken en durft Gideon nu nog niet op God te vertrouwen? Als we Gideon zo voorstellen, dan is hij een voorbeeld van een twijfelaar. Twijfel is ongeloof en wie twijfelt is een ongelovige en dan is dit vragen van Gideon puur ongeloof.

Als we zo spreken, vergeten we dat er verschil is tussen het geloof en de gelovige. Als het geloof in oefening is, is er geen twijfel, maar de gelovige kan vol met twijfel en ongeloof zitten. We mogen het daarom nooit opnemen voor de twijfel. Maar is er hier bij Gideon wel sprake van twijfel? Er is wel sprake van een zwak en heftig bestreden geloof, dat om bevestiging vraagt door middel van een teken. Dat is wat anders dan twijfelen.

Gideon stond voor een in zijn ogen onmogelijke opgave met het kleine leger dat zich bij hem verzameld heeft. Ziende op zichzelf vervult vrees zijn hart.

Besef van onwaardigheid

Wat hier bij Gideon vaak wordt aangezien voor ongeloof en twijfel, is een voorbeeld van geloof dat in diep besef van eigen onwaarde worstelt met God. In deze zielsgestalte vraagt Gideon aan de Heere om een teken van Zijn goedgunstigheid. Eerst vraagt hij of het vlies (een schapenvacht), dat hij uitspreidt op het open veld, door de dauw bevochtigd mag worden terwijl het veld droog blijft. Wat zal het voor hem een wonder geweest zijn als hij ’s morgens de schapenvacht kan uitwringen omdat die helemaal doorweekt is. Hoewel hij daardoor wonderlijk bemoedigd zal zijn, vraagt hij opnieuw om een teken, nu om het omgekeerde, dat de dauw wel op het veld valt, maar niet op het vlies.

Zowel de eerste als de tweede keer doet de Heere wat Gideon vraagt. In vers 38 staat: ‘En het geschiedde alzo’. En in vers 40 staat: ‘En God deed alzo in denzelven nacht’.

Gideon kon niet geloven op commando. Steeds maar weer moest hij de Heere vragen om bevestiging.

Uit de verhoring blijkt dat de Heere Zijn goedkeuring geeft aan wat Gideon vraagt. Daarop wijst ook kanttekening 60 waar wordt uitgelegd dat Gideon dit teken niet vraagt uit wantrouwen en ongeloof, maar dat hij het teken ootmoedig begeert tot versterking van zijn geloof. Gideon kon niet geloven op commando. Steeds maar weer moest hij de Heere vragen om bevestiging.

Worstelende zielen

In het ware geloof gaan al Gods kinderen ervaren dat zwakheid en twijfel zo dicht bij elkaar liggen.

Maar juist dat is de weg waarin ze worden uitgedreven tot de Heere om met de Heere niet beschaamd uit te komen.

Zo is deze geschiedenis een bemoediging voor worstelende zielen, die het nooit voor de twijfel opnemen, maar die er wel mee bij de Heere terechtkomen en het als schuld voor God gaan erkennen. Het geloof als genadegave vindt alleen rust in Gods spreken tot de ziel.

Zo zien we dat wat zwak lijkt, niet zwak is, maar juist door het smeken om versterking, bevestiging en bemoediging sterk is, omdat zo’n ziel het alleen van de Heere verwacht.

ds. A. Schreuder, Beekbergen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2019

De Saambinder | 20 Pagina's

Gideon door een teken gesterkt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2019

De Saambinder | 20 Pagina's