Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. Gaven en talenten in de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Gaven en talenten in de Bijbel

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Mattheüs 25 gaat het over de wederkomst. De Heere Jezus vertelt Zijn discipelen over de tijd na Zijn lijden en sterven. Hij gebruikt hiervoor een aantal gelijkenissen. In Mattheüs 25: 14-30 staat de gelijkenis van de talenten. De Heere Jezus vertelt deze gelijkenis na de gelijkenis van de vijf dwaze en vijf wijze maagden. De tien maagden zijn uitgenodigd voor een bruiloft. Het programma loopt uit en de bruidegom komt veel later dan verwacht. Vijf maagden hebben daar niet op gerekend en hebben niet genoeg olie voor hun lamp bij zich, de andere maagden wel. Degenen die te weinig olie gekocht hebben, gaan weg om extra olie te kopen. Juist op dat moment komt de bruidegom eraan. Wanneer zij later ook bij de bruiloftszaal komen, is de zaal gesloten en kunnen ze er niet in. In deze gelijkenis worden de mensen opgeroepen om altijd voorbereid te zijn op de wederkomst. In de gelijkenis van de talenten krijgen drie knechten één of meerdere talenten als hun heer weg gaat. Ze moeten hiermee doen wat zij denken dat goed is. Alle drie doen ze er iets verschillends mee. Als de heer terugkomt, roept hij zijn knechten bij zich om verantwoording af te leggen. De gelijkenis van de talenten wordt vaak gebruikt om aan te geven dat de capaciteiten die de mens van God krijgt, goed besteed moeten worden. 'Talent' krijgt dan de betekenis van iets goed kunnen. Hoewel het woord 'talent' in de Bijbel deze betekenis niet heeft, is het dus wel een Bijbels woord.

 


Talent

Het woord 'talent' heeft in de Bijbel verschillende betekenissen. In het Oude Testament wordt het gebruikt om een gewicht mee aan te geven. Goud en zilver werden in de tijd van de Bijbel aangeduid met talenten. Een talent zilver of goud woog 34,2 kilogram.

In het Nieuwe Testament heeft het woord 'talent' de betekenis van een geldbedrag. Een talent is een groot geldbedrag, namelijk 6.000 daglonen. Dat betekent dat iemand in die tijd 6.000 dagen moest werken om 1 talent te verdienen. Uitgaande van een modaal (gemiddeld) inkomen (zo'n 30.000 euro per jaar) moest iemand dus ongeveer 25 jaar werken om één talent te verdienen. Omgerekend naar nu is een talent dus ruim 750.000 euro waard.


 

Betekenis

Het woord 'talent' geeft iets aan van de waarde die gehecht mag worden aan het feit dat we iets goed kunnen. Het is niet zomaar iets, maar het is een groot goed. Iets waar zuinig mee omgegaan moet worden, maar waar aan de andere kant ook van mag worden genoten. Het woord 'gave' geeft echter iets weer van de bron, het is gegeven. Iets goed kunnen, is niet zomaar iets: het is een gave die mensen van God ontvangen.

In de loop van de tijd heeft het woord 'talent' verschillende betekenissen gehad. Vooral 'gaven' en 'talenten' zijn twee woorden die in het dagelijks taalgebruik door elkaar gebruikt worden. Het ene moment wordt gesproken over 'gave' en een moment later, als het over precies hetzelfde gaat, wordt gesproken over 'talent'. Is er eigenlijk wel een verschil tussen deze twee woorden en zo ja, welk verschil dan? Het Van Dale woordenboek geeft bij 'gave' de betekenis: 'talent'. Volgens het woordenboek is er dus sprake van een synoniem. Maar wat is nu een talent? Een talent, in de betekenis zoals hier gebruikt, is 'een natuurlijke begaafdheid' of 'bekwaamheid tot iets'. Met zowel het woord 'gaven' als 'talenten' wordt bedoeld 'dingen die je kunt'. Andere woorden die in plaats van het woord 'talent' gebruikt worden zijn 'gave' en 'capaciteit'. Ook het woord 'kwaliteiten' heeft ongeveer dezelfde betekenis.

 

Bron

Gaven kunnen niet als een soort hulpmiddel in de winkel gekocht worden. Hulpmiddelen, om gaven verder te ontwikkelen, kunnen wel aangeschaft worden. Een student heeft studieboeken nodig om meer te leren en een timmerman heeft gereedschap nodig om mooie deuren te kunnen maken. De gave om dit te kunnen, is echter niet zo maar ergens vandaan te halen. In Exodus 35 gaat het over Bezáleël en Ahóliab, twee mensen die een belangrijke rol spelen bij de bouw van de tabernakel. In vers 31 staat: En de Geest Gods heeft hem [Bezáleël] vervuld met wijsheid, met verstand en met wetenschap, namelijk in alle handwerk. Hieruit blijkt dat Bezáleël de gave om de tabernakel te ontwerpen en te maken van God heeft gekregen. Bezáleël was een ambachtsman en kunstenaar. God heeft bij de schepping de mens niet alleen een lichaam, geest en ziel gegeven, maar ook gaven om in Zijn dienst te besteden.

leder mens heeft gaven van zijn Schepper gekregen. De één ontvangt echter meer gaven dan een ander. Ook ontvangt niet iedereen dezelfde gaven. Uit de geschiedenis van de tabernakelbouw (Exodus 35) en Jakobus 1: 17 blijkt dat alle goede gaven van God komen. Hij geeft niet alleen de gave van verstand of van het preken uit Zijn woord, maar ook heel praktische gaven om dingen te maken of om muziek te kunnen maken. Mensen hebben vaak meer dan één gave. Zo kan het zijn dat iemand bijvoorbeeld goed leiding kan geven, maar tegelijk ook goed voor iemand kan zorgen. De ene gave sluit de andere gave dus niet uit.

 

Verschillende gaven

Er zijn verschillende soorten gaven. Een bekend onderscheid is het onderscheid in gaven van hoofd, hart en handen. Sommige mensen, zoals timmermannen, schilders en kleermakers, hebben de gave om iets te maken met hun handen. Anderen, zoals professoren en leraren, hebben de gave om 'met hun hoofd te werken'. Weer anderen hebben de gave om met hun hart te werken, zoals bijvoorbeeld mensen die in de zorg werken. Er zijn ook mensen die goed kunnen luisteren. Zo kunnen tal van voorbeelden genoemd worden waaruit blijkt dat mensen tot heel veel in staat zijn, en dus allemaal verschillende gaven hebben.

 

Hoofd

Een bekend voorbeeld van iemand uit het Oude Testament die gaven van hoofd heeft, is Salomo. Wanneer hij koning van Israël wordt, geeft God hem de keus: Begeer wat Ik u geven zal (2 Kronieken 1: 7). Salomo mag dus alles vragen wat hij graag wil hebben. Hij kan rijkdom kiezen, of macht, of een lang leven of nog heel iets anders. Hij vraagt God echter om wijsheid en wetenschap (vers 10), zodat hij het volk Israël goed en wijs kan regeren. De wijsheid die hij van God ontvangt is zo groot, dat er vóór en na hem geen koningen op aarde geweest zijn die zo'n grote wijsheid en wetenschap gehad hebben als Salomo (vers 12).

De grote wijsheid van Salomo wordt onder andere duidelijk in de rechtszaak waarin twee vrouwen bij hem komen. Ze willen dat hij een uitspraak doet in een zaak waarin het kind van één van de twee vrouwen is overleden. Salomo's uitspraak in deze zaak wordt tegenwoordig nog steeds in de uitdrukking 'een Salomons oordeel' gebruikt.

Ook Paulus is een voorbeeld van iemand met gaven van hoofd. Voordat hij als apostel werkte, heeft hij jarenlang gestudeerd bij Gamaliël, een groot wetgeleerde. Na zijn bekering kan hij de kennis die hij tijdens deze tijd heeft opgedaan goed gebruiken, zowel in gesprek met de Joden als in gesprek met de leiders van de wereld.

 

Hart

In de Bijbel staan niet alleen voorbeelden van mensen die goed met hun hoofd konden werken. Er zijn ook talrijke voorbeelden van mensen die de gaven van hart hebben ontvangen. Gaven van hart hebben te maken met zorg, liefde, aandacht, je inzetten voor een ander (bijvoorbeeld iemand in een kwetsbare positie).

Denk bijvoorbeeld aan Mozes die, nadat hij in de woestijn door God op zijn taak was voorbereid, veertig jaar lang het volk in de woestijn geleid heeft. Telkens als hij tegenstand kreeg van het volk dat hij leidde, vroeg hij God hoe hij met het volk verder moest. Hij gaf niet op, maar ging door met waarvoor hij door God bekwaam gemaakt was.

Ook de vroedvrouwen die in de tijd dat Mozes geboren werd werkten, zijn voorbeeld van mensen die met hun hart werkten. Zij hadden er alles voor over om Joodse jongetjes in leven te houden. Ze riskeerden met hun werk om door de farao gedood te worden (Exodus 1).

 

Handen

In de Bijbel staan echter ook talrijke voorbeelden van mensen die goed met hun handen konden werken. In het begin van de Bijbel wordt gesproken over drie broers: Jabal, Jubal en Tubal-Kaïn. Zij hadden allemaal een eigen beroep als handarbeider. Jabal werkte als boer, Jubal als handelaar in harpen en orgels en Tubal-Kaïn als koper- en ijzerbewerker (Genesis 4: 20-22). In de Bijbel worden allerlei muziekinstrumenten, wapens en gebouwen beschreven die toen al gemaakt konden worden.

Dat Noach goed met z'n handen kon werken, wordt duidelijk als hij de ark gaat bouwen. De verhoudingen van de ark die Noach bouwde, blijken de beste manier te zijn om een boot van die afmetingen te laten bouwen. De bouwers van de tabernakel en de tempel waren ook mensen die gaven van handen hadden.

In de Bijbel wordt geen onderscheid gemaakt tussen mensen die gaven van hoofd, hart of handen hebben. Al deze mensen hebben, met hun eigen gaven, hun eigen plaats in de toenmalige samenleving en de Bijbel. Allemaal worden ze genoemd. Tegenwoordig zouden waarschijnlijk alleen de beroepen genoemd worden die belangrijk zijn en aanzien en eer opleveren. De Heilige Geest heeft alle gaven in de Bijbel laten omschrijven. Hierdoor is het ook voor de huidige samenleving duidelijk dat alle gaven van de Schepper komen.

 


Gaven van de Geest

Paulus schrijft in zijn brieven regelmatig over de gaven van de Geest. Deze gaven hebben als doel om de christelijke gemeente te laten groeien. In 1 Korinthe 12 noemt Paulus een aantal gaven van de Geest: Want dezen wordt door den Geest gegeven het woord der wijsheid, en een ander het woord der kennis, door denzelfden Geest; en een ander het geloof, door denzelfden Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen, door denzelfden Geest; en een ander de werkingen der krachten; en een ander profetie; en een ander onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei talen; en een ander uitlegging der talen (1 Korinthe 12: 8-10). Ook in Efeze 4 en 5 gaat het over gaven van de Geest.

Net als in het dagelijks leven geeft de Geest dus aan mensen verschillende gaven. Al deze gaven dragen bij aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk. Deze gaven hebben een duidelijke plaats in de christelijke gemeente. Ze dienen tot opbouw van de gemeente. Andere (gewone) gaven zijn breder inzetbaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

AanZet | 79 Pagina's

1. Gaven en talenten in de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

AanZet | 79 Pagina's