Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. Een tijd van veranderingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. Een tijd van veranderingen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voordat we de verschillende hervormingsbewegingen in de periode van ongeveer 1000 tot 1500 na Christus beschrijven, kijken we eerst naar de geschiedenis van die periode. Hierdoor zijn de kerkelijke ontwikkelingen beter te begrijpen. Ontwikkelingen in de geschiedenis hebben namelijk grote invloed op de ontwikkelingen in de kerk en ook andersom.

Europa en het christendom waren in de Middeleeuwen één. Iedere burger van Europa was christen. Dat klinkt goed, maar de praktijk was anders.

 

Strijd om de macht

De Romeinen hebben in de eerste eeuw na Christus in Europa een machtig rijk gevestigd. Rome wordt lange tijd geregeerd door keizers. Deze keizers hebben wereldlijk gezag. Aan het hoofd van de christelijke - lees: de Rooms-Katholieke - kerk staat de paus.

De paus is volgens de kerk de rechtmatige opvolger van Petrus en daarmee de leider van de kerk. De paus wordt door de katholieken gezien als plaatsbekleder van Christus op aarde. Hij heeft de hoogste geestelijke macht en bezit ook de rechterlijke macht. Jarenlang woedt er een strijd over de vraag hoe de machtsverdeling tussen de keizer en de paus nu precies vorm moet krijgen. Wie krijgt welk gezag? Terwijl Karel de Grote, koning van de Franken, druk is met het uitbreiden van zijn rijk, komt er een ruzie tussen de kerk in het Westen en het Oosten. In 1054 komt het zelfs tot een scheiding tussen de Oosterse en de Westerse kerk. De scheiding wordt ook wel het Oosterse Schisma genoemd.

In de elfde tot en met de dertiende eeuw woedt er een grote machtsstrijd tussen Duitse keizers en pausen. Door al deze conflicten wordt de positie van de paus zwakker. Hoe betrouwbaar is een paus die zorgt voor strijd en conflicten? De macht van de kerk begint te wankelen.

 

Kruistochten

Te midden van al deze 'gevechten' gebeurt er nog meer dat een groot stempel zet op de geschiedenis. Paus Urbanus II is groot voorstander van hervormingen binnen de katholieke kerk. In 1095 steekt hij vanuit Frankrijk de Alpen over en houdt hij een preek. 'De hele christenheid moet als één man opstaan en ten strijde trekken tegen de ongelovigen. God wil het!' 'En waar moet men dan heen om te strijden?' vragen ambassadeurs van het Oost-Romeinse rijk zich af. 'Naar Jeruzalem,' is Urbanus' antwoord.

In Jeruzalem wonen onder andere Arabieren en Joden. Jeruzalem moet van de christenen worden. De paus gelooft dat de verovering van Jeruzalem de positie van de christenen - en daarmee ook zijn eigen positie - zal versterken. De pogingen het Heilige Land te heroveren, worden 'kruistochten' genoemd.

Het oproepen tot kruistochten geeft de paus een zekere autoriteit ten opzichte van de keizer. Het is immers niet voor de hand liggend dat de geestelijk leider mensen oproept om te gaan strijden. Zo'n oproep hoort bij de wereldlijke leider.

Naar Jeruzalem

De eerste kruistocht heeft plaats van 1096 tot 1099. In de eerste jaren behalen de kruisvaarders de grootste successen. Dit komt hoofdzakelijk door de grote verdeeldheid en daarom de zwakte onder de mohammedaanse leider, de islamitische volgelingen van de profeet Mohammed. Latere kruistochten leiden tot geen of maar heel kleine successen.

Er vinden veel kruistochten naar Jeruzalem plaats. Verschillende groepen mensen gaan om allerlei redenen mee. Een eerste reden is vooral religieus: veel mensen willen Jeruzalem bevrijden van de Arabieren en Joden. Ze willen van Jeruzalem een christelijke stad maken.

Daarnaast heeft het ook te maken met een combinatie van religie en macht. De Arabieren, die vrijwel allemaal islamitisch zijn, vormen steeds meer een bedreiging voor Europa omdat ze hun gebied verder willen uitbreiden. Europese machthebbers willen hun invloed buiten Europa houden.

Een volgende reden heeft ook direct te maken met macht en gebiedsuitbreiding. Europa wil meer macht hebben in het Oosten. Geld speelt ook een rol.

De vierde reden is daarom de handel met het Oosten. Daarnaast spelen ook eigen belangen van mensen een rol. Ridders willen land of geld krijgen. Als mensen meegaan met de kruistocht kunnen zij een gratis aflaat krijgen. Vooral voor armen is dit aantrekkelijk.

Ander wereldbeeld

Door de kruistochten verandert het wereldbeeld van de Europese inwoners ingrijpend. De kruisvaarders maken kennis met:

de Arabieren - Men ontdekt dat deze 'heidenen' een hoog ontwikkelde wetenschap hebben;

de Oosterse denkwereld - Men ziet dat ook Arabieren 'gewone' mensen zijn. Ze zijn niet zoals ze worden afgeschilderd door de paus en de pastoor;

de plaatsen waar Jezus heeft geleefd - Dit geeft meer zicht op Zijn bestaan als mens. Dit verandert het beeld dat binnen de Rooms-Katholieke kerk heerst. Men zag Jezus namelijk als een heilige en niet als de Zoon van God Die geleden had en vernederd was;

voorwerpen uit de tijd van de Bijbel - Relikwieën worden vereerd. Men brengt 'heilige' dingen mee uit het Heilige Land zoals een haar van Petrus, een druppel moedermelk van Maria, een stukje hout van het kruis van Golgotha.

De kruistochten veroorzaken veel slachtoffers en negatieve beelden bij mensen. Er volgen grote Jodenvervolgingen in Europa en het Oosten.

De Joden worden ervan beschuldigd Christus te hebben gekruisigd en daarmee worden de kruistochten gerechtvaardigd. Daardoor krijgen christenen een slechte naam. Zij vechten en moorden immers in naam van God.

 

Ontdekkingsreizen

Tijdens de vroege Middeleeuwen worden vanuit Europa weinig verre reizen gemaakt. Dit verandert al snel tijdens de kruistochten. De kruistochten zorgen ervoor dat West-Europeanen kennis maken met specerijen en andere oosterse goederen. Rond 1200 beginnen Europeanen te reizen naar India en Perzië. Marco Polo (1254-1324) is een Venetiaans handelaar en ontdekkingsreiziger. Hij zet de ervaringen van zijn reizen naar China op papier. Europeanen krijgen zo toegang tot informatie over Azië.

Christoffel Columbus (1451-1506) komt in contact met diverse wetenschappers en raakt ervan overtuigd dat het mogelijk is om Azië te bereiken door naar het Westen te varen. Op 12 oktober 1492 komt er land in zicht. Columbus denkt dat hij in Indië is aangekomen. Hij noemt de inwoners daarom ook Indianen. Columbus heeft echter het nieuwe werelddeel Amerika ontdekt.

Deze ontdekkingsreizen zorgen ervoor dat mensen in aanraking komen met andere volken, religies en wetenschappen. Men ontdekt dat er meer in de wereld is dan tot nog toe bedacht. Mensen krijgen nieuwe vragen: 'Is de wereld groter dan altijd gedacht?' Het wereldbeeld verandert en mensen gaan twijfelen aan bestaande zekerheden.

 

Opkomst steden

Vanaf het jaar 1000 beginnen oude steden, die vaak nog uit de Romeinse tijd stammen, weer te groeien. De bevolking in West-Europa neemt enorm toe. Omstreeks het jaar 600 wonen er 22,6 miljoen mensen. In het jaar 950 stijgt dit aantal tot ongeveer 54,4 miljoen inwoners. Dat aantal neemt later sterk af door de pestepidemie in het jaar 1348.

Vooral in de dertiende en veertiende eeuw worden veel nieuwe steden en dorpen gebouwd. In de landbouw vinden er belangrijke verbeteringen plaats, waardoor meer geproduceerd wordt. Daarnaast komen ambachten en handel langzaam tot bloei. De opkomst van de steden en de toenemende betekenis van handel, nijverheid en dienstverlening leiden tot een groeiende behoefte aan mensen die kunnen lezen, schrijven en rekenen. Het kennisniveau van de bevolking stijgt.

 

Boekdrukkunst

Tot en met de vijftiende eeuw worden alle boeken met de hand overgeschreven. Dit is letterlijk 'monnikenwerk'. Het merendeel van de bevolking bezit geen boeken, dus ook geen Bijbel.

De uitvinding van de boekdrukkunst is daarom dan ook een belangrijke mijlpaal in de Europese geschiedenis. Het wordt daardoor relatief eenvoudig om boeken te drukken. Er worden zogenaamde 'blokboeken' gemaakt. Tekst en afbeeldingen worden in hout uitgesneden, waarna ze handmatig kunnen worden afgedrukt. Deze nieuwe techniek verbreidt zich snel. Door heel Europa worden drukkerijen ingericht. Boeken worden daarom ook toegankelijker voor de gemiddelde burger. De boekdrukkunst zorgt ervoor dat kennis snel verspreid kan worden.

 

Kerk en wetenschap

De veranderingen die plaatshebben in de periode van 1000 tot 1500 na Christus hebben grote gevolgen voor de kerk. Tot ver in de Middeleeuwen heeft de kerk voor het merendeel van de mensen het onfeilbaar gezag en de onfeilbare waarheid. Toch verandert door verschillende gebeurtenissen in de geschiedenis het wereldbeeld van mensen. De wereld blijkt groter te zijn dan men altijd dacht. Daarnaast zorgt de kennismaking met andere volkeren en religies ervoor dat men inziet dat ook deze mensen gewone mensen zijn. Men ontdekt dat ook andere volken kennis hebben van wetenschap. De kerk had toch altijd anders beweerd? Mensen gaan zich afvragen hoe dit te verklaren was. De kerk raakt haar gezag kwijt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010

AanZet | 82 Pagina's

1. Een tijd van veranderingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010

AanZet | 82 Pagina's