Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

2. Ontwikkeling van het lichaam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

2. Ontwikkeling van het lichaam

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een tien weken oude foetus in de baarmoeder heeft al armen, benen en zelfs vingers en tenen. Na negen maanden groeien in de baarmoeder heeft het ongeboren kind volledig ontwikkelde organen. Alles is aanwezig voor een verdere ontwikkeling van de motoriek, communicatie en intelligentie.

Kort na de geboorte kan een baby al de stemmen van de ouders herkennen. Na drie maanden is de motoriek zover ontwikkeld, dat het kind zijn hoofd kan optillen om rond te kijken terwijl hij op zijn buik ligt.

Rond het eerste levensjaar kan een kind zijn eerste woordjes zeggen. Het leert dan ook, na een poosje gekropen te hebben, met vallen en opstaan de eerste stappen te maken. Na de tweede verjaardag heeft het kind zoveel motorische vaardigheden, dat het bijvoorbeeld een bal kan gooien, grote kralen kan rijgen en goed zijn eten kan kauwen. Bewegingen worden steeds doelbewuster en beter gecoördineerd. Tijdens de peuter- en kleuterjaren leert een kind onder andere een potlood vasthouden en kleuren, zichzelf aankleden en veters strikken. Beheersing van en samenwerking tussen de ledematen wordt steeds beter en het kind leert zo gedurende een paar jaar kleine specifieke bewegingen en acties uitvoeren maar ook grotere en complexe bewegingen. Tijdens de basisschoolperiode leert een kind ook steeds meer begrijpen van de wereld om hem heen (verstandelijke ontwikkeling). Het leert samen spelen met andere kinderen (sociale vaardigheden), schrijven en lezen en zijn woordenschat wordt nog steeds groter.

 


Wonderlijke ontwikkeling

Aanvankelijk zijn het eigen handje en een speeltje in de wieg voor een baby beide dingen om naar te kijken. De volgende stap is dat, als de baby het speeltje in zijn handje heeft en erop bijt of sabbelt, het alleen een gevoel in de mond geeft. Later geeft het bijten of sabbelen op zijn handje niet alleen een gevoel in de mond, maar ook in het handje zelf. Zo leert de baby stapsgewijs dat zijn handjes ook onderdeel van zijn lichaam zijn.


 

Puberteit tot volwassenheid

In de puberteit gaat de groei in de lengte bij sommigen geleidelijk aan wat sneller, bij anderen is er meer sprake van een groeispurt. Na het tiende jaar komen er grotere groeiverschillen voor bij jongens en meisjes. Bij meisjes zet de groeispurt al in rond hun elfde levensjaar, bij jongens vaak wat later. Hierdoor zijn meisjes een korte periode gemiddeld wat langer dan jongens.

Pubers groeien niet alleen in de lengte. Ook de handen, armen, hoofd, voeten en andere lichaamsdelen groeien. Jongens worden bijvoorbeeld breder bij de schouders en meisjes krijgen bredere heupen. Al die verschillende lichaamsdelen groeien niet in dezelfde snelheid. Handen, hoofd en voeten zijn het eerst uitgegroeid. Vooral bij jongens groeien de armen en benen heel snel. In de groeispurt is vaak de controle over de ledematen wat minder. Hierdoor komt het dat jongeren vaker tegen voorwerpen aanlopen of stoten.

Het uiterlijk wordt steeds minder kinderlijk omdat het de volwassen vormen gaat aannemen. Groeien kost echter wel veel energie. Daarom komt in de puberteit vaak moeheid en lusteloosheid voor. In deze tijd is goede, gezonde voeding en voldoende slaap belangrijk.

 

Geslachtskenmerken

De geslachtsdelen worden de primaire (eerste) geslachtskenmerken genoemd, omdat hieraan al sinds de geboorte gezien kan worden of een kind een jongen of een meisje is. In de puberteit komen ook de secundaire (tweede) geslachtskenmerken steeds meer naar voren. Zowel jongens als meisjes krijgen meer beharing. Bij beiden ontstaat beharing onder de oksels en rond de geslachtsdelen (schaamhaar). Vrijwel alle jongens krijgen ook haargroei in het gezicht, op de borst, buik, rug, armen en benen.

Bij jongens neemt de spierkracht fors toe. Ook krijgen ze 'de baard in de keel'. Dat wil zeggen dat het strottenhoofd en de stembanden gaan groeien, waardoor de stem lager wordt. Voordat de stembanden voldoende gegroeid zijn, wordt het stemgeluid wat minder vast. Tijdens spreken kan de stem dan wisselend hoog en laag zijn.

Bij meisjes ontwikkelen de borsten en worden de heupen breder. Door vorming van meer onderhuids vetweefsel worden vooral de onderbuik en de heupen molliger. Deze ontwikkelingen zijn een voorbereiding op het moederschap. Er moet ruimte genoeg zijn in het bekken om een babyhoofdje door te laten. Daarom groeien de bekkenbeenderen wat uit elkaar en worden de heupen breder. De mogelijkheid om extra vetweefsel op te slaan, zorgt er voor dat een kindje altijd kan groeien door de vetreserves van de moeder, ook al is er te weinig eten. Daarom worden ook in hongergebieden goed volgroeide baby's geboren. Groei van de borsten is nodig voor de ontwikkeling van de melkklieren, zodat gezonde moedermelk aangemaakt wordt tijdens en na de zwangerschap.

Hormonen geven in het lichaam de signalen voor het veranderen en groeien aan. In het lichaam zijn verschillende hormonen die de rijping veroorzaken: oestrogeen en progesteron. Dit worden de geslachtsstimulerende hormonen genoemd. Bij jongens ontwikkelt het geslachtsorgaan door groei van de zaadballen (testikels) en groei van de penis. Ook de inwendige geslachtsklieren worden groter. Deze geslachtsklieren kunnen dan rond het dertiende levensjaar zaad gaan produceren.

Bij meisjes begint het rijpen van de eicellen in de puberteit op gang te komen. Als er een eicel tot rijping is gekomen, vindt er een eisprong plaats. De eicel verlaat dan de eierstok en komt via de eileider in de baarmoeder terecht, waar de eicel zich nestelt in de wand van de baarmoeder. Dit gebeurt gemiddeld één keer in de vier weken. Als de eicel niet door een zaadcel van een man bevrucht wordt, laat het slijmvlies van de baarmoederwand los. Het slijm en vrijkomend bloed verlaten het lichaam via de vagina. Dit wordt menstruatie of ongesteldheid genoemd. In het begin kan het ongesteld-zijn nog heel onregelmatig voorkomen. Ongesteld-zijn kan samengaan met lusteloosheid, pijn in de rug of buik, krampen, moeheid en hoofdpijn. Na de zondeval heeft God gezegd dat het krijgen van kinderen verbonden zal zijn met pijn en ongemak (Genesis 3: 16). Ongesteld-zijn is daar een klein onderdeel van.

Iedere vier weken gebeurt er heel veel in het lichaam van een meisje, om er voor te zorgen dat er een kindje geschapen kan worden. Het lichaam is er op gemaakt om onder de beste omstandigheden een foetus verder te laten groeien. Uit deze complexe mogelijkheden blijkt de zorg van God voor het ongeboren leven.

 

Ouder worden

Het lichaam van een mens verandert voortdurend. Met name rond het vijftigste levensjaar, als de overgang (menopauze) begint. Bij vrouwen verdwijnt dan de regelmaat in de menstruatie. De hormoonhuishouding verandert en tenslotte wordt een vrouw niet meer ongesteld en is ze niet meer vruchtbaar. Mannen worden ook minder vruchtbaar. De zaadproductie gaat door tot op hoge leeftijd, maar de hoeveelheid wordt minder. De behoefte aan geslachtsgemeenschap blijft in mindere of meerdere mate bestaan.

Het verouderingsproces wordt steeds zichtbaarder omdat haar uitvalt en grijs wordt. Oudere mensen krijgen over het algemeen meer aanleg om dik te worden, omdat de vetverdeling anders wordt in het lichaam. Op sommige plaatsen ontstaan meer rimpels, terwijl de buik bijvoorbeeld juist weer dikker kan worden.

Ook bewegen gaat na verloop van tijd moeizamer. Door botontkalking en verandering in spierweefsel worden de botten brozer en neemt de spiermassa af. Het verouderingsproces verschilt per persoon. Ook de snelheid van het verouderen varieert.

Naast het 'normale' verouderingsproces kan het ouder worden sneller gaan of anders verlopen door een bijkomende ziekte. Verschijnselen van ziektes als Parkinson en dementie komen juist openbaar bij het ouder worden. Lichamelijke achteruitgang kan dan sneller gaan of met meer ongemak gepaard gaan. Bij dementie komt ook het geheugenverlies en afnemen van het denkvermogen steeds meer openbaar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

AanZet | 79 Pagina's

2. Ontwikkeling van het lichaam

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

AanZet | 79 Pagina's