'Mensenkind, Ik zend u'

Inleiding

Een rabbijn die met een aantal leerlingen de Schriften bestudeerde, kreeg van één van hen eens de vraag: "Rabbi, kunt u ons uitleggen wat het visioen, dat in de eerste hoofdstukken Ezechiël wordt beschreven, betekent?" De rabbijn keek hem ontzet aan en antwoordde niet. Hij stond op en verliet het huis. Buiten wond hij zijn gezicht in zijn mantel en ging zwijgend in het stof langs de kant van de weg zitten. Toen de leerling hem vroeg waarom hij dat deed, zei hij: "Dat is zo heilig, het gaat over dé Heilige, geprezen zij Hij. Daar kan en durf ik als nietig, klein mensje niets over te zeggen."

Omdat de Heere zich in dit bijbelboek als de Heilige, grote God openbaart, wordt Ezechiël vaak de profeet van Gods heiligheid genoemd. De beschreven profetieën en visioenen zijn indrukwekkend, en sommige delen zijn moeilijk zijn te begrijpen. Toch staan deze profetieën niet voor niets in de Bijbel, zegt Calvijn: "Al moet ik bekennen dat ik niet alles kan begrijpen." Hij vervolgt: "Het is nodig ook in dit bijbelboek te zoeken naar wat God ons te zeggen heeft."

In deze schets wordt vooral een algemeen beeld gegeven en aandacht gegeven aan een aantal belangrijke thema's van het boek Ezechiël.

God komt ook heel dichtbij de mens in dit gedeelte van de Bijbel. Ezechiël noemt Hij 'mensenkind'. Hij moet het volk gaan zeggen dat de hoogverheven heiligheid van de Heere God de zonden van Zijn volk niet verdragen kan. Ezechiël moet het volk laten weten dat 'Hij de HEERE is', die van ieder mens persoonlijk verantwoording zal vragen. Onherroepelijk komt het oordeel, ook over de omringende volken. Maar dan mag Ezechiël ook woorden van troost gaan brengen. Om Zijn eigen heilige Naam zal de Heere Zich vol liefde weer over Zijn volk ontfermen en een nieuw begin met hen maken.

Indeling schets met bijbehorende hoofdstukken uit ezechiël

Hoofdstuk i Roeping (Ezechiël 1-3)

- Plaats en tijd

- Het troonvisioen

- Zendingen opdracht

Hoofdstuk 2 Zonde en straf (hoofdstuk 4 - 25)

- Het oordeel aanzeggen

- Afgoderij in de tempel

- De Heere verlaat Jeruzalem

Hoofdstuk 3 Verantwoordelijkheid en vrijmacht

- Persoonlijke verantwoordelijkheid (hoofdstuk 14 en 16)

- Gods vrijmacht In oordeel en behoud

* Oordeel over Zijn eigen volk (o.a. hoofdstuk 5)

* Oordeel over de vijandige volkeren (hoofdstuk 25 • 33)

* Behoud van zijn eigen volk (hoofdstuk 11,16 en 20)

Hoofdstuk 4 jeruzalems herstel

- De herder (hoofdstuk 34)

- Reiniging (hoofdstuk 36)

- De vallei van de doodsbeenderen (hoofdstuk 37)

- De nieuwe tempel (hoofdstuk 40-48)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen