Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofdstuk 4 Verwerkingsvormen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofdstuk 4 Verwerkingsvormen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Introductieopdracht – Wat houdt jou bezig?

Doel: jongeren bewust maken van de geestelijke strijd in hun leven.

1. Vraag de jongeren om op te schrijven wat hen dagelijks bezighoudt en waar ze druk mee zijn.

2. Vraag hen om bij ieder onderwerp aan te geven in hoeverre ze geestelijke strijd ervaren. Deel dit met elkaar. Is geestelijke strijd iets dat in de beleving aanwezig is?

 

Verwerkingsopdracht – Wie / wat houdt jou bezig? (passend bij introductieopdracht)

Doel: de rol van de geestelijke strijd in het dagelijks leven onderzoeken.

1. Deel de jongeren in groepjes in. Vraag hen de lijstjes van wat hen dagelijks bezighoudt samen te voegen en waar nodig aan te vullen.

2. Laat de jongeren Efeze 6: 10-20 erbij pakken. Biedt hierbij de BMU of een kopie van de BMU aan voor verduidelijking van de moeilijke woorden.

3. Vraag de jongeren voor iedere activiteit aan te geven in hoeverre hier sprake is van een geestelijke strijd. Vraag hen hier ook telkens een wapen uit Efeze 6 bij te benoemen dat ‘ingezet’ kan worden bij deze geestelijke strijd. Zie PDF.

4. Bespreek plenair de uitkomsten. Wat heeft dit te zeggen? In hoeverre gebruiken we de wapens van de geestelijke wapenrusting al in het dagelijks leven? Wat is daarvoor nodig?

 

Verwerkingsopdracht - Bijbelstudie

Doel: bestuderen hoe de psalmdichter omging met strijd die hij in zijn leven ervoer.

Lees Psalm 116. Dit is één van de psalmen van het 'Hallel’. Deze psalmen werden ieder jaar gezongen tijdens het Pascha, als de Joden terugdachten aan de uittocht uit Egypte.

1. Zijn er woorden of zinnen die je niet goed begrijpt in dit stukje? Probeer samen de betekenis hiervan te achterhalen.

2. In vers 3 beschrijft de psalmdichter zijn nood. Hij gebruikt daarbij de woorden ‘banden des doods’, ‘angsten der hel’.

a. Wat kan dat zijn?

b. Ervaar je in je eigen leven weleens zoiets?

3. De dichter kon niets: hij was gevangen in banden des doods. Toch deed hij wel wat (vers 4).

a. Wat deed hij?

b. Is dat ‘een makkelijke oplossing’ of is dat juist moeilijk? Waarom?

4. Wat neemt de dichter zich voor om de rest van zijn leven te doen?

5. De dichter spreekt in vers 3 en 4 over persoonlijke nood. In vers 14, 18 en 19 benoemt hij dat hij publiek zal danken voor de verlossing uit die nood.

a. Wat zegt dat jou?

b. Hoe dank je God zelf als Hij je ergens uit redt?

6. In deze psalm laat de dichter duidelijk zien wat hij doet op het moment dat er strijd is. Wat doe je zelf als je in (geestelijke) strijd bent?

 

Creatieve verwerking – Huis van de gemeente

1. Zorg vooraf voor een papieren muur op groot formaat. (Voor een voorbeeld: zie PDF). Je kunt er ook voor kiezen, afhankelijk van de groepsgrootte, om voor een aantal exemplaren te zorgen.

2. Licht toe dat in de Bijbel vaak het beeld wordt gebruikt van een huis of bouwwerk. Je kunt hierbij verwijzen naar de gelijkenis van de wijze en de dwaze bouwer. We lezen ergens anders ook dat de Heere Jezus vertelt over het gevaar van verdeeldheid in een huis, als Hij het heeft over de macht van satan: “Een iedere stad of huis dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan” (Mattheüs 12: 25).

3. Vraag de jongeren om Bijbelteksten te zoeken die aangeven waardoor het bouwwerk van de gemeente wél sterk is. Vraag hen om daarbij bijvoorbeeld 1 Korinthe 3: 10-23 te lezen.

4. Laat de jongeren met groene stift op de tegels schrijven wat het huis van de Heere (de gemeente) bouwt en versterkt.

5. Vraag de jongeren om ook op te schrijven hoe de duivel probeert om het huis van God onderuit te halen. (Een bekend spreekwoord hierbij is “Waar God een kerk sticht, bouwt de duivel een kapel.” Hij is dus altijd aanwezig om Gods kerk te verwoesten.) Vraag hen dit met rode stift toe te voegen op de muur.

6. Bespreek samen wat er op de muur geschreven is. Hoe is hierin de geestelijke strijd zichtbaar? Waar moeten we voor oppassen? En wat geeft tegelijkertijd moed?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2017

AanZet | 14 Pagina's

Hoofdstuk 4 Verwerkingsvormen

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2017

AanZet | 14 Pagina's