Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De fluisteringen des Heeren (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De fluisteringen des Heeren (3)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

En na het vuur het suizen van een zachte

stilte. 1 Kon. 19:12a

Geliefde lezer,

En na het vuur het suizen van een zachte stilte! De stille, zachte stem van Christus volgde dus op de sterke wind, de zware aardbeving, en het hete vuur. Wat een grote tegenstelling voor de profeet Elia, wat een wonderlijke verandering vond er in zijn ziel plaats. Hij mocht in deze stille zachte stem opnieuw de stem van zijn Heere horen. Zijn beangstigend gemoed mocht in dit Goddelijk fluisteren de goedertierenheid en nabijheid van zijn Heere opnieuw vernemen, en de zoete gemeenschap en dierbare tegenwoordigheid genieten. Welk een zalige verandering vond er toch na dit alles plaats in zijn ziel, en wat een hemels genot vervulde toen de schatkamers van zijn hart. Daar, op die berg Horeb, werd het voor zijn ziel de berg Gods. Daar werd het voor hem werkelijk een Bethel, een huis Gods, een poort des hemels, omdat de hemel zich voor hem opende, het evangelie zich voor hem ontsloot, en Christus Zich daar lieflijk aan zijn ziel openbaarde. Daar op die plaats, kreeg hij de zoetigheid van Christus' gunst te smaken, die oneindig meer smaakte dan de allerkostelijkste spijze. Daar op die berg kwam de Heere neder. Neder! Is dat geen eeuwig wonder van nederbuigende genade, dat de Heere neder kwam tot nietig stof en as? Zouden we ons niet verwonderen, wanneer een hooggeplaatst persoon van zijn paard afstijgt om een worm die op de weg kruipt, op te rapen en in de berm te leggen? Welnu, is het dan niet onbegrijpelijk wanneer de Heere van Zijn hoge zetel neerziet op een mens die een made is, en des mensenkind, dat een worm is'? (Job 25:6). Ja, dat Hij zulk een worm wil genadig zijn, en gelijk als bij de profeet Elia hem vriendelijk toespreekt: Vrees niet, gij wormken Jakobs, gij volksken Israels. Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israels? (Jes. 41:14). Dat de hoge heilige Heere neerziet op een zondig mensenkind, een diepgevallen adamskind, en een veroordeelde hellewicht die zichzelf verfoeit in stof en as, en aan zulk een bevestigt: Maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagenen van geest en die voor Mijn woord beeft? (Jes. 66:2b).

Deze nederbuigende genade is alleen mogelijk omdat Christus Zich zo diep heeft willen vernederen om arme zondaren te verlossen uit de diepte van Adams val. Christus heeft de hemel verlaten om op aarde in de hof van Gethsémané te kruipen als een Worm en geen Man (Ps. 22:7). Op grond van Zijn diepe vernedering, buigt de verhevene Heere Zich neder tot nietige aardwormen. Dat nederbuigen uit genade om Christus' wil, wordt door David aldus verwoord: En Hij boog den hemel en daalde neder (Ps. 18:10). Toen de bruid van Christus Zijn nederbuigende genade mocht opmerken, door het horen van het suizen van een zachte stilte in haar ziel, riep zij in verwondering uit: Dat is de stem mijns Liefsten, zie Hem, Hij komt, springende op de bergen, huppelende op de heuvelen (Hoogl. 2:8). Dan komt Hij neder, en springt als het ware over al de bergen van bezwaren heen, om Zijn volk te vertroosten. Zo ook bij de profeet Elia. Al was hij dan alleen, echter was hij niet eenzaam, want hij mocht op deze berg met God gemeenzaam zijn. Elia zal het nooit vergeten zijn, dat Christus na het vuur in Zijn nederbuigende goedheid overkwam om hem te vertroosten. Gelijk eb en vloed elkaar altijd afwisselen, zo ook de zielsgesteldheid in het leven van Gods volk. Wanneer Jezus uit het oog is, dan kunnen de schatten van tienduizend werelden het verlies van het licht van Zijn aangezicht niet vergoeden. Het is een zuiver kenmerk van Gods werk in onze ziel, wanneer Jezus' fluisteringen voor ons van oneindig meer waarde zijn dan al de goudmijnen van de wereld en de bezittingen van de rijken der aarde. Jezus' fluisteringen vloeien voort uit Zijn liefdeshart, en daarom worden zij in liefde gesproken en veroorzaakt dit wederliefde in hun hart.

Vrienden, hoe begeerlijk zijn Jezus' fluisteringen, hoe kostelijk zijn ze voor de ziel. Ik zou er alles voor over hebben voor deze fluistering van Jezus' gezegende lippen. Zij is hartinnemend, zielsverblijdend, en zondedodend. Voor geen duizend kanonkogels is satan verschrikt, maar voor de fluisterstem van Christus vlucht hij weg. O, die dierbare fluisteringen uit Jezus' mond zijn zoeter dan honing, versterkt in de zware strijd, en veroorzaakt kracht om het kruis te dragen en om de loopbaan met vreugde te bewandelen. Dit zachte suizen, deze fluistering veroorzaakt ootmoed en diep ontzag in de ziel. We kunnen dit zo duidelijk zien bij de profeet Elia. Hij omwond zijn gezicht met zijn mantel, en zonk zalig verrukt voor 's Heeren voeten neer in het stof Ziet u, dat zijn gesteldheid ineens veranderde? In zulke omstandigheden tekent zich de inwendige gestalte van Gods volk. Zie, dit alles is de vrucht van Gods welbehagen in Christus, waardoor Hij in Zijn nederbuigende liefde tot de profeet afdaalde. Vrienden, is deze naderbuigende genade u vreemd, en weet u van deze grote tegenstelling in uw ziel niet af: En na het vuur het suizen van een zachte stilte? Arme mens, indien deze tegenstelling u nog onbekend zij, dan is dit een klaar bewijs dat u Christus' stem niet kent, noch Zijn schaap bent. We horen toch de grote Herder der schapen zeggen: Mijn schapen horen Mijn stem, en Ik ken dezelve, en zij volgen Mij (Joh. 10:27). Christus' schapen zullen deze tegenstelling in hun zielenleven niet vreemd zijn. Zij kunnen vertellen hoe pijnlijk het voor hen is om een zwijgend God te kennen, maar ook hoe hartverheugend het voor hen is om de fluisteringen van Jezus' lippen te vernemen. Het is zulk een verschil wie en wat men tot ons spreekt. Iemand die ons ongunstig gezind is, probeert altijd woorden te spreken die als scherpe zwaarden zijn, of hij moet als een van de bedekte lieden met ons valselijk omgaan! Echter degene die een boezemvriend voor ons is, zal ook in het spreken het goede bedoelen, of dit nu bestraffend of vertroostend is. Doch wie anders dan Jezus is de Vriend Die te allen tijde lieflieeft, en spreekt en handelt vriendelijk met onze ziel. Gewoonlijk is het, dat voor Christus' komst en het horen van Zijn stem, een zekere tijd van beproeving en kastijding vooraf gaat. Doch op 's Heeren tijd mogen zij ervaren: En na het vuur het suizen van een zachte stilte. De Heere acht deze voorafgaande zaken zoals de wind van tegenheden, de aardbe

Meditatie vervolg

ving van zw^are rampen, en het vuur van beproeving nodig om Zijn volk weer als schuldigen en onwaardigen aan Zijn voeten te brengen. De Heere zal altijd weer tot Zijn volk komen, echter op Zijn tijd. Ook daarin komt zo duidelijk de soevereiniteit Gods openbaar. Dat is dan ook de reden waarom Hij bij de een eerder overkomt dan bij de ander, en dat Zijn bezoek bij de een langer is dan bij de ander. Zo kan zelfs de bepaalde tijd en tijdsduur verschillend zijn in een en dezelfde persoon. Het is mogelijk dat de Heere in bepaalde tijden gedurig overkomt, zodat de tijd tussen het ene Godsbezoek en de andere kort is. Echter, kunnen er ook tijden komen dat er weken, maanden, en zelfs nog wel langere periodes zijn waarin zij Christus' komst moeten ontberen. Ik bedoel niet, dat de Heere voor hen dan een land van uiterste duisternis is, of dat Hij Zijn onderhoudende genade intrekt. Nee, de Heere kan hen wel versterken, zoals Hij de profeet in de woestijn versterkte door hem een gebakken koek en een fles water te geven. Zo kan de Heere ook Zijn volk versterken als zij in Zijn huis onder de middelen der genade verkeren, en deelnemen aan het sacrament van het Heilig Avondmaal, hoewel zij toch Christus' komst met Zijn zalige genietingen grotendeels moeten missen. Vanzelf weten we dat de minste uitlating van Christus is van oneindig meer waarde is dan de hele wereld; dat een vallend kruimeltje genade van de Evangelie-tafel een rijke verbondsgave is; dat een geschonken druppeltje van de wateren van vrije genade voortvloeit uit Christus' volheid; en dat een lichtstraaltje afkomstig van Christus, de Zon der gerechtigheid niet klein te achten is. Echter is het een grote weldaad, wanneer we met de profeet de fluisteringen van Christus in onze ziel mogen vernemen, want dan is Hij als die dierbare Persoon dichtbij ons. Gelijk iemand die ons in het oor fluistert, eerst tot ons komt, en neerbuigt om ons iets mee te delen, alzo mocht de profeet en mogen al Gods kinderen ervaren, wat het is wanneer Christus tot ons komt en Zijn genegenheid ons fluisterend meedeelt.

Vrienden, is bovengenoemde tegenstelling ons vreemd? Moge de Heere dan deze meditatie zegenen. Volk, zie uit naar Jezus' komst en Zijn hartinnemende fluisteringen!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2000

De Wachter Sions | 8 Pagina's

De fluisteringen des Heeren (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 2000

De Wachter Sions | 8 Pagina's