Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

2. 
Nieuwe Testament

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. Nieuwe Testament

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook in het Nieuw Testament is sprake van profeten en profetie. Maar in tegenstelling tot het Oude Testament, is in het Nieuwe Testament slechts sprake van een beperkt aantal profeten, waaronder de Profeet - de Heere Jezus.

Johannes de doper

De eerste die in het Nieuwe Testament profeteert, is Zacharias. Hij wordt, wanneer johannes geboren is, vervuld met de Heilige Geest en profeteert (Lukas i: 67). In zijn profetische lofzang (Lukas 1: 67-79) bezingt hij aan de ene kant Gods goedheid en trouw over Israël en aan de andere kant profeteert hij over de toekomst van johannes. En gij, kindeken, zult een profeet van de Allerhoogste genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden.

Nadat er in een periode van 400 jaar na Maleachi geen profeet meer in Israël is geweest, verschijnt Johannes. Hij ziet eruit als een profeet in zijn mantel van kamelenhaar. De Joden willen graag weten wie deze man is. Ze vragen het hem. Johannes zegt dat hij de Christus niet is. Ze vragen: Wat dan? Zijt gij Elia? En hij zeide: Ik ben die niet. Zijt gij de Profeet? En hij antwoordde neen. Zij zeiden dan tot hem: Wie zijt gij? [...] Hij zeide: Ik ben de stem des roependen in de woestijn: Maakt den weg des Heeren recht, gelijk lesaja de profeet gesproken heeft (johannes 1: 21-23). ' n z, l n prediking wijst Johannes, net als de profeten uit het Oude Testament, op Christus.

Toch laat Johannes, als hij in de gevangenis zit, aan de Heere Jezus vragen: Zijt Gij Degene Die komen zou, of verwachten wij een ander? (Mattheüs 11: 3). Nadat de Heere Jezus de boodschap voor Johannes heeft gegeven aan zijn discipelen, geeft Hij getuigenis over Johannes. Hij vraagt aan de schare: Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet. Want deze is het, van denwelken geschreven staat: Zie, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg bereiden zal voor U heen (Mattheüs 11: 9-10). Want Ik zeg ulieden: Onder die van een vrouw geboren zijn, is niemand meerder profeet dan johannes, maar de minste in het Koninkrijk Gods is groter dan hij (Lukas 7: 28).

Als laatste profeet van de oudtestamentische bedeling heeft hij niet alleen over de komende Messias geprofeteerd. Hij heeft de Heere Jezus mogen aanwijzen: Zie, het Lam Gods (Johannes 1: 29). Toch hoort hij bij de oudtestamentische bedeling omdat hij al in de gevangenis zat toen Jezus Zich in alle volheid als de Messias openbaarde. Pas toen liet Hij in woord en daad zien dat Hij de langverwachte en beloofde Messias is.

De Heere jezus zegt echter ook dat de minste in het Koninkrijk van God groter is dan Johannes. Zelfs de allerminste die in Jezus gelooft, is groter dan Johannes, omdat die ook de volheid van het werk en het heil in Jezus heeft mogen zien. De mensen na Johannes zijn er allen getuige van dat de Heere Jezus Zijn Koninkrijk opricht, in tegenstelling tot Johannes hebben zij van dicht bij gezien wie Jezus is en wat Hij doet.

Alle profetieën uit het Oude Testament over de komende Verlosser gaan met de komst van Jezus in vervulling. Want al de Profeten en de Wet hebben tot johannes toe geprofeteerd. En zo gij het wilt aannemen: Hij is Elia, die komen zou. Wie oren heeft om te horen, die hore (Mattheüs 11: 13-15). Tot Johannes toe zijn er profeten geweest, die de komst van de Messias geprofeteerd hebben. Johannes heeft Hem aangewezen. Nu zijn de profetieën ten einde, want Jezus is er Zelf.

De heere jezus

Veel mensen zien ook Jezus als profeet. Hij is in de ogen van de mensen uit Zijn tijd vaak niet meer dan een gewone profeet. Als de Heere Jezus aan Zijn discipelen vraagt wat de mensen van Hem denken, zeggen ze dat velen denken dat Hij een profeet is: Sommigen johannes de Doper; en anderen: Elia; en anderen: Jeremia of een van de profeten (Mattheüs 11: 14). Sommigen dachten dat Hij één van de oude profeten was, anderen dat Hij in meer algemene zin een profeet was. Anderen zeggen als reactie op zijn tekenen en wonderen: Deze is waarlijk de Profeet, Die in de wereld komen zou (johannes 6: 14). Vaak blijft het bij deze uitspraak en geloven ze niet echt in Hem. De schare beseft niet dat Jezus de Christus is, de Zoon van de levende God. Hoewel Hij in Zijn omwandeling wel aan een profeet doet denken, is Jezus veel meer dan een profeet.

Jezus heeft verschillende kenmerken die een profeet ook heeft. Zo is Hij gezalfd met de Geest. Hij verkondigt Gods woorden en ziet ook in de toekomst (Mattheüs 24). Christus is de uiteindelijke profeet die in het Oude Testament beloofd is. De Heere heeft vervuld wat door de profeten verkondigd is. Petrus roept de Joden op om zich te beteren en te bekeren, opdat hun zonden vergeven worden. Hij laat in zijn toespraak in de voorhof op de Pinksterdag zien dat Jezus de Profeet is waarvan Mozes en alle profeten gesproken hebben. Hij is de vervulling van de profetie in het Oude Testament. Want eens zal Christus terugkomen om de mensen te oordelen; dan zal volkomen vervuld worden wat de profeten gesproken hebben, want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere uw God zal u een Profeet verwekken uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen in alles wat Hij tot u spreken zal; en het zal geschieden, dat alle ziel, die deze Profeet niet zal gehoord hebben, uitgeroeid zal worden uit het volk (vergelijk Deuteronomium 18: 15 en 18). En ook al de profeten, van Samuël af en die daarna gevolgd zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen tevoren verkondigd (Handelingen 3: 18-24).

Jezus is de volmaakte Profeet, Die in alles de wil van Zijn Vader verheerlijkte. Hij is dan ook niet alleen Profeet - Die Gods raad en wil verkondigt - , maar ook Priester - Die met Zijn offer verlost en voorbede doet - en Koning - Die met Zijn Woord en Geest regeert en bewaart bij de verlossing - (Heidelberger Catechismus, Zondag 12, vraag en antwoord 31).

Het is dan ook met Christus komst dat al de profetieën uit het Oude Testament over de komende Verlosser vervuld zijn. In de Bergrede zegt de Heere Jezus: Meent niet, dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen (Mattheüs 5: 17). Met de komst van Jezus, de Zoon van God, breekt er een nieuwe periode aan. De verwachting van Christus' komst is vervuld. Tot aan de wederkomst is er een verwachting van Zijn tweede komst, waarin Hij de wereld zal oordelen.

De profetieën uit het Oude Testament hebben met de komst van Christus in het vlees hun waarde niet verloren. Veel profetieën hebben een meervoudige vervulling. De profetieën die gaan over Christus' eerste komst in de wereld hebben ook een verdere reikwijdte. Ze geven ook Christus' tweede komst aan. Met de komst van Gods Koninkrijk valt er een scheiding. Deze scheiding wordt definitief bij Zijn tweede komst. De vraag die nu nog overblijft is of er na de komst van Christus nog sprake kan zijn van profeten en profetie. Profeteren er in de Bijbel nog nieuwe profeten na Christus' komst?

Profetie na christus?

Ook na de hemelvaart van de Heere Jezus en de uitstorting van de Heilige Geest komen er in het Nieuwe Testament nog profeten voor. Daarnaast staan er ook verschillende voorschriften voor profeten en profetie in het Nieuwe Testament. Gaat het hierbij om dezelfde profetie als in het Oude Testament of is dit een ander soort profetie?

Profeten

Verschillende keren wordt er in de Handelingen en in de brieven van Paulus en anderen gesproken over mensen die profeteren en over profeten. De bekendste profeet is wel Agabus. In Handelingen 11: 28 staat beschreven dat hij profeteert dat er een grote hongersnood zal komen over de hele wereld. Deze hongersnood is onder keizer Claudius gekomen. De andere keer komt hij voor in Handelingen 21: 10, waar hij Paulus voorzegt dat hij in Jeruzalem gebonden zal worden. Dit laat hij ook met een teken zien. Eveneens in Handelingen 21 wordt gesproken over de dochters van Filippus, de diaken. Deze dochters profeteren (Handelingen 21: 9). In Handelingen 13: 1 vertelt Lukas dat in de gemeente te Antiochië enige profeten en leraars waren, waaronder Barnabas en Saulus.

De Kanttekeningen bij de Statenvertaling zeggen dat het woord profeet op twee dingen kan duiden. Aan de ene kant kan het gaan over mensen die de gave hebben om toekomende dingen van te voren te zeggen (zoals Agabus). Aan de andere kant kan het gaan over mensen die de gave hebben om de Schriften uit te leggen, tot stichting, vermaning en vertroosting (vergelijk Kanttekeningen bij 1 Korinthe 12: 10). Het is duidelijk dat profeten na Christus een plaats hebben binnen de christelijke gemeente.

In het Oude Testament hadden de profeten een plaats binnen het volk. Ze waren te herkennen aan hun kleding en hun leefwijze. Ze waarschuwden de koning voor de zonde, ze wezen het hele volk op hun zonde.

In het Nieuwe Testament komen zulke profeten (met uitzondering van johannes de Doper) niet meer voor. Het karakter van de profetie in het Nieuwe Testament is veel meer tot stichting en opbouw van de gemeente. De oudtestamentische belofte van de komende Christus is immers vervuld. Nu gaat het erom dat dit heil aan de hele wereld gepredikt wordt (Mattheüs 28: 19). Er is een nieuwe 'fase' aangebroken in Gods heilsplan: van het volk Israël (de 'nationale' openbaring) gaat het Woord nu ook naar de gemeente (de 'kerkelijke' openbaring).

Hoewel Israël, als centraal land van waaruit het Evangelie de wereld in is gegaan, de Christus verloochend heeft, zal God Zijn volk niet vergeten. Het volk van Gods verkiezende liefde heeft God vergeten, maar God heeft hen niet vergeten. Nu is het Woord aan de kerk gegeven, maar straks zal het, als de volheid van de heidenen zal zijn ingegaan, weer bij Israël terugkomen. Dan zullen de afgebroken takken weer geënt worden in de olijfboom en zal de Kerk, bestaande uit Jood en heiden, zalig worden (vergelijk Romeinen 9-11 en Efeze 2).

Voorschriften

In de brieven van de apostel Paulus wordt profetie geschaard onder de gaven van de Heilige Geest. Elk kind van God heeft eigen gaven. Gods kinderen zijn één in Christus, maar ze hebben verscheidenheid in gaven. In Romeinen 12: 6-8 zegt Paulus dan ook: Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is, zo laat ons die gaven besteden, hetzij profetie, naar de mate des geloofs; het zij bediening, in het bedienen; het zij die leert, in het leren; hetzij die vermaant, in het vermanen; die uitdeelt, in eenvoudigheid; die een voorstander is, in naarstigheid; die barmhartigheid doet, in blijmoedigheid. De gave van de profetie is heel nauw verbonden aan het geloof. De gave van de profetie moet benut worden naar de mate (de 'hoeveelheid') van het geloof.

Ook in 1 Korinthe 12 wijst Paulus op de verscheidenheid van de gaven. Daarbij legt hij er alle nadruk op dat alle gaven van dezelfde Geest komen. De Heilige Geest geeft aan een ieder in het bijzonder, zoals Hij wil.

Wat houdt deze gave van de profetie eigenlijk in? In 1 Korinthe 14 zegt Paulus: Maar die profeteert, spreekt den gemeente stichting, en vermaning en vertroosting. [...] die profeteert die sticht de Gemeente (1 Korinthe 14: 3-4). Hieruit blijkt dat profetie direct verbonden is met de geestelijke opbouw van de gemeente. Profetie richt zich op het stichten, vermanen en vertroosten van de gemeente. Deze gave is nuttig voor de gelovigen (in tegenstelling tot de gave van het spreken in vreemde talen). De gave van de profetie in het Nieuwe Testament is te vergelijken met het verkondigende werk wat een predikant in de gemeente doet. In zijn preek sticht, vermaant en vertroost hij de gemeente.

In Openbaring 19: 10 zegt de apostel johannes: Want de getuigenis van Jezus is de geest der profetie. In de profetie gaat het dus om het getuigen van het lijden en sterven van de Heere Jezus. De verzoening, die mogelijk is in Christus, vormt de kracht, de inhoud van de profetie. In het Nieuwe Testament, na Christus, is de profetie duidelijk een gave binnen de gemeente. Zoals in het Oude Testament in de profetie vertroosting en vermaning naar voren komt, heeft dat in het Nieuwe Testament nog steeds een plaats. Het grote verschil is echter dat profetie in het Oude Testament heenwijst naar Christus. In de duisternis van de zonden van het volk gloort de hoop op de komst van de Messias. In het Nieuwe Testament staat de profetie veel meer in het kader van het getuigen van de gekomen Christus. Dat blijkt ook uit de preken van Paulus en Petrus, waarin steeds verwezen wordt naar Christus, die gekruisigd en opgewekt is.

Het profeteren in het Nieuwe Testament is in feite niets anders dan het verkondigen van Christus. Naast deze algemene betekenis van profetie komt het dus ook in het Nieuwe Testament voor in de specifieke betekenis van het van te voren zeggen wat in de toekomst zal gebeuren. Deze specifieke betekenis staat in dienst van de algemene betekenis. Het gaat om de verkondiging van het Evangelie, van de gekomen Verlosser. De verkondiging van deze boodschap wordt ondersteund en mogelijk gemaakt door de gaven van de Heilige Geest, waar de gave van de profetie er één van is. De voorzeggingen van Agabus en het profeteren van de dochters van Filippus ondersteunen de verkondiging van de heilsboodschap. Deze profetieën zijn als het ware de tekenen die Gods Woord bevestigen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2007

AanZet | 84 Pagina's

2. 
Nieuwe Testament

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juni 2007

AanZet | 84 Pagina's