Als ambtsdrager op vossenjacht?

In Hooglied 2: 15 lezen we: “Vang (…) de vossen, de kleine vossen die de wijngaarden te gronde richten.”

Eén van de manieren waarop bovenstaande tekst wel gelezen wordt, is dat hier de ambtsdragers worden aangesproken om op vossenjacht te gaan in de wijngaard des Heeren.

Eén van de dieren die een gevaar vormden voor de wijngaard in Israël was de vos. Deze dieren groeven met hun poten in de bodem en vraten de wortels en de stam van de wijnstokken aan. Ze beschadigden de ranken en aten de druiven op. Vossen eten niet alleen maar kippen en kikkers, konijnen, hazen en eieren. Ook druiven staan op hun menu. Als de vossen de wijngaard insluipen, gaat de wijngaard eraan. Dan is er geen goede oogst. Dat betekent grote schade voor het bedrijf. De eigenaar van de wijngaard is een vos dus liever kwijt dan rijk.

Het was voor de eigenaar echter moeilijk om de wijngaard tegen de vossen te beschermen. Een vos is slim en sluw. Een vos heeft een sterke reuk en een scherp gehoor. Bij het minst of geringste onraad is hij weg. Je ziet hem ook niet zomaar, hij houdt zich vaak goed verborgen. In het donker sluipt hij door greppels en droge sloten om op roverspad te gaan.

De tegenstander van God, de boze, stuurt ontelbaar veel vossen de wijngaard in. Hij wil niet dat de wijngaard des Heeren bloeit en geurt van de liefde tot God en de naaste. Hij wil kapot maken, te gronde richten, uiteenwerpen.

Het is de roeping van de ambtsdrager om allerlei ‘vossen’ te vangen. Het bevestigingsformulier voor ouderlingen zegt dat zij geroepen worden om opzicht te houden over de wijngaard die hen is toevertrouwd. Het formulier spreekt verder over de opdracht om de valse leer te weren. Met een verwijzing naar Handelingen 20: 28 wordt er opgeroepen waakzaam te zijn tegen de wolven die de schaapskooi van Christus kunnen binnendringen. Deze ‘wolven’ zijn zo sluw als een vos (Ezechiël 13:4). Je kunt ze daarom het beste vangen als ze nog klein, nog jong zijn. Je kunt ze het beste uitroeien voordat ze gaan paren en zich vermenigvuldigen.

Een hoge roeping! Daarom is alertheid geboden, blijft onderscheidingsvermogen nodig. Er staat veel op het spel! Het gaat om niet minder dan de eer van de Heere, de Koning van de kerk. Gelukkig wil God kracht geven aan in zichzelf zwakke broeders. Hij geeft Zijn Geest aan hen die Hem erom bidden.

En… Hij geeft ‘medestrijders’.

Ambtsdragers mogen gezamenlijk op vossenjacht gaan. Want de ‘vosjes’ kunnen hun schadelijk werk veel gemakkelijker doen als er twisten zijn tussen broeders van hetzelfde huis. Melanchton (1497-1560) zag dat door onderlinge twisten de Reformatie schade leed. Hij verbeeldde de hele situatie in een verhaal over een paar vossen die op roof wilden gaan. De vossen hoorden in de verte honden blaffen. Eén van de belangrijkste vossen werd uitgezonden om poolshoogte te gaan nemen. Hij kwam terug en zei: “Van die honden hebben we geen kwaad te vrezen, want ze blaffen tegen elkaar.’”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen