Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

2. De verzoeking in de woestijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. De verzoeking in de woestijn

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bekende prediker C.H. Spurgeon zei: "Er is veel dat wij kunnen en moeten leren van de verzoeking van onze Heere. Hij werd verzocht op alle gebieden, net als wij. Als u Christus' verzoeking bestudeert, zult u niet onwetend blijven over satans tactieken." Dit hoofdstuk gaat in op de verzoeking van Jezus in de woestijn. Je leest hierin meer over de manier waarop satan Jezus verzoekt, waarom hij Hem verzoekt en hoe Jezus hem overwint.

De duivel verzoekt Jezus vanaf het begin van Zijn verblijf in de woestijn. Op welke wijze de Heere Jezus gedurende de veertig dagen verzocht is, vermeldt de Bijbel niet. Duidelijk is in ieder geval dat de duivel probeert te voorkomen dat de Heere Jezus zondaren zal kunnen verlossen. Op één of andere manier wil hij voor elkaar krijgen dat de Heere Jezus dit grote werk niet op Zich zal kunnen nemen. Het grote, heerlijke doel wat Hij voor ogen heeft, moet worden verhinderd.

Vanaf het moment dat de duivel een tegenstander van God was, heeft hij in zijn aanvallen God willen treffen. Door Adam en Eva tot zonde te verleiden, lijkt het of hij terrein heeft gewonnen. En sinds de zondeval blijft hij proberen het koninkrijk van God af te breken. Nu Christus Zijn werk zal beginnen, komt deze strijd tot een climax. De woorden uit Genesis 3: 15 staan hem voor ogen: Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, tussen uw zaad en tussen haar Zaad; Datzelve zal u de kop vermorzelen en gij zult Het de verzenen vermorzelen. Hij zal al het mogelijke proberen om te voorkomen dat hij vermorzeld zal worden; om te voorkomen dat deze woorden waar zullen blijken te zijn. Dit alles maakt de strijd tussen de duivel en Christus zo hevig. Met de eeuwige dood voor ogen gaat de duivel deze strijd aan. Zo wordt de woestijn een terrein waarop een strijd op leven en dood wordt gevoerd.

De eerste verzoeking

Van de strijd die satan met de Zoon van God aangaat, worden drie verzoekingen in de Bijbel uitvoerig weergegeven. Na veertig dagen gevast te hebben, heeft de Heere Jezus honger. Nu grijpt satan zijn kans. Indien Gij Gods Zoon zijt..., zo begint hij. Hij trekt Zijn Godheid in twijfel. Listig vervolgt hij, wijzend naar de vele stenen die in de woestijn liggen: Zeg dat deze stenen broden worden (Mattheüs 4: 3). Jezus moet hem maar een bewijs van Zijn Godheid leveren. Is Hij in staat een wonder te verrichten? Dan zal duidelijk zijn dat Hij de Zoon van God is.

Je zult maar honger hebben. En dan de kans krijgen om voor jezelf eten klaar te maken. ledereen voelt wel aan hoe moeilijk het is dat te weigeren. Dit weet satan. Maar Jezus kent zijn boze bedoelingen. Jezus kan dit wonder doen. Hij is bij machte een steen in brood te veranderen. Hij kan voor Zichzelf een maaltijd aanrichten in de woestijn. Hij kan stenen in brood veranderen, maar doet het niet. Weet Hij Zich niet in alles afhankelijk van Zijn Vader? En zal Hij Hem, nu Hij zo'n honger heeft, niet voeden, zoals Hij het volk Israël dagelijks manna gaf tot onderhouding van hun leven? Als Hij doet wat satan hem vraagt, zal Hij daarin uitspreken dat Hij niet volkomen vertrouwt op de goedheid en de zorg van Zijn Vader. Daarom weigert Jezus, ondanks Zijn grote honger, op satans verzoek in te gaan. Hij antwoordt hem: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat (Mattheüs 5: 4). Het Woord van God is Zijn wapen. Hij gaat geen discussie aan, maar legt satan met Gods Woord het zwijgen op. De Heere Jezus verwijst in Zijn antwoord op satans verzoek naar Deuteronomium 8: 3. Zoals Jezus hongerde, hongerde het volk Israël tijdens de woestijnreis. God verootmoedigde het volk, wilde het overtuigen van zijn afhankelijkheid van Hem. Hij liet het volk hongeren en gaf het vervolgens manna. Dit voedsel kende het volk niet. God gaf dit onbekende voedsel om te laten zien dat niet alleen brood voedt, maar dat alles wat Hij geeft genoeg is tot onderhouding van het leven. God vraagt een volkomen vertrouwen in Hem.

De Heere Jezus weigert Zichzelf van eten te voorzien, Hij laat Zich niet verleiden tot wantrouwen ten opzichte van Zijn Vader. Hij vertrouwt Zich toe aan Zijn zorg, ook nu Hij hongerig is. Hiermee is satans list mislukt. Ook moet voor hem duidelijk zijn dat Jezus de Zoon van God is. Want Hij overwint hem in deze verzoeking.

De tweede verzoeking

Satan geeft zijn strijd niet op. Nu zijn eerste poging is mislukt, geeft hij niet op. Hij zal opnieuw proberen de Zoon van God te overwinnen. En Jezus, Die in de eerste verzoeking staande bleef, wordt opnieuw aangevallen. Satan neemt Jezus mee naar Jeruzalem, naar de tempel. Op de tinne des tempels, de uiterste rand van het dak van het tempelcomplex, kijken beiden uit op aan de ene kant het tempelplein en aan de andere kant een diep ravijn. Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts. Satan verzoekt Jezus met een nieuwe list. In deze verzoeking grijpt hij naar het Woord van God, het wapen dat Jezus ook gebruikte. Want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot (Mattheüs 5: 6 en Psalm 91: 11 en 12). Heeft satan hier gezocht naar de dood van Gods Zoon? Of wilde Hij dat Jezus zou zoeken naar de eer van mensen, die Hem zouden toejuichen als Hij naar beneden zou springen en het er door Gods bewaring levend vanaf zou brengen? Het is niet gemakkelijk na te gaan wat satans bedoeling hierin was. Eén ding is wel duidelijk: Als Jezus van het dak zou springen, zou Hij zondigen. En daarmee zou Zijn werk als Verlosser eindigen.

Eer van mensen... Een overduidelijk bewijs leveren van Zijn Godheid... Hoe moeilijk, vanuit ons mensen bezien, om deze verzoeking te weerstaan. Ieder mens krijgt graag eer van anderen. Hoe logisch lijkt het niet te denken: Nu heeft Hij de kans te bewijzen dat Hij Gods Zoon is! Als Hij springt, zal iedereen moeten erkennen dat God, Die Hem altijd bewaart, Zijn Vader is.

Maar Jezus geeft geen gehoor aan dergelijke gedachten. Gods Woord staat in Zijn hart geschreven. Hij weet wat Hij satan zal antwoorden: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere uw God niet verzoeken (Mattheüs 4: 7). Opnieuw verwijst Hij naar een tekst uit het bijbelboek Deuteronomium. Daarin staat: Gij zult den HEERE uw God niet verzoeken, gelijk als gij Hem verzocht hebt te Massa (Deuteronomium 6: 16). Het volk Israël verzocht God door met Mozes te twisten, door in de woestijn water van hem te eisen. Hierin verzocht het volk God. Op een onredelijke manier eiste het Zijn zorg, ondanks Zijn goedheid waarmee Hij het volk tijdens de woestijnreis onderhield. Waar het volk is gestruikeld, blijft Jezus staande. Hij twist niet met Zijn Vader door onredelijke dingen van Hem te verwachten. De Heere belooft Zijn bescherming in tijden van nood. Maar wie zichzelf onnodig in gevaar begeeft, kan van Hem geen bescherming verwachten. Daarom weigert Jezus te doen wat satan Hem vraagt.

De derde verzoeking

Satan geeft de strijd nog niet op. Tweemaal heeft hij de Zoon van God aangevallen. Waar ieder mens zou zijn bezweken voor de verleiding, bleef Hij, Die mens werd en God bleef, staande. Satan verlaat Jeruzalem en neemt de Heere Jezus mee naar een heel hoge berg. Vanaf de hoge top laat hij Hem al de koninkrijken van de aarde zien, voor zover die zichtbaar zijn vanaf deze berg. Dit moet een heel bijzonder gezicht geweest zijn. Jezus ziet de machtige koninkrijken en hun heerlijkheid. Terwijl de ogen over deze omgeving glijden, zegt satan: Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij nedervallende mij zult aanbidden (Mattheüs 4: 9). Hierin ligt een grote verleiding voor wie op zoek is naar macht en eer. Velen zouden op dit verzoek voor hem gebogen hebben om eer en macht te verkrijgen. Maar Jezus niet. Scherp wijst Hij satan terecht: Er staat geschreven: Den Heere uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen (Mattheüs 4: 10). Opnieuw verwijst Hij naar een tekst uit Deuteronomium, waar Mozes het volk oproept de Heere niet te vergeten, Hem alleen te dienen en voor andere goden niet te buigen (Deuteronomium 6: 12-14). Als het volk niet mag buigen voor de afgoden, hoe zou Hij, de Zoon van God, voor satan buigen? Het Licht der wereld knielen voor de vorst der duisternis? Dit is ondenkbaar. Als Hij dit zou doen, zou Hij Zich storten in de zonde waarin alle ongelovigen leven. Maar Hij is sterker dan satan en gaat op zijn verzoek niet in.

In de woorden van satan ligt ook een grote leugen. Hij doet alsof de koninkrijken onder zijn macht vallen. In zekere zin is dat waar. Velen gehoorzamen hem. Hij heeft grote macht. Maar Gods macht gaat daar ver bovenuit. Op veel plaatsen in de Bijbel lees je dat God Koning is over de aarde. De aarde is des Heeren, mitsgaders haar volheid, de wereld en die daarin wonen (Psalm 24: 1). De HEERE regeert, dat de volken beven (Psalm 99: 1). Satan kan Jezus de koninkrijken niet geven, want ze zijn al in Zijn bezit. En satan heeft alleen macht voor zover God hem dat geeft.

In satans woorden ligt ook deze list, dat Jezus macht en eer zal zoeken. En komt Hem niet alle macht toe? Dat zeker! Maar Jezus beroept Zich hier niet op. Hij weerstaat deze verleiding. Later heeft Hij, in een andere situatie, tegen Zijn discipelen gezegd: Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen. Hij zoekt geen toejuiching van mensen, maar vernedert Zich diep. Hij, de Zoon van God, Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode evengelijk te zijn, maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; en in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises (Filippenzen 2: 6-8). Niet satan, maar God zal Hem macht en heerlijkheid geven: Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid Gods des Vaders (Filippenzen 2: 9-11).

Na deze derde verzoeking toont Jezus Zijn grote macht. Hij stuurt satan met een enkel woord weg: Ga weg, satan (Mattheüs 4: 10). Satan gehoorzaamt. Nu blijkt dat er grenzen zijn aan zijn macht. Als Jezus spreekt, moet hij zich aan Hem onderwerpen. Voor een tijd verlaat hij Jezus. En als de duivel alle verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd (Lukas 4: 13).

De engelen dienen Hem

Zodra de duivel weg is, komen de engelen en dienen Hem. Tijdens de verzoekingen zijn ze op een afstand gebleven. Jezus streed alleen. Maar nu Hij heeft overwonnen, komen ze tot Hem om Hem de eer te geven. Zij zijn nauw betrokken bij de strijd tegen satan. Dit vind je heel duidelijk weergegeven in Openbaring 12: 7-12. Michaël en zijn engelen strijden tegen de draak en zijn engelen. De draak is de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt (vers 9). De draak en zijn engelen verliezen, ze worden op de aarde geworpen. Een grote stem in de hemel klinkt: Nu is de zaligheid en de kracht en het Koninkrijk geworden onzes Gods, en de macht van Zijn Christus (vers 10). Ook andere schriftgegevens wijzen erop dat de engelen sterk betrokken zijn op Christus en Zijn werk. Na Jezus' geboorte zingen zij een loflied en sporen de herders aan Hem te zoeken (Lukas 2). Tijdens Zijn zware strijd in de hof van Gethsémané versterkt een engel uit de hemel Hem. In 1 Petrus 1: 11 en 12 lees je dat de engelen begerig zijn in te zien in de gevolgen van de verkondiging van het Evangelie, de boodschap van het lijden en de verheerlijking van Christus.

Deze gegevens maken duidelijk waarom de engelen na de verzoekingen tot Jezus komen en Hem dienen. Zij strijden met Hem en overwinnen met Hem. Zij verwonderen zich over Zijn grote macht.

Jezus en satan

In de tijd die volgt, blijft de strijd tussen het vrouwenzaad en het slangenzaad. Een voorbeeld hiervan is de ontmoeting tussen Jezus en de Gadareense bezetene. Deze man, van vele duivelen bezeten, ontmoet Jezus. Wat heb ik met U te doen, Jezus, gij Zone Gods des Allerhoogsten? Ik bid U, dat Gij mij niet pijnigt, roept hij (Lukas 8: 28). In zijn woorden klinkt de stem van satan door. Hij toont ontzag voor Jezus' macht. Vol angst bidden de duivelen Hem, dat Hij hen niet in de afgrond zal laten storten. Jezus laat hen toe in een kudde zwijnen te varen. De kudde stort van de steilte af in het meer. Zo toont Jezus Zijn macht. De duivel is aan Hem onderworpen en kan alleen doen wat Hij toestaat.

Een ander voorbeeld is Zijn ontmoeting met een stomme, die door de duivel bezeten is. Jezus werpt de duivel uit. Sommige omstanders suggereren dat Hij de duivelen door Beëlzebul uitwerpt, met andere woorden dat Hij een handlanger van de duivel is. Maar Hij maakt duidelijk dat de vinger van God voldoende is om duivelen uit te werpen (Lukas 11: 20). Wanneer een sterke gewapende zijn hof bewaart, zo is al wat hij heeft in vrede. Maar als één daarover komt, die sterker is dan hij, en hem overwint, die neemt zijn gehele wapenrusting, daar hij op vertrouwde, en deelt zijn roof uit (Lukas 11: 21-22). Christus overwint satan. De sterke gewapende (de duivel) moet zijn wapens neerleggen nu Eén gekomen is Die sterker is dan hij.

Een derde voorbeeld van de strijd tussen satan en Jezus vind je in Lukas 22. Hier is de strijd op z'n hevigst. Satan brengt Judas tot het plan Jezus te verraden, zodat Hij in de handen van de ouderlingen van het volk, de overpriesters en de schriftgeleerden, zal vallen. Satans macht lijkt groot, als Jezus Zich gevangen geeft. Dit is uw ure en de macht der duisternis, zegt Hij (Lukas 22: 53). Toch is er iets bijzonders in dit gebeuren. Jezus wordt niet gevangen genomen, Hij geeft Zich gevangen. Hij wordt niet gedood, maar geeft Zichzelf over tot in de dood. De dood komt niet over Hem, maar Hij buigt het hoofd en geeft de geest. Heeft satan niet begrepen dat de dood van de Zoon van God verlossing van zondaren mogelijk zou maken? Heeft hij niet ingezien dat deze schijnbare overwinning (Jezus' dood) zijn definitieve verlies zal betekenen? Christus' dood werd de grootste overwinning: Uitgewist hebbende het handschrift dat tegen ons was, in inzettingen bestaande, hetwelk, zeg ik, enigerwijze ons tegen was, en heeft datzelve uit het midden weggenomen, hetzelve aan het kruis genageld hebbende. En de overheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld, en heeft door hetzelve over hen getriomfeerd (Kolossenzen 3: 15).

Waarom moest Jezus worden verzocht?

Jezus' macht is groot. Hij is Gods Zoon. Hij is machtiger dan satan en kan hem met een enkel woord wegsturen. Waarom voert de Geest Hem dan in de woestijn? Waarom laat Hij Zich verzoeken? Waarom gaat Hij met satan mee naar de tempel? Waarom volgt Hij hem de hoge berg op? Verschillende bijbelse gegevens geven een antwoord op deze vragen. Allereerst blijkt zo Zijn grote macht, als Hij satan overwint.

Daarnaast laat Hij toe dat satan Hem verzoekt, om zo in alles gelijk te worden aan de mensen. Zo ervaart Hij satans macht. Satan wil Hem verleiden tot wantrouwen ten opzichte van Zijn Vader, ongehoorzaamheid aan God en het zoeken naar eer. Heel herkenbare verleidingen... Alle zonden zijn terug te voeren op ongeloof, verzet tegen God en ik-gerichtheid. Jezus is in deze verleiding staande gebleven, om mensen die met deze zonden worstelen te hulp te komen. Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen. Want in hetgeen Hij Zelf verzocht zijnde geleden heeft, kan Hij dengenen die verzocht worden, te hulp komen (Hebreeën 2: 17 en 18). Een heel duidelijk voorbeeld hiervan is Petrus, die Jezus verloochende (Lukas 22: 31- 34 en 22: 54-62). Petrus overschatte zichzelf en onderschatte satans macht. Jezus, Die wist hoe listig de duivel is, wist dat Petrus niet staande zou blijven. Maar Zijn gebed was krachtiger dan satans macht. Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude (Lukas 22: 32).

Een derde reden is deze: Jezus laat zien dat het Woord van God een sterk wapen is in de strijd tegen satan. Hierin is Hij een voorbeeld voor allen die verzocht worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

AanZet | 72 Pagina's

2. De verzoeking in de woestijn

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

AanZet | 72 Pagina's