Bijbelstudie 4: Aankondiging van het lijden

Lezen: Markus 10: 32-45

Markus heeft het in de eerdere hoofdstukken al beschreven dat Jezus de Zoon van God is en dat Hij alle macht heeft. Hij is de Koning van het Koninkrijk der hemelen. Maar, en dat laat Markus in zijn Evangelie ook heel duidelijk zien, Hij is geen gewone Koning. Deze Koning gaat naar Jeruzalem toe om daar te lijden en sterven.

De lijdensaankondiging in Markus 10 is de derde (na 8: 31 en 9: 31). Dan zullen de discipelen het nu wel begrijpen, zou je denken. Maar nee, tot nu toe hebben de discipelen nog steeds een verkeerd beeld van het Koninkrijk der hemelen. En van hun plaats daarin. Ze denken nog steeds aan een aards koninkrijk, met rangen en standen en zouden zichzelf graag hooggeplaatst zien, op belangrijke posten en ereplaatsen. Ze lijken doof voor Zijn lijdensaankondigingen, blind voor Zijn dienen. Jezus onderwijst hen. Ze moeten meer denken aan lijden met Hem, aan dienen met Hem (zie vers 45), dan aan heersen met Hem.

Voordat de Heere Jezus plaats neemt op Zijn hemelse troon, moet Hij naar het kruis. Het duurt niet lang meer voordat de discipelen dat zullen zien. Ze hebben steeds opnieuw het onderwijs van de Heere Jezus nodig. Als het lijden komt, moeten ze zich herinneren dat Jezus het wel drie keer voorzegd heeft en moeten ze zich troosten met de gedachte dat Hij weer zal opstaan uit de dood.

Bijbelstudievragen

1. De Heere Jezus kondigt voor de derde keer Zijn sterven aan.

a. Welke concrete bijzonderheden benoemt Christus hier over Zijn lijden?

b. Zijn deze allemaal vervuld?

c. Waarom moest de Heere Jezus lijden en sterven?

d. Waarom was Hij zo gewillig?

e. Wat leert het zware lijden en sterven van de Heere Jezus jou over de zonde?

f. Waarom heb jij de Heere Jezus nodig?

2. De discipelen hebben hun eigen beeld bij het Koninkrijk der hemelen.

a. Vastberaden ging de Heere Jezus hen voor naar Jeruzalem. Welke twee dingen lees je in vers 32 over de discipelen?

b. Waarom zouden zij zich zo voelen?

c. De zonen van Zebedeüs hebben een vraag voor Jezus. Wat willen ze precies?

d. Begrijpen ze het antwoord van de Heere Jezus? Hoe blijkt dat?

e. Hoe is vers 39b in het leven van Jakobus en Johannes vervuld?

f. Wat is het verschil in het lijden van de Heere Jezus en de discipelen?

g. Populair willen zijn, hoe zie jij dat om je heen?

h. Vind jij eer belangrijk in je leven?

3. De Heere Jezus onderwijst Zijn discipelen over nederig zijn.

a. Hoe reageren de andere discipelen op de vraag van Jakobus en Johannes?

b. Wat laten ze zien over zichzelf met deze reactie?

c. Hoe is dat in jouw leven, wil jij het beste hebben of de meeste zijn?

d. Wat leert de Heere Jezus hier aan de discipelen en aan jou?

e. Welk voorbeeld geeft de Heere Jezus over ‘de minste zijn’?

f. Ken jij voorbeelden uit de Bijbel of je eigen leven rondom nederigheid/de minste zijn?

g. Hoe kun je in je leven concreet de minste zijn, de ander dienen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen