Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

2. De sabbat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. De sabbat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Instelling

Het is opvallend dat de behandeling van de zeven hoogtijden in Leviticus 23 begint met de sabbat. Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: De gezette hoogtijden des HEEREN, welke gijlieden uitroepen zult, zullen heilige samenroepingen zijn; deze zijn Mijn gezette hoogtijden. Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust. De sabbat hoort dus bij de hoogtijden van Israël. Het woord 'sabbat' is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord sjavat, dat 'ophouden met werken', 'rusten' betekent.

In de oudheid was Israël het enige volk dat de zevendaagse week kende met de wekelijks terugkerende zevende dag als sabbat. De tijdsindeling in weken berust namelijk niet, zoals de andere tijdsindelingen (dag, maand, jaar), op een astronomisch verschijnsel, maar alleen op het gebod van God. Met de wekelijkse rustdag onderscheidde Israël zich van alle andere volken. Het is opvallend hoe vaak het sabbatsgebod in de Bijbel voorkomt. Niet alleen in de Tien Geboden, maar ook bij allerlei andere gelegenheden en zo dus ook bij de behandeling van Israëls hoogtijden.

Er zijn dan ook belangrijke betekenissen van de sabbat aan te wijzen. De sabbat herinnert in de eerste plaats aan de schepping. In Genesis 2 staat dat God op de zevende dag rustte van al het werk, dat Hij geschapen had. Voor dit 'rusten' wordt het werkwoord sjavat gebruikt. Zoals de Schepper de scheppingsweek afsloot met de sabbat, zo moet Zijn volk elke week afsluiten met de viering van deze zevende dag.

In de tweede plaats herinnert de sabbat aan de verlossing uit Egypte. In Deuteronomium 5 wordt bij het gebod de sabbat te houden, niet verwezen naar de schepping, maar naar de verlossing uit Egypte. Toen de Israëlieten in Egypte slavenarbeid verrichtten, werd hen geen moment rust gegund. De Heere wil dat het volk de bevrijding hiervan niet zal vergeten en Hem ervoor dankbaar zal zijn. En daarom wil de Heere hen elke week op Zijn rustdag weer aan die verlossing herinneren.

In de derde plaats wijst de sabbat vooruit naar de eeuwige rust. Hij heeft ergens van de zevende dag aldus gesproken: En God heeft op de zevende dag van al Zijn werken gerust. (...) Er blijft dan een rust over voor het volk Gods. (Hebreeën 4: 4 en 9).

Viering

In de Bijbel worden voorschriften gegeven voor het vieren van de sabbat. Op deze dag mochten de Israëlieten niet werken op het land, geen vuur maken, geen hout sprokkelen, geen lasten dragen en geen handel drijven. Uit de Bijbel is bekend dat de Farizeeën hier allerlei verboden aan toegevoegd hebben. Ook later is door de rabbijnen tot de kleinste pietluttigheden aan toe vastgelegd wat er wel en wat er niet mocht op de sabbat. Zo is er naar aanleiding van het verbod om lasten te dragen op de sabbat de vraag gesteld of het dragen van een zakdoek een last is. Toch is de sabbat door de Joden, ondanks alle verboden, altijd gerekend tot de feestdagen. In de Talmoed (rabbijnse uitleg van de Thora) wordt gezegd dat de sabbat een 'kostbare gift' is. Zo is het ook door God bedoeld. In Jesaja 58:13 lezen we dat de sabbat een verlustiging voor de mens moet zijn. De Heere gebiedt het volk op de sabbat een heilige samenroeping te houden. Er staat bij dat dit een gebod is in al uw plaatsen. Dit laat zien dat de samenkomst niet in de tempel, maar plaatselijk gehouden werd. Hoe de Joden tegenwoordig de sabbat vieren is het resultaat van een lange ontwikkeling.

Ruth Nessim, een Messiasbelijdende Jodin, vertelt vanuit Israël: "De sabbat wordt gevierd op de zevende dag. Op deze dag wordt er alleen noodzakelijk werk gedaan. Winkels zijn gesloten van vrijdagavond tot zaterdagavond en ook de meeste treinen en bussen rijden niet. Omdat tachtig procent van de Israëlische bevolking ongodsdienstig is, is het niet verbazingwekkend dat er steeds vaker stemmen opgaan om de sabbatsviering uit te hollen.

Door de orthodoxe en ook de andere godsdienstige Joden wordt de sabbat heel strikt gevierd. Vóór sabbat is al het werk gedaan, het huis is schoongemaakt en het eten is klaargemaakt en wordt op speciale platen warm gehouden. Er wordt niet gewerkt op sabbat, niet gewassen, niet gekookt en orthodoxe Joden zullen zelfs geen licht aandoen of apparaten bedienen. In noodgevallen kan dit aan een niet-Jood gevraagd worden. Modernere huizen zijn uitgerust met elektronische schakelingen om lichten, de lift enzovoorts te bedienen. De sabbat begint op vrijdagavond met het aansteken van de sabbatskaarsen door de vrouw des huizes, waarbij het sabbatsgebed wordt uitgesproken. De mannen en jongens gaan dan naar de synagoge, terwijl de vrouwen de sabbatstafel gereed maken. Als de mannen weer thuiskomen, zegent de vader het gezin en het huis en wordt het sabbat kiddush, de zegening van de sabbat uitgesproken. De dag wordt ingewijd met het uitspreken van de zegen over een beker wijn, symbool van vreugde (Psalm 104: 5). Dan worden twee gevlochten broden, de challes, aangesneden en de feestelijke maaltijd begint. De twee broden herinneren aan de dubbele portie manna die de Joden in de woestijn op vrijdag ontvingen. Op sabbatochtend gaan orthodoxe Joden opnieuw naar de synagoge, nu met het hele gezin. Ook de kerkdiensten van Messiasbelijdende Joden worden op zaterdag gehouden. Na thuiskomst vindt de tweede van de drie gebruikelijke sabbatsmaaltijden plaats, terwijl er sabbatsliederen gezongen worden. 's Avonds wordt na een feestelijke derde maaltijd afscheid van de sabbat genomen met een ceremonie waarin de scheiding tussen deze dag en de week gemaakt wordt. Een kaars wordt gedoofd en er gaan zoete kruiden rond. De kruiden, die worden bewaard in een kruidenbus, moeten de herinnering aan de sabbat in de komende week vasthouden."

De zondag

De christelijke kerk viert de rustdag niet op zaterdag, maar op zondag, de dag van Christus' opstanding. In het Nieuwe Testament zijn er geen duidelijke aanwijzingen dat de zaterdag als sabbat vervangen werd door de zondag. Wel is duidelijk dat de eerste dag van de week een bijzonder karakter kreeg. In Handelingen 20 lezen we dat de discipelen op de eerste dag van de week bijeenkomen, waarbij Paulus een rede houdt. Ook in de brieven van Paulus lezen we dat op deze dag, de dag des Heeren, de christenen bij elkaar komen en een gave apart leggen voor de armen. Vanaf de tweede eeuw na Christus is het aanwijsbaar dat christenen beginnen met het houden van de rustdag op zondag in plaats van op zaterdag. Sinds Constantijn de Grote is de zondag de officiële rustdag geworden voor de christelijke kerk (± 325 n. Chr.).


Synagoge

Het Griekse woord synagoge betekent: 'huis van samenkomst'. In elke synagoge is er een nis met de rug in de richting van Jeruzalem waarin de Thora (de vijf boeken van Mozes), geschreven op perkamenten boekrollen, wordt bewaard. Deze nis wordt 'ark' genoemd. In de meeste synagogen hangt er een kleed voor de ark, een 'voorhang'. Voor de ark staat een lezenaar, waar de voorganger het grootste gedeelte van de liturgie voordraagt. In het midden van de synagoge is er een verhoging. Vanaf een tafel op deze verhoging wordt uit de Thora gelezen. Tijdens de dienst worden de Thorarollen van de ark naar de verhoging gedragen. Verder tref je in een synagoge de zevenarmige kandelaar aan en een afbeelding van de twee stenen tafelen van de Wet. In orthodoxe synagogen is er ook nog een afgescheiden ruimte voor vrouwen. De meeste synagogen hebben ruimten waar de Thora en de boeken van de rabbijnen bestudeerd kunnen worden. Tijdens de dienst staat het lezen van de Thora centraal. De Schriftlezing uit de Thora staat voor iedere week vast, waardoor alle Joden over de hele wereld dezelfde schriftgedeelten lezen op dezelfde dagen. Daarnaast worden er ook gedeelten uit de profeten (Nebiim) en overige bijbelse geschriften (Chetuvim) gelezen. De Schriftlezingen worden omlijst door lofzeggingen en het opzeggen van formuliergebeden uit de Siddoer, het gebedenboek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

AanZet | 72 Pagina's

2. De sabbat

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

AanZet | 72 Pagina's