Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lees maar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lees maar

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Zij gingen en kwamen in het huis van een vrouw, een hoer, van wie de naam Rachab was, en zij sliepen daar’. (Joz. 2:1)

De geschiedenis van de verkenners in Jericho laat zich lezen als een spannend verhaal. Als Israël aan de grens van Kanaän staat, stuurt Jozua er twee mannen op uit om Jericho te verkennen. Dat lijkt een riskante operatie. De vorige keer, toen Jozua zelf een van de verspieders was, was het immers verkeerd afgelopen. Ook deze keer lijkt de operatie direct te mislukken. Als er namelijk iets is dat een spion nodig heeft, is het dat hij onopvallend kan opereren. Maar de Israëlieten in Jericho worden meteen ontdekt. Dat ze toch ontsnappen is te danken aan Rachab. Een publieke vrouw moet hun geheime missie redden.

De God van Israël gebruikt iemand die wij het minst verwachten zouden. Rachab was een Kanaänitische, een van de volken die Israël bij de intocht moest uitroeien, een vrouw aan de onderkant van de maatschappij, een prostituee. Maar zij wordt ingeschakeld en is welkom bij de levende God. Rachab stond er op alle manieren buiten. Maar uit haar woorden en daden blijkt het geloof. Het Oude Testament stelt niet dat alle inwoners van Jericho zich bij haar aan konden sluiten. En toch is het een hint dat er ook voor een Kanaänitische bij de God van Israël genade was. Terwijl even later Achan, een Israëliet die het verbond verbreekt, zichzelf erbuiten plaatst.

Over de geschiedenis van Rachab zijn de nodige vragen gesteld. Waren het eigenlijk wel zuivere bedoelingen waarmee de verkenners bij haar kwamen? Was Rachab op dat moment nog wel prostituee? Volgens sommige uitleggers is dat laatste ondenkbaar. Ze belijdt immers dat ze de HEERE wil dienen (Joz. 2:9-11). Het feit dat ze hoer genoemd wordt, laat de grootheid van Gods genade uitkomen. Maar met zo’n belijdenis kan ze onmogelijk nog in de zonde geleefd hebben. Toch is het de vraag of we dan niet te veel veronderstellen. Rachab wordt immers consequent ‘de hoer’ genoemd. In het Nieuwe Testament zoekt Jezus Christus ook zondaren op. Oplichters en hoeren zijn welkom bij Hem, Hij eet met hen, een teken van hartelijke vriendschap en verbondenheid. Bij die mensen hoort Hij, voor hen is Hij gekomen. De Heere ontvangt geen ex-zondaren, maar echte.

En wij? Zou Rachab welkom zijn in onze CGK? Zoals ze is, de hoer van Jericho? Of mag ze komen als ze eerst haar herberg sluit, de zonde achter zich laat en een fatsoenlijk leven leidt? Dan is de kerk er voor fatsoenlijke mensen uit de middenklasse, en wie echt arm is of in de problemen zit, moet maar naar het Leger des Heils gaan. Hoe kan het dat we de mensen met wie Christus at, in de kerk zelden zien?

Daarmee zijn niet alle vragen beantwoord. Je kunt toch niet Gods naam belijden en tegelijk openlijk in de zonde blijven leven? De Heere vraagt ook een heilig leven. Je leven kan niet hetzelfde blijven als je de Heere wilt dienen. Maar het blijven zondaars die welkom zijn; geen ex-zondaars, maar echte, mensen zoals wij.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2020

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Lees maar

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2020

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's