Hoofdstuk 3 Jouw strijd

Er woedt een geestelijke strijd. En die strijd is hevig en venijnig, zo is gebleken. Het lukte de duivel in het paradijs om Adam te laten zondigen. En de duivel probeert iedere minuut van de dag te zorgen dat je dat zondige bestaan doorzet. Elke dag is hij bezig jou aan zich te binden en af te trekken van de Heere. Tot aan je dood. Hopelijk ben je je van die werkelijkheid bewust. En ga je de strijd aan! Niet in eigen kracht, maar in Gods kracht door een waar geloof. Maar heb je als mens eigenlijk wel de taak om die strijd te voeren? Hebben we de plicht om heilig te leven, zoals Zacharias zong in zijn lofzang? Op de vraag wordt eerst een antwoord gegeven. Daarna komt de vraag aan de orde hoe jij je moet wapenen in die strijd: in een geestelijke strijd is een geestelijke wapenrusting nodig.

Opdracht om te strijden

De Heere Jezus heeft het tijdens zijn leven op aarde ons voorgehouden: Strijdt om in te gaan door de enge poort (Lukas 13: 24). En ja, dat ingaan door die poort kost strijd. Want de satan probeert jou uit alle macht tegen te houden naar die poort te gaan. Of hij wil dat je voor die poort blijft dralen, blijft steken, zo schrijft ds. P. van Ruitenburg in zijn boekje 'Bijna bekeerd'. De duivel wil niet dat jij behouden wordt. Hij wil dat je verloren blijft liggen (Johannes 3: 18). Zolang je maar rustig op de brede weg wandelt, zal hij je laten gaan. Zodra je onrustig wordt over de toestand van jouw ziel, zal de duivel duidelijk maken dat hij de baas is in jouw leven en dat wil blijven.

Ons doopformulier laat er ook geen onduidelijkheid over bestaan: door de doop ben je verplicht de Heere als Koning te dienen. Het doopformulier zegt het op deze manier: Wij worden door de doop verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid. Die nieuwe gehoorzaamheid houdt het volgende in: De drie-enige God met je hele hart liefhebben en de wereld verlaten. Dit alles kan alleen door het geschonken geloof in Jezus Christus. Hij kan je kracht geven om te strijden. Want er moet zeker strijd geleverd worden! Paulus beschrijft dat ook heel duidelijk in een brief aan Timotheüs. Paulus zegt tegen hem: Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven (1 Timotheüs 6: 12).

Wapen je!

En hóe moet je dan strijden? Paulus houdt de gemeente van Efeze het volgende voor: Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht (Efeze 6: 11-12). Moeten we vechten tegen onze overheid? Is dat wat Paulus bedoelt? Nee. De kanttekenaren geven terecht aan dat dit allemaal verschillende beelden zijn waarmee hetzelfde wordt bedoeld: de satan en zijn engelen. Calvijn zegt hierbij: Als we tegen mensen zouden moeten strijden (vlees en bloed), zou het nog wel lukken. Maar deze vijand is een andere, hier is menskracht niet tegenop gewassen.

Paulus maakt vervolgens duidelijk hoe we ons geestelijk moeten wapenen. Hij doet dit door een vergelijking te maken met de uitrusting van een Romeinse soldaat in zijn dagen. Die soldaten droegen altijd een gordel, een pantser en soldatenlaarzen met bijbehorende scheenbeschermers. Vlak voordat ze gingen vechten, pakte zo’n soldaat nog een schild, een helm en een zwaard. Paulus werkt dat op de volgende manier uit:

 Vers 14a: “Staat dan, uw lendenen omgord hebbende met de waarheid…”. De gordel van de waarheid. Daarmee bedoelt Paulus dat een christen sterk staat als hij zich wapent met het Evangelie, met Gods Woord, de Bijbel.

 Vers 14b: “… en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid”. Een ander woord voor borstwapen is ‘pantser’. Het pantser van de gerechtigheid. Een christen staat sterk als hij oprecht is. Als hij dus bekleed is met de gerechtigheid van Christus. Als hij geborgen is bij Koning Jezus.

 Vers 15: “En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes”. Paulus bedoelt hier het aantrekken van de laarzen en beenbeschermers. De krijgslaarzen van het getuigen. Hier gaat het om de bereidheid om als christen je geloof te belijden, om naar anderen toe te getuigen.

 Vers 16: “Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, met hetwelk gij al de vurige pijlen des bozen zult kunnen uitblussen". Waarom zegt Paulus dat dit boven alles nodig is? De Schotse predikant Thomas Boston legt dat op de volgende manier uit: Het geloof is de moeder-genade, en uit haar schoot komen de andere gaven voort; het is de genadegave die de ziel verbindt aan Christus.

 Vers 17a: “En neemt den helm der zaligheid…”. De zaligheid is de overwinning. En die overwinning is behaald door Christus. In de strijd moet een christen daarom op de overwinning letten.

 Vers 17b: “.. en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord”. Als meest krachtige wapen heeft een christen het Woord van God. De Heere Jezus heeft ons hierin een voorbeeld gegeven. Denk aan de verzoekingen in de woestijn. De duivel verzoekt de Heere Jezus op verschillende manieren. Maar de Levensvorst verslaat deze mensenmoordenaar. Waarmee vooral? Met het Woord van God.

Vrede

Tot slot. De geestelijke strijd speelt zich af om de ziel van elk mens. Van jou dus ook. De duivel wil iedereen in slaap wiegen op de brede weg, zodat zoveel mogelijk zielen verloren gaan. Maar de Heere wil zielen trekken, uit de duisternis, tot Zijn licht. Dat levert een gevecht op. Een gevecht dat de duivel niet zomaar opgeeft. De Engelse predikant Spurgeon zegt over de duivel: “Hij is zó boosaardig dat hij zolang mogelijk verzoekt. Zijn wil verlangt onze totale vernietiging”. Wint de duivel die strijd? Nee. Spurgeon vervolgt: “De macht van de duivel is niet even groot als zijn wil. God geeft hem niet die macht die hij zou willen bezitten. Aan zijn aanvallen wordt altijd een grens gesteld”. De duivel is wel machtig, maar de Heere is almachtig!

Is het de moeite waard om de geestelijke strijd te strijden? De duivel wil je laten geloven dat dit niet zo is. Hij wil dat je niet verder denkt dan het leven op aarde. Dat je God zult ontmoeten en verantwoording moet afleggen over je leven, daar wil hij jou niet aan laten denken. De Heere schetst echter het perspectief van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Voor iedereen die de geestelijke strijd is gaan strijden. Johannes krijgt het op Patmos te zien: En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende van God uit den hemel, toebereid als een bruid die voor haar man versierd is. En ik hoorde een grote stem uit den hemel, zeggende: Zie, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan. (…) Die overwint, zal alles beërven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal Mij een zoon zijn. Voor hen die deze strijd niet gaan strijden is er ook een boodschap: Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood.

Uiteindelijk zal de duivel het onderspit delven. Hoe komt dat? Doordat God de kop van de slang heeft vermorzeld. Aan het kruis van Golgotha is door de dood van de Heere Jezus de straf voldaan en door Zijn opstanding is de dood overwonnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen