Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

6. Dwalingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

6. Dwalingen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Soms lukt het een gevangene om te ontsnappen. Dat kan gevaar opleveren, zeker als iemand als gewelddadig bekend staat. Belangrijk is dat zo'n persoon zo snel mogelijk weer achter de tralies verdwijnt. Om hem zo snel mogelijk op het spoor te komen, wordt er een portret in de krant geplaatst. Opsporing verzocht! Hoe duidelijker de foto, hoe groter de kans dat mensen hem op straat herkennen.

 

Verderf als einde

Hoofdstuk 2 is helemaal gericht op dwalingen. Het is geen gemakkelijk hoofdstuk. Petrus waarschuwt de gemeente ernstig voor dwaalleraars. Terwijl apostelen en profeten de juiste weg wijzen, wijzen dwaalleraars juist een dwaalweg aan. Dwaalleraars doen niet anders dan de Heere verloochenen. Ook Petrus heeft zijn Meester eens verloochend, maar bij hem kwam er berouw en spijt. Dwaalleraars plegen hoogverraad, zonder enig verdriet of enige spijt!

Helaas krijgen deze dwaalleraars veel volgelingen: velen zullen hun verderfenissen navolgen (vers 2). Populariteit van bepaalde opvattingen is geen goede graadmeter voor de waarheid! Op de brede weg kun je makkelijk meewandelen, met de massa, maar de weg der waarheid zal erdoor beschadigd worden. De kerk heeft er onder te lijden.

Wie deze dwaalleraars volgt, wordt door hen uitgebuit. Het is vooral geldzucht die hen drijft. Wat een tegenstelling met de Heere Jezus die 'om niet' mensen wil redden met Zijn bloed! De weg van dwaalleraars leidt echter altijd tot het verderf. Dat blijkt uit de voorbeelden die Petrus gebruikt.

Als eerste noemt hij een groep opstandige engelen die zich los heeft gemaakt van de Heere. Zij zijn duivelen geworden en God heeft ze in de duisternis geworpen, waar ze wachten op het oordeel. Als God zelfs ongehoorzame engelen niet ontziet, zullen goddeloze mensen hun straf zeker niet ontlopen! Het tweede voorbeeld gaat over de tijd voordat de zondvloed plaatsvindt. De mensen vinden dat ze zonder God kunnen leven. Het wordt een wereld vol zonde, totdat de Heere Zelf ingrijpt. Alleen Noach, den prediker der gerechtigheid, wordt met zeven familieleden gespaard (vers 5).

In het derde voorbeeld wijst Petrus op het lot van de steden Sodom en Gomorra. Deze steden zijn totaal verdorven, Lot is de enige positieve uitzondering. Hoewel hij er zelf voor had gekozen om daar te gaan wonen, heeft het hem veel verdriet bezorgd: hij heeft dag op dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun ongerechtige werken (vers 8). Lot wordt dan ook gered, terwijl van die steden niets overblijft. Duidelijk wordt dat de Heere niet met zich laat spotten. Zo weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen, en de onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft te worden (vers 9).

 

Portret van een dwaalleraar

Het lijkt alsof Petrus een tekening waarop een dwaalleraar afgebeeld is laat zien, zodat iedereen hem kan herkennen. De toon is fel, Petrus heeft geen goed woord voor hem over! Eerst beschrijft hij zijn doen en laten (vers 10-16), daarna zijn verderfelijke invloed (17-22).

Zo'n dwaalleraar deinst er zelfs niet voor terug om Gods heilige engelen, de 'heerlijkheden', te belasteren (vers 10). Zo'n valse profeet vindt dat Gods zorg voor de wereld onvoldoende is. Ze zeggen dat het lijkt alsof Hij iedereen maar laat begaan. Hij durft de Heere niet rechtstreeks te belasteren en daarom spot hij met de engelen. Petrus vergelijkt de dwaalleraren met dieren, die agressief en roofzuchtig alles om hen heen vernielen. Ze lijken op hyena's die hun prooi besluipen en met huid en haar verslinden. Uiteindelijk bewerken de dwaalleraren daarmee hun eigen ondergang: ze zullen in hun verdorvenheid verdorven worden (vers 12). Dan zullen ze krijgen wat ze verdiend hebben, het loon der ongerechtigheid (vers 13).

Hoe kun je een dwaalleraar herkennen? Petrus geeft een signalement. Hij noemt een aantal kenmerkende activiteiten. Een ervan is dat zij de dag feestend doorbrengen, in plaats van dat ze aan het werk gaan: de dagelijkse weelde hun vermaak achten (vers 13). Tijdens de gezamenlijke maaltijden bedriegen ze de anderen en gaan op in eigenliefde. Hun ogen zijn vol overspel, ze krijgen geen genoeg van de zonde. Hun doel is mensen te verleiden, vooral zij die nog niet zo standvastig zijn. Naastenliefde komt in hun woordenboek niet voor, voor hen bestaat alleen hebzucht, hebbende het hart geoefend in gierigheid. Petrus sluit de opsomming af met een kernachtige en duidelijke samenvatting, het zijn kinderen der vervloeking (vers 14).

Bileam wordt genoemd als 'gids' van de dwaalleraars (vers 15). Deze profeet van heidense afkomst wordt vooral vanwege zijn hebzucht genoemd. Hij was ingehuurd om te vervloeken, maar de Heere veranderde persoonlijk de vloek in zegen (Deuteronomium 23: 5). Bileam is het voorbeeld van een omkoopbare profeet. Maar de Heere treedt tegen zulke dwaalleraars op. Het is tekenend dat een ezel, een lastdier, dwars moest gaan liggen om een dwarse profeet in zijn dwaasheid te remmen en tot stoppen te dwingen. De Heere straft de zonde van dwaalleraars.

In vers 17 vervolgt Petrus het signalement van dwaalleraars. Hij noemt hen waterloze fonteinen, nevelwolken, door stormwind opgejaagd. Hun optreden is één grote teleurstelling, zoals een dorstige reiziger een zware tegenvaller krijgt als hij ontdekt dat een waterbron opgedroogd is. Of als een boer verwachtingsvol naar de lucht kijkt en hoopt op een regenbui, maar moet toezien hoe een krachtige wind die wolken weer wegblaast. De woorden van de dwaalleraars hebben geen enkele positieve uitwerking. Wel staat hun einde vast: de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid (vers 17).

De dwaalleraars maken misschien veel lawaai, de inhoud van hun woorden is hol en leeg, het is zeer opgeblazen ijdelheid (vers 18). Ze proberen om mensen die gebroken hadden met het heidendom opnieuw op een dwaalspoor te leiden. Opvallend is dat Petrus geen aandacht besteedt aan de inhoud van de dwalingen. Hij laat slechts zien hoe verkeerd hun handelen is. Daaruit kun je al afleiden dat ze de waarheid niet spreken. Ze beloven hun volgelingen vrijheid, maar hoe is dat mogelijk als ze zelf gevangen zijn in de macht van het verderf? Daarom sluit Petrus het hoofdstuk af met een ernstige waarschuwing. Vanaf vers 20 spreekt hij de gelovigen aan. Ze zijn verlost uit de duisternis van de wereld en moeten oppassen niet opnieuw verstrikt te raken in dwalingen. Petrus verwijst hier bijna letterlijk naar het woord van de Heere Jezus over de boze geest die, nadat hij uit een huis verdreven is, met versterkte krachten terug kan keren (Mattheüs 12: 45). In dit geval wordt het er zelfs erger op, dan is hun het laatste erger geworden dan het eerste (vers 20).

Petrus maakt dit nog eens duidelijk met een vergelijking van een straathond en een zeug, twee onreine beesten waarvan elke Jood een vreselijke afkeer had. Het gaat hier waarschijnlijk om een volkswijsheid, gebaseerd op alledaags dierlijk gedrag. De hond is wedergekeerd tot zijn eigen uitbraaksel, en de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk (vers 22). Een hond die zijn voedsel heeft uitgebraakt, kan het niet laten terug te gaan en z'n braaksel op te vreten. Een zeug die schoongewassen is, rolt zich even later weer heerlijk om in de modder. Mensen die steeds weer in de zonde vallen, lijken op deze dieren.

Met dit spreekwoord wordt duidelijk dat de zonde aantrekkingskracht blijft houden. Wie kan de verleiding weerstaan om de onreinheid van vroeger toch weer op te zoeken? Er is echter een beter spoor en dat beschrijft Petrus in hoofdstuk 3.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010

AanZet | 103 Pagina's

6. Dwalingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2010

AanZet | 103 Pagina's