4. Hussieten en hun opstand
Dat de ketterijen en de invloed van Hus' gedachten de wereld nog niet uit zijn, blijkt uit de gebeurtenissen die volgen in Bohemen. Nu hun leider er niet meer is, besluiten de Hussieten hun standpunten vast te leggen en roepen een synode bij elkaar. Op deze eerste Hussietensynode (1417) worden 'Vier artikelen van Praag' opgesteld. De vier punten waar zij allemaal achter staan, zijn:
1. Gods Woord moet vrij gepreekt en uitgelegd worden in de volkstaal.
2. Het brood en de wijn van het Heilig Avondmaal moet worden uitgedeeld aan alle christenen.
3. Priesters en monniken mogen geen aardse bezittingen hebben.
4. 'Doodzonden' zoals overspel, vloeken, dronkenschap en vraatzucht, worden ernstig bestraft.
De grootste groep volgelingen van Hus volgt deze regels gematigd. Een kleinere groep is heel radicaal. Zij leven in armoede, vieren het Avondmaal met houten schalen en stenen bekers. Bijzondere gewaden voor de priesters zijn streng verboden. Zij verwachten dat Christus snel zal weerkomen en verzamelen zich in het heuvelachtige gebied ten zuiden van Praag.
Ondertussen geeft Wenceslas, de koning van Bohemen, gehoor aan de oproep van zijn broer keizer Sigismund om de opstand van de Hussieten de kop in te drukken. In 1419 verdrijft hij hun leiders en predikers uit Praag.
Die vluchten naar een heuvel waarop inmiddels een stad is ontstaan die de bijbelse naam Thabor heeft gekregen. De Hussieten verwachten niet dat hun verzet tegen de Kerk zonder slag of stoot zal verlopen. Onder leiding van Jan Ziska treffen zij hun maatregelen. Thabor wordt een sterk bewapend bolwerk.
'Ketter, ketter!'
Tijdens een algemene volksopstand in Praag worden de nieuwe leiders, die koning Wenceslas heeft aangesteld, gedood. Kerkgebouwen en kloosters worden verwoest en ook priesters, monniken en nonnen zijn hun leven niet zeker. Wenceslas schrikt zo als dit bericht hem bereikt, dat hij een beroerte krijgt en enige weken later sterft.
Paus Martinus V is woest als hij hoort over de volksopstand en spreekt de banvloek uit over de Hussieten. In 1420 preekt de paus, dat er een kruistocht tegen de Hussieten gehouden moet worden. Dat is een kolfje naar de hand van keizer Sigismund. Hij kan nu eindelijk, behalve keizer van het Heilige Roomse Rijk en koning van Luxemburg, ook koning van Bohemen worden.
Alleen de Hussieten zitten hem erg in de weg. Zij zullen hem de rol die hij speelde bij het proces tegen Hus niet vergeven. Daarom trekt Sigismund na de kroningsplechtigheid op naar Thabor en graaft zich met zijn kruisridders in rond de stad. Iedere dag schreeuwen zij hun oorlogskreet: 'Hus, ketter, ketter!'
Zizka, de kapitein met één oog, heeft de Thaborieten geleerd te vechten in duidelijk gelid - terwijl de ridders in wanordelijke troepen vechten. Terwijl zij de troepen van de keizer aanvallen, zingen de mannen en vrouwen van Zizka psalmen. Zij vechten met pijl en boog, dorsvlegels en lansen. Op hun vaandels staat een avondmaalskelk, die verwijst naar het geven van het brood en de wijn aan de gewone kerkmensen. Het leger van Sigismund wordt verslagen en vlucht.
Thabor
Jarenlange oorlogen volgen. Het onvoorstelbare gebeurt: steeds weten de Hussieten de legers van keizer Sigismund af te slaan. Ze worden gedreven door de diepe overtuiging dat zij strijden voor Gods waarheid. In 1431 verslaat Procop, de opvolger van Zizka, de vijfde kruistocht. Tienduizenden Duitsers komen om. De opvolger van paus Martinus V gooit het over een andere boeg. Hij probeert het probleem met de Hussieten sluwer op te lossen en stelt onderhandelingen voor. De Hussieten gaan die aan op grond van hun 'Vier artikelen van Praag'. De eerste twee artikelen worden na heel veel praten door Rome aanvaard. Dat is voor de meeste Hussieten genoeg. De Hussieten uit Thabor houden echter ook voet bij stuk met betrekking tot artikel drie en vier.
Het plan van de paus is gelukt: er is tweedracht gezaaid onder de Hussieten. Langzaam maar zeker wint hij de gematigde stroming voor zich in. Hij biedt hen mooie plaatsen aan op universiteiten, aan hoven en in zijn leger. Hij geeft geld voor wederopbouw van het land. Door veel Hussieten zo in te pakken en juist slechte geruchten over de Thaborieten te verspreiden, bereikt hij zelfs dat de gematigde stroming het eens wordt met de Kerk: de groep Hussieten in Thabor moet verdwijnen.
Procop beseft dat hij en zijn soldaten worden afgedankt. Hun strenge geloof is niet langer nodig in een wereld van weelde en vrede. Maar hij is niet van plan zelf te vertrekken. Daarom vormen de gematigde Hussieten een leger. Beide legers dragen de kelk op hun vaandels en zijn even sterk. De Thaborieten weten echter dat hun zaak hoe dan ook verloren is. De trouwste volgelingen van Hus worden verslagen. De overwinnaars juichen niet.
Hiermee is Hus' invloed grotendeels voorbij. Een kroniekschrijver die de strijd van de Thaborieten beschrijft eindigt: 'Lieve God, hoe jammerlijk is het afgelopen met deze dappere strijders voor uw Heilige Geest!'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010
AanZet | 82 Pagina's