Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

4. Lijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

4. Lijden

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Noord-Korea staat al vijf jaar op nummer één. Niet echt een positie om trots op te zijn, het gaat hier om het land waar de meeste christenen worden vervolgd. In dit land zitten zo'n 50.000 tot 70.000 christenen in strafkampen. Velen van hen worden gemarteld. Jaarlijks vluchten duizenden het land uit, een levensgevaarlijke onderneming.

 

Lijden is genade

In deze eerste brief van Petrus komt het thema lijden verschillende keren aan de orde. Gelijk al in het eerste hoofdstuk noemt hij menigerlei verzoekingen waarmee de gelovigen te maken hebben (1: 6). In het tweede hoofdstuk roept Petrus ons op om de voetstappen van de Heere te volgen. Dat houdt ook in dat we zullen lijden. Als we de Heere volgen, zal dat altijd spot en minachting van anderen tot gevolg hebben. Misschien word je wel buitengesloten door je collega's, omdat je niet met hen uit wilt gaan. Dat kan moeilijk zijn, want we willen er altijd graag bij horen. Petrus geeft echter aan dat het genade is als we om Hem lijden (2: 19). Als we ons lijden vergelijken met alles wat de Heere heeft doorstaan, om onze zonde, dan valt onze moeite helemaal weg. Onbeschrijfelijk hoe diep Hij geleden heeft! En wat een wonder dat Hij nu een medelijdende Hogepriester kan zijn, bij Wie we al onze pijn en ons verdriet mogen brengen.

Ook in het derde hoofdstuk spreekt Petrus over lijden om der gerechtigheid wil (3: 14). Hij noemt hen die lijden om de naam van de Heere zelfs zalig. Het vierde hoofdstuk is helemaal gewijd aan het lijden als christen. De gewilligheid waarmee de Heere Zelf Zijn lijden droeg, is een voorbeeld voor alle gelovigen.

 

Door lijden tot heerlijkheid

En het einde aller dingen is nabij (4: 7). Petrus geeft hier aan dat we alleen nog wachten op de wederkomst van de Heere Jezus. Wanneer Hij terugkomt weten we niet, wel dat het spoedig zal zijn. Dat heeft de Heere Zelf ook gezegd: Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen (Mattheüs 24: 44). De tijd voor Zijn komst moeten we goed besteden: zijt dan nuchter, en waakt in de gebeden (vers 7). Het komende einde brengt echter ook verzoeking en lijden met zich mee. Vers 12 spreekt over de hitte der verdrukking.

In tijden van lijden en vervolging ben je als christen extra op elkaar aangewezen: Maar vooral hebt vurige liefde tot elkander (vers 8). Petrus laat zien dat lijden voor gelovigen de gewone weg is naar de heerlijkheid. Maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzo verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen (vers 13). Maar je moet goed nagaan waarom je lijdt. Toch niet omdat je zelf in zonde leeft, als een doodslager, of dief, of kwaaddoener, of als een die zich met eens anders doen bemoeit? (vers 15).

Dan volgt er een merkwaardig gedeelte: Want het is de tijd dat het oordeel begint van het huis Gods (vers 17). Met het huis van God wordt de gemeente bedoeld. Als het onweert, slaat de bliksem altijd in op de hoogste plaats. De gemeente staat ook op een hoge plaats, steekt er in de wereld bovenuit. Daarom is vermaning en aansporing nodig. Gods beste dienstknechten hebben nog zoveel in zich dat verkeerd is, dat het nodig is dat God hen soms terechtwijst en straft. Het is voor de rechtvaardige al heel moeilijk om zalig te worden (vers 18). En het zware lijden van de gelovigen is slechts een voorproefje van de veel zwaardere oordelen die hardnekkige zondaren zullen treffen.

Hoe moet je omgaan als je moet lijden naar den wil Gods (vers 19)? De Heere roept op om je leven in Zijn handen te leggen. Hij zal voor de ziel zorgen, want Hij is de Schepper ervan en trouw in Zijn beloften.

 

Boodschap voor jong en oud

Aan het einde van de brief spreekt Petrus nog een keer tot de ouderen en de jongeren in de gemeente. Met de 'ouderlingen' worden de leiders van de gemeente bedoeld. Petrus voelt zich verwant aan hen: ik, die een medeouderling en getuige van het lijden van Christus ben (5: 1). Hij herinnert hen aan hun opdracht om de kudde Gods te weiden. Petrus vertelt hen ook hoe ze dat moeten doen, namelijk uit liefde, belangeloos. Niet om te heersen, maar om te dienen.

De jongeren roept hij om hen onderdanig te zijn. God zelf heeft ze aangesteld en daarom moeten wij hen gehoorzamen. We moeten niet te hoog van de toren blazen, juist den nederigen geeft Hij genade (vers 5).

 

Slot

Als Petrus afscheid neemt in de laatste verzen, heeft hij het niet over zichzelf. Hij richt zich weer op Hem, de God nu van alle genade (vers 10). Als hij zijn leven overziet, dan ziet hij dat alles uit genade gekregen is. Uit genade mag hij apostel zijn en die genade is er ook voor de lezers van zijn brief. Onze naam is alleen maar schuld en zonde. Zijn Naam is enkel genade. En die genade is er voor elke dag: Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fundere ulieden (vers 10). Zo kun je volhouden, te midden van lijden, en loopt alles uit tot Gods eer: Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen (vers 11).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010

AanZet | 103 Pagina's

4. Lijden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010

AanZet | 103 Pagina's