Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

3. Een christelijke visie op leven en dood

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

3. Een christelijke visie op leven en dood

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben al gezien dat er verschillende christelijke organisaties zijn die de strijd aanbinden met euthanasie. Ze baseren zich daarbij allemaal op Bijbelse waarden en normen. Maar waar in de Bijbel vinden we een duidelijke afwijzing van wat wij nu euthanasie noemen?

Als we erop letten, vinden we overal in de Bijbel aanwijzingen dat leven goed is en dood niet. Zie, zegt Mozes aan het einde van zijn afscheidsrede tegen het volk Israël, ik heb u heden voorgesteld het leven en het goede, en den dood en het kwade (Deuteronomium 30: 15). We hoeven alleen het begin van de geschiedenis van de mensen maar tot ons door te laten dringen om te zien dat God de dood niet wil, maar het leven. Heel ons leven, heel onze maatschappij, heel onze wereld komt voort uit Gods-schepping. Wie heeft dit gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met de laatsten ben ik Dezelfde (Jeseja 41: 4). God heeft gewild dat dit alles er was: niet alleen de hele schoonheid van de aarde en de hemel, de planten en de dieren, maar ook ons mensen heeft Hij gewild. We kunnen onszelf misschien nauwelijks meer herkennen in de zuivere mens die door God geschapen werd. Toch mogen we dat niet uit het oog verliezen.

Uit het vervolg van de geschiedenis van de eerste mensen kunnen we opnieuw opmaken dat het leven goed is, en niet de dood. Den dood sterven (Genesis 2: 17): dat hoorde er niet bij, dat was een straf die werkelijkheid zou worden als alles mis zou gaan. We vinden hier overtuigend bewijs tegen de stelling dat de dood bij het leven hoort. Als we willen zeggen dat de dood ergens bij hoort, dan moeten we zeggen: de dood hoort bij de zonde (Romeinen 5).

Maar is alles na de zondeval niet heel anders geworden? Is het niet zo dat we de mooie waarden, die bij het leven in het paradijs hoorden, niet meer in praktijk kunnen brengen in onze wereld? Hoe kunnen we zeggen dat de dood niet 'normaal' is, terwijl de dood aan de orde van de dag is? We zouden kunnen zeggen dat het van een realistische kijk op de wereld getuigt, als we de dood kunnen accepteren en ook kunnen inpassen in ons leven.

Op deze vragen vinden we opnieuw een duidelijk antwoord in de eerste hoofdstukken van Genesis. Toen Adam en Eva gezondigd hadden, trad niet gelijk de dood in. Hun leven veranderde ingrijpend. Zij leefden voortaan op een vervloekte aarde, met smart zouden zij kinderen baren, en ze zouden met moeite en verdriet brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof en gij zult tot stof wederkeren (Genesis 3: 16-19). Maar dat zij nog mochten leven was al een wonder op zich! Oe Heere wilde liever het leven dan de dood. Elk kind dat geboren wordt, is daarvan een nieuw bewijs: God is genadig en wil het leven.

Wat we bovendien in deze woorden van God zien, is dat Hij voor het leven zorgt. De aarde had nog steeds de mogelijkheid mensen in leven te houden. Zo kunnen we de zon, de regen en de oogst zien als een teken van Gods goedheid voor ons. Zo zorgde God ook voor het leven van de eerste mensen. Abel werd een schaapherder en Kaïn een landbouwer. In het verhaal van Kaïn en Abel zien we nog een nieuwe uiting van Gods voorkeur voor het leven. Kaïns moord op Abel was absoluut onaanvaardbaar. Een mens van het leven beroven roept om straf.

In de beschrijving van de schepping is nog veel meer diepte te vinden. Als we een aantal teksten over de schepping en de wederkomst naast elkaar leggen, zien we iets van Gods plan met mensen - en als we dat zien, kunnen we beter een visie op leven en dood vormen. Leven is in de Bijbel het beeld van alles wat goed is. Maar het is ook de werkelijkheid die God aan mensen, die in Hem geloven, belooft.

In vers 19 van Genesis 3 zegt de Heere dat Adam en Eva tot stof zullen terugkeren. Even later komt de tweede bijzondere boom die in de Hof van Eden stond ter sprake. Adam en Eva hebben gegeten van de boom der kennis des goeds en des kwaads. Maar de boom des levens staat er ook nog. Mogen Adam en Eva daarvan wel eten? Nu zegt de Heere: Zie, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad. Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke en neme ook van den boom des levens en ete en leve in eeuwigheid (vers 22). Daarop worden Adam en Eva uit de Hof van Eden verjaagd.

De boom des levens, die in het midden van de hof stond, hoorde dus bij het leven in het paradijs. Eten van de boom des levens betekende het eeuwige leven krijgen. Nu werden Adam en Eva daarvan uitgesloten. God zette zelfs engelen met vlammende zwaarden neer om de hof te bewaken, zodat niemand de boom des levens zou kunnen bereiken. En tóch was dit niet het laatste wat de Heere hierover zei. God heeft de weg naar het eeuwige leven weer vrijgemaakt in Zijn Zoon.

 

Het eeuwige leven

In de tijd van het Nieuwe Testament, met de komst van de Heere Jezus, is dit tot volle uiting gekomen. In het Nieuwe Testament spreken vele teksten over het eeuwige leven. Maar ook in het Oude Testament lezen we dat de Heere leven geeft. Psalm 37 laat heel duidelijk zien dat God eeuwig leven geeft. Deze Psalm roept op om niet jaloers te zijn op mensen die God niet dienen, ook al lijkt het alsof alles hun gemakkelijker af gaat en zij altijd voorspoed hebben. Want, staat er in vers 9-11, de boosdoeners zullen uitgeroeid worden; maar die den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten. En nog een weinig, en de goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede. In vers 27-29 wordt het nog eens herhaald: er klinkt een oproep om te wijken van het kwade en het goede te doen, en zo in eeuwigheid te wonen. Psalm 73 heeft een vergelijkbare strekking; Asaf zingt daar uiteindelijk: Ik zal dan geduriglijk bij U zijn; Gij hebt mijn rechterhand gevat. Gij zult mij leiden door Uw raad, en daarna zult Gij mij in heerlijkheid opnemen. De belofte van het leven is ook steeds opnieuw door de profeten uitgesproken. Daniël zag in zijn visioenen zelfs iets van het einde der tijden en profeteerde: En velen van hen die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden en eeuwige afgrijzing (12: 2). 

Samenvattend zien we dus dat de boom des levens na de zondeval onbereikbaar werd, maar dat God nog steeds het eeuwige leven aan mensen wil geven. God heeft een eeuwig verbond gemaakt en belooft degenen die in Hem geloven het eeuwige leven. Uiteindelijk, als Gods belofte is vervuld, is de boom des levens er weer. In Openbaring 22 worden de nieuwe hemel en de nieuwe aarde afgeschilderd, met Jeruzalem als het centrum, en dan staat er: En hij toonde mij een zuivere rivier van het water des levens, klaar als kristal, voortkomende uit den troon Gods en des Lams. In het midden van haar straat en op de ene en de andere zijde der rivier was de Boom des levens, voortbrengende twaalf vruchten, van maand tot maand gevende zijn vrucht; en de bladeren des Booms waren tot genezing der heidenen.

 

De waarde van het leven

Maar wat betekent dit nu voor mijn eigen leven? Wat betekent dit nu als ik ernstig ziek ben, als ik ondraaglijke lichamelijke of geestelijke pijn heb, als ik het niet meer zie zitten? Wat moet een steeds verder aftakelende bejaarde met de wetenschap dat God het leven wil?

Allereerst leert de Bijbel ons dat het goed is te willen leven. Zo zijn we geschapen. De dood is en blijft iets afschrikwekkends. Dood is ook altijd reden tot rouw in de Bijbel. Inderdaad ontmoeten we in de Bijbel ook mensen die naar de dood verlangen. God wijst hen dan echter weer op nieuwe dingen, geeft hen nieuwe hoop. Als Elia in de woestijn onder de jeneverboom bidt om te mogen sterven, stuurt de Heere een engel die hem eten en drinken geeft. Daarna lezen we dat de Heere Zich uiteindelijk aan Elia openbaart in het suizen van een zachte stilte, en hem nieuwe moed inspreekt (1 Koningen 19). Paulus spreekt in zijn brief aan de Filippenzen ook over zijn verlangen naar de dood. Maar hier gaat het duidelijk niet om de dood zelf, maar om de heerlijkheid die na de dood komt: hij verlangt ernaar ontbonden te zijn en met Christus te zijn. En tegelijkertijd weet hij dat hij nog een taak heeft in het leven (Filippenzen 1: 19-26).

In de tweede plaats zien we in de Bijbel hoe nauw de Heere betrokken is bij elk mensenleven. Hij is de Schepper van elk mens, en Hij laat niemand aan Zijn aandacht ontsnappen. Elk mensenleven heeft grote waarde voor Hem. Verschillende psalmdichters hebben beleden hoe door en door de Heere hen kende. Psalm 139 is daar een prachtig voorbeeld van. Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben in de nederste delen der aarde. Uw ogen hebben mijn ongeformeerde klomp gezien (vers 15-16). juist in grote nood is de wetenschap dat heel je leven in Gods hand is een grote troost. Omringd door vijanden roept David uit: Mijn tijden zijn in Uw hand (Psalm 31: 16).

In deze Psalmen belijden de dichters ook dat hun sterven in Gods hand is; alleen God weet wanneer de dood komt. Dat betekent dat zij rekening moeten houden met de dood. In Psalm 39 bidt David om wijsheid, zodat hij zal weten hoe vergankelijk hij is (vers 5-6). Hetzelfde zien we in Psalm 90, waar Mozes bidt: Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen (vers 12). In al deze voorbeelden zien we dat mensen erkennen dat God het begin, het hele verloop en ook het einde van hun leven in Zijn handen heeft. Dat brengt hen tot overgave aan God. Ze leren op Hem te vertrouwen in alles wat hen overkomt. En uiteindelijk maakt dat hun leven leefbaar, zodat ze God zelfs danken midden in de grootste tegenspoed.

Waar ligt de waarde van het leven in? In God, Die ons gemaakt heeft en voor Wie elk mensenleven waarde heeft. Het is een grote troost dit te ontdekken. Er is zelfs een troost die leven en dood overstijgt: het weten dat God ons door genade in Zijn eeuwige verbond opgenomen heeft. In Jesaja 49: 14 lezen we dat Sion zegt dat de HEERE haar verlaten en vergeten heeft. Het antwoord van de Heere is: Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over den zoon haars buiks? Ofschoon dezen vergaten, zo zal ik toch u niet vergeten. Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd; uw muren zijn steeds vóór Mij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2008

AanZet | 97 Pagina's

3. Een christelijke visie op leven en dood

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2008

AanZet | 97 Pagina's