6. Verwerking

Verdeeldheid

leder zondag wordt voor in de kerk de Apostolische Geloofsbelijdenis voorgelezen, Eén van de artikelen gaat over 'een heilige, algemene, christelijke kerk'. Maar wie rondkijkt in kerkelijk Nederland ziet verdeeldheid: de Protestantse Kerk in Nederland, de Hersteld Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerk, de Gereformeerde Gemeenten, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Oud Gereformeerde Gemeenten en zou zijn er nog veel meer te noemen...

ï. Waarom zou er zoveel verdeeldheid in de kerk zijn? Is die verdeeldheid zonde?

2. Wat zijn de verschillen tussen de verschillende (reformatorische) kerken? Waarom zou iemand voor de Gereformeerde Gemeenten kiezen?

3. Zouden de (reformatorische) kerken naar meer eenheid moeten streven? Waarom wel of waarom niet?

4. Welke functie heeft de belijdenis als er in de praktijk weinig of niets van terecht lijkt te komen?

5. Wat heeft de 'heilige, algemene, christelijke kerk' te maken met de gemeenschap der heiligen? Zie ook de Catechismus, zondag 21,

Belijdenis doen

1. Schrijf per persoon op waarom hij of zij belijdenis zou doen.

2. Reageer op elkaar: hoe denk je dat de opstelling moet zijn bij het belijdenis doen?

3. Gewoonlijk worden bij het doen van openbare belijdenis de vragen van Voetius gebruikt. Eén van de vragen luidt: 'Belooft gij, door de genade Gods, in de belijdenis van de zaligmakende leer volstandig te zullen blijven en in haar te zullen leven en sterven?'

a. Wat betekent het 'door de genade Gods'?

b. Wat wordt bedoeld met 'de zaligmakende leer'?

c. Wanneer kun je 'ja' zeggen op deze vraag?

4. In de tijd van de 'kerkvaders' en 'oudvaders' was het normaal wanneer je na het openbare belijdenis afleggen aan het Heilig Avondmaal ging.

a. Hoe verdedig je dit?

b. Wat kun je hier tegen in te brengen?

5. Waarom is de openbare belijdenis ingesteld, het is toch niet direct op de Bijbel te gronden?

a. Wat is het verschil met volwassendoop?

b. Waarom verplicht de doop tot het doen van belijdenis?

6. Welke verplichtingen houdt het doen van openbare belijdenis in?

7. Stelling: 'Bij het belijdenis doen belijdt je niet dat je gelooft maar wat je gelooft'.

a. Zie je het onderscheid?

b. Ben je het daarmee eens?

c. Wat is er mis met het belijdenis doen van de waarheid?

d. Moet je het ware geloof hebben om belijdenis te doen?

8. Stelling: 'Tussen belijdenis doen en de toegang tot het Heilig Avondmaal ligt de zelfbeproeving'.

a. Wat betekent dit volgens jou?

b. Ben je het met de stelling eens?

c. Is zelfonderzoek ook nodig voor het afleggen van openbare belijdenis?

9. Openbare belijdenis doe je voor in de kerk, voor de Heere en voor de gemeente. Maar in het leven van alledag kom ie ook in aanraking met de wereld om je heen.

a. Heeft je belijdenis ook betekenis voor het staan in deze wereld?

b. Sta je na je belijdenis anders in de wereld dan ervoor?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen