Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

5. Gods Woord en Zijn Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

5. Gods Woord en Zijn Geest

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samuel lag op zijn bed toen de Heere hem riep. Eerst had hij het niet in de gaten. Pas toen Eli hem vertelde dat het de stem van God was, ging hij anders luisteren. Zo direct als de Heere tot Samuël sprak, spreekt Hij niet meer. Toch klinkt iedere dag de stem van God als de Bijbel opengaat of als er wordt gepreekt. Calvijn zegt, dat Christus dan in het 'gewaad van Zijn Woord' langskomt. Zo dichtbij komt de Heere in de Bijbel.

De Bijbel is het Woord van God. Ook al is het niet altijd eenvoudig om de Bijbel te begrijpen, toch is het van levensbelang. Want "een Christen zonder Bijbel is een krijgsman zonder geweer," zoals à Brakel schreef. En een soldaat die z'n geweer op het nachtkastje laat liggen, is weinig waard... De Bijbel is er om gebruikt te worden.

Luisteren naar de stem van God kost energie. Want wie de Bijbel goed wil lezen, moet daar tijd voor uittrekken. En daar moeite voor doen. Dat bleek ook wel uit de vorige hoofdstukken. Er is namelijk niet alleen een kloof in tijd en cultuur, maar ook een geestelijke kloof: een heilige God tegenover onheilige zondaren. Die kloof kunnen mensen niet overbruggen. En tegelijkertijd: in de Bijbel wil God wel gevonden worden. Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden (Mattheüs 7: 7). Maar gezocht moet er worden. Als de parelkoopman uit de gelijkenis niet had gezocht, dan had hij de parel nooit gevonden.

 

Buigen of barsten

God roept zondaren tot bekering. Dat blijkt op heel veel plaatsen uit de Bijbel. De Heere wil niet dat mensen verloren gaan, maar dat zij zich bekeren. De Dordtse Leerregels zeggen: Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden ernstiglijk geroepen (Hoofdstuk 3-4, 8).

Toch heeft het Woord van God niet op iedereen dezelfde uitwerking. Na de preek van Petrus werden de luisteraars verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? Zij bogen voor Gods Woord.

Maar na de minstens zo stevige preek van Stefanus, barstten de harten van de ouderlingen en schriftgeleerden en zij knersten de tanden tegen hem. Zij bogen niet voor het Woord van God.

Komt dat door het Woord? Nee. De Dordtse Leerregels zeggen: Dat er velen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, niet komen en niet bekeerd worden, daarvan is de schuld niet in het Evangelie, noch in Christus, door het Evangelie aangeboden zijnde, noch in God [...] maar in degenen die geroepen worden (Hoofdstuk 3-4, 9).

De opstellers van de Dordtse Leerregels verwijzen naar de gelijkenis van het zaad uit Mattheüs 13. Het zaad was goed, waar het ook terecht kwam. Het Woord is ook goed - het Woord is zelfs volmaakt (2 Timotheüs 3: 16). Maar is de aarde, het hart van de luisteraar, goed? De Bijbel leert: Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt (Romeinen 3: 11).

Een deel van het Woord viel op de weg en de vogels aten het op: de duivel haalt het zaad van het Woord weg. Een ander deel van het zaad viel op een rotsachtig stuk grond: het bloeide wel, maar het was maar kort. Geen echte bekering, ook al leek het er op. En er viel zaad tussen doornen: de drukte van het leven, de zorgen.

Er valt ook een deel in goede aarde. Daar schiet het zaad wortel. En daar komen vruchten. Maar dat anderen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, komen en bekeerd worden, dat moet men den mens niet toeschrijven, zeggen de Dordtse Leerregels, 'maar men moet het Gode toeschrijven (Hoofdstuk 3-4, 10). De Bijbel, het Woord van God, is dus nodig én genoeg tot zaligheid. Het zaad van de Bijbel is goed, maar de aarde van het hart is bepaald geen vruchtbare bodem. Mensen zijn niet ontvankelijk voor het Woord Gods. Om die bodem wel vruchtbaar - wel gevoelig voor het Woord - te maken, is Gods Geest nodig. 

In Hebreeën 4 staat: Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten (vers 12). De kanttekeningen zeggen daarbij: 'Namelijk door de werking des Heiligen Geestes, Die dit leven en deze kracht daardoor in onze harten openbaart.' Door het werk van Gods Geest leert een zondaar zien dat hij zondaar is, wordt de aarde van het hart omgeploegd, zodat het zaad van het Woord daarin kan vallen.

Gods Woord draagt vrucht. Omdat God mensen roept uit de zonde, geloof en bekering geeft. Door Zijn Woord en door Zijn Geest. Brengt dan vruchten voort der bekering waardig (Mattheüs 3: 8).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

AanZet | 79 Pagina's

5. Gods Woord en Zijn Geest

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

AanZet | 79 Pagina's