Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enkele opmerkingen over het nieuw belijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enkele opmerkingen over het nieuw belijden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

7.

We hebben er aan het slot van ons vorige artikel op gewezen, dat het niet toevallig was, dat er in de Fundamenten en Perspectieven gezwegen wordt over het Schriftgezag. De commissie, die dit geschrift opstelde, maakt blijkens de inleiding onderscheid tussen het Schriftgezag in formele zin en het feitelijk gezag dat de inhoud der Heilige Schrift op ons uitoefent.

Deze onderscheiding hangt samen met de nieuwere theologische beschouwingen, niet van de reformatie, maar van deze tijd, die in dit geschrift telkens weer naar voren komen. Men redeneert dan ongeveer als volgt: We kennen God alleen in Christus. Het Woord is vlees geworden en niet in de Schrift vastgelegd. Christus is de openbaring Gods. En van die openbaring is de Bijbel slechts een getuigenis. Wij mogen dan ook nooit zeggen dat wij de waarheid hebben. Het moet ons telkens weer van God gegeven worden.

De kerk der reformatie heeft echter juist in de Heilige Schrift haar vastigheid weer teruggevonden. De Heilige Schrift spreekt tot ons met Goddelijk gezag. Ook de Heere Jezus beroept zich telkens op het: Er is geschreven... Dat kan ook alleen de vaste en zekere grondslag voor een kerk zijn. Wat in de kerk gepredikt en geleerd wordt moet in overeenstemming zijn met de Schrift, omdat zij met goddelijk gezag tot ons komt. En anders blijft er voor ons immers alleen maar over het menselijk gezag. Want dan wordt de boodschap Gods datgene wat de mens uit de Schrift beluistert als boodschap. Dit kan niet anders worden dan de ondergang van de kerk.

De moede en wanhopende mens, die men in dit geschrift wil aanspreken, heeft juist nodig dat hij teruggevoerd wordt tot God en zijn Woord.

Het gesprek met Dr. Berkhof op de classicale vergadering van Wijk over deze dingen gevoerd, dat mede aanleiding werd tot het schrijven van deze artikelen, heeft ook zijn pen in beweging gebracht. In het blad In de Waagschaal heeft hij een artikel gepubliceerd over het Schriftgezag.

Uit dat artikel blijkt echter, dat hij ons een onderscheiding opdringt, die bij ons niet eenwezig is. Hij meent, dat wij de Schrift los van haar inhoud zouden bezien. Wij zouden dan opkomen voor het gezag van de vorm en de commissie die de Fundamenten en perspectieven opstelde zou opkomen voor het gezag van de inhoud der Schrift, van het eigenlijke waarom het gaat. Wij willen echter vorm en inhoud niet onderscheiden. Het gaat ons alleen om de Schrift en het gaat ons oin de gehele Schrift.

Dr. Berkhof stelt het zo voor alsof b.v. Calvijn een geheel andere opvatting zou hebben ten aanzien van de Schrift dan de tegenwoordige gereformeerde belijders. Bij hem ging het niet zozeer om de vorm als wel om de inhoud van de Schrift. Maar ook bij Calvijn mag men immers zo niet spreken. Een dergelijke onderscheiding is ook door hem nooit gemaakt. Het ging ook bij Calvijn immers om de gehele Schrift.

Door Dr. Berkhof wordt het dan zo voorgesteld, dat naar de inhoud de Schrift Gods Woord is, maar naar de vorm mensenwoord is. En het geloof zou dan alleen maar belangstelling hebben voor de Schrift om haar inhoud, over de vorm strekken de theologen het onderzoek uit.

Maar daartegenover zouden wij op willen merken, dat Dr Berkhof hier een onderscheiding invoert die voor het geloof niet bestaat. Voor het geloof is er geen kwestie van vorm en inhoud. Het geloof houdt de boeken van het Oude en van het Nieuwe Testament voor goddelijke geschriften, voor de Heilige Schrift en de eigenlijke schrijver van die Heilige Schrift is de Heilige Geest, Dat wordt ook geleerd in art. 2—7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. En wanneeer Dr. Berkhof een dergelijke constructie van vorminhoud invoert, dan is daarmee de belijdenis der kerk verlaten.

Op het artikel van Dr. Berkhof komen we nog nader terug. Het heeft al vele pennen in beweging gebracht. En ook naar onze mening heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd in de discussie rondom het Schriftgezag. Want daardoor zijn de standpunten duidelijker uitgekomen en daardoor zien we ook duidelijk, dat de nieuwere meningen, ontstaan onder invloed van Karl Borth, ten aanzien van het Schriftgezag, wel verre afwijken van de belijdenis onzer kerk, dat de Heilige Schrift Gods Woord is.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 augustus 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Enkele opmerkingen over het nieuw belijden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 augustus 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's