5. Verwerking

Vragen

1. De Heere zegt van Job dat hij vroom, godvrezend en oprecht is. Kan de Heere dat van jouw leven ook zeggen?

2. De Heere kan lijden in het leven van een mens geven. Geef drie redenen waartoe lijden dient.

3. in het Bijbelboek Job lezen we over een gesprek in de hemel tussen God en de duivel. Kan dat nog steeds en wat heeft dat jou te zeggen? (Lees ook Openbaring 12: 7-12).

4. Wat is het verschil tussen beproeven en verzoeken?

5. In het Bijbelboek staat dat Job niet zondigt. Hoe kan het dan toch dat Job zijn geboortedag vervloekt?

6. Wat is het verschil tussen de boodschap van Elihu aan de ene kant en Elifaz, Bildad en Zofar aan de andere kant? (Job 36: 23 en 26 en Job 33: 23 en 24).

7. De vrienden van Job zeggen: "Voor de rechtvaardige is er een zegen en voor goddelozen is er een vloek". Hoe komt het dan dat Gods kinderen moeiten hebben en goddelozen voorspoed kunnen hebben? Klopt de opmerking van deze vrienden?

8. De Heere bestraft de vrienden van Job over hun houding tijdens het gesprek. Wat valt je daarin op? Hoe is jouw houding in het gesprek met vrienden die in moeiten zijn?

9. Aan het eind van het Bijbelboek moet je de afweging maken: waaraan is Job schuldig? En waarin is Job staande gebleven? Wat vind je?

10. Stelling: In het lijden is het noodzakelijk dat je de Heere kent, anders is lijden zinloos.

11. Wat is het spanningsveld bij vragen aan de Heere in lijden? Betrek hier onderstaande stukjes uit een interview bij:

"De Heere kan de duivel toelaten lijden te brengen in het leven van mensen. De Heere staat er echter wel boven. In het boek Job lezen we dat de duivel wordt toegelaten in de hemel. Job komt dan in een heel diep lijden terecht. De Heere lost het uiteindelijk op, maar de Heere heeft nooit tegen Job verteld wat er in de hemel is gebeurd: dat de duivel dit lijden veroorzaakte. De Heere laat ons er vaak niet achter kijken. Maar soms schuift de Heere het gordijn weg."

"Lijden kan op verschillende manieren worden ondergaan, ook door Gods kinderen. Er kan opstand zijn of een doffe berusting. [...] Het kan zijn dat je stil mag berusten in Gods beleid. Dat je mag zeggen: 'Het is moeilijk, maar de Heere komt er in mee'. De onderwerping geeft rust. Het kan ook zijn dat je de Vaderhand echt mag opmerken. Als een kind mag je dan door het geloof op God zien: 'Wat God doet, is goed en mij is een beter lot bereid'. Dan kan er vanalles gebeuren in je leven, maar dan is de Heere zo ontzettend dichtbij. Dan zeg je: 'Laat mij het maar met die God doen'. Dat tekent ook de armoede van iemand die deze troost niet heeft. Dan mis je alles. Het is zó goed nabij God te zijn. Dat is alles en dat is genoeg."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen