Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omzien naar elkaar in crisistijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omzien naar elkaar in crisistijd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Omzien naar elkaar is te allen tijde goed, maar in tijden van crisis des te meer geboden. Door de overheidsmaatregelen die momenteel gelden en die we dienen op te volgen, wordt de praktijk van dit omzien echter belemmerd en beknot.

Althans zo voelt het in eerste instantie. De anderhalve meter afstand lijkt in centimeters mee te vallen, maar in de gemeentelijke en pastorale praktijk schept het al snel een gevoelsmatige afstand die groter is dan exact gemeten kan worden, en een verlies van verbondenheid.

Dit betekent een beproeving, vooral toen duidelijk werd dat het langer gaat duren dan vier weken en het zich meer en meer ging aftekenen dat we niet zomaar met ingang van het nieuwe seizoen terug zullen zijn bij het oude ‘normaal’, zodat het winterwerk, de huisbezoeken, de catechese en – niet te vergeten – de samenkomsten van de gemeente weer hervat zouden kunnen worden als voorheen. Die beproeving moet verwerkt worden en het roept pastorale vragen op, zowel bij kerkenraadsleden als bij gemeenteleden, hoe hiermee om te gaan. Zoals bij een jonge zuster die mij schreef: ik mis de kerkdiensten en het gemeentezijn. Dit kan toch niet zijn zoals God het wil?

Het is goed om hiervoor oog te hebben en elkaar bij te staan. Alleen samen komen we de coronacrisis te boven, is de leus van het kabinet. Maar wij mogen dat wel geestelijk en gemeentelijk invullen: alleen samen zullen we de beproeving kunnen doorstaan. Dat geldt trouwens ook van elke andere beproeving. Zijn we niet aan elkaar gegeven in de gemeente, juist om elkaar tot een hand en een voet te zijn in tijden van geestelijke nood en praktische beproeving? Als het tijdelijk niet mogelijk is om fysiek bijeen te zijn, zullen we naar andere manieren en middelen moeten zoeken om meeleven te tonen en een helpende hand te bieden.

Uitdaging

Een beproeving dus, maar tegelijk een nieuwe uitdaging voor de kerk, voor zolang als de coronacrisis duurt. Vanuit het Dienstenbureau in Veenendaal is een regiegroep aan de slag gegaan om de kerken hierin van dienst te zijn. Er wordt nagedacht over de vraag hoe de kerken in de komende tijd van het nieuwe winterseizoen hun samenkomsten, verenigingsleven, catechese en niet te vergeten pastorale werk volgens een vast te stellen protocol dienen aan te passen, zodat de anderhalve meter norm niet wordt overschreden. Adviezen, praktijkvoorbeelden, toelichting op de genomen maatregelen worden met een zekere regelmaat en zo actueel mogelijk aan de kerken doorgegeven. We zijn dankbaar met dit initiatief en wijzen de ambtsdragers op de beschikbare informatie. Ieder kan daaruit wat dienstig is voor de lokale gemeentelijke situatie destilleren en benutten. Voor meer informatie en contact: Dienstenbureau CGK verbinding@cgk.nl (e-mail in tijden van corona); alle coronaberichten op de website: www.cgk.nl/corona; voor hulp bieden en hulp vragen: www.nietalleen.nl.

Voor één ding dienen we mijns inziens op te passen. Dat is dat we nu zo aan de slag gaan met het bedenken van allerlei praktische oplossingen – hoe nodig en begrijpelijk ook op zichzelf –, dat er voor bezinning op de roepstem die er van de coronacrisis uitgaat op de kerken weinig of geen plaats is.

Is het maar het beste om de vraag uit de weg te gaan of deze wereldwijde crisis, veroorzaakt door een zeer besmettelijk virus, met alle maatschappelijke, economische en sociale gevolgen van dien, te zien is als een roepstem van God, een teken van de tijd (Matth. 24, 6-8)? Of tekent het de zwakte en de vlakte van de kerken dat men er zeer voor terugdeinst om ook maar enig verband te zien met bijv. de ruiter op het vale paard in Openb. 6? Laten we in elk geval niet vergeten dat wanneer de Bijbel spreekt over Gods oordelen die over de aarde gaan, het verbondsvolk niet buiten beschouwing blijft. Het oordeel begint bij het huis van God.

Hoe zal dus deze coronacrisis geestelijk worden verwerkt, binnen de plaatselijke gemeente, door het kerkverband en door de kerkelijke vergaderingen?

Dat zijn vragen waar natuurlijk geen klip en klare antwoorden voor klaar liggen, maar die ons wel nopen om bij onszelf en bij elkaar te rade te gaan of er bij ons een schadelijke weg is, waarover we ons dienen te verootmoedigen en waarvan we ons dienen te bekeren.

Omzien naar elkaar

Het is al weer heel wat jaren geleden dat prof. dr. J.P. Versteeg een studie schreef over het woordje ‘elkaar’ in het Nieuwe Testament. 1 Dat is natuurlijk niet een zwaarbeladen theologisch begrip, en dat maakt Versteeg er ook niet van. Wat hij wel laat zien is dat dit schijnbaar eenvoudige woordje structuurbepalend is in veel plaatsen in het Nieuwe Testament voor het gemeente-zijn in de praktijk. Hij laat dat zien met voorbeelden uit de evangeliën, Handelingen, de brieven en uit Openbaring, kortom uit het hele Nieuwe Testament. De conclusie luidt dat het leven van de gemeente zich in dit ‘elkaar’ afspeelt. Het gebod van de liefde die niet zichzelf zoekt maar de ander (Joh. 15,12- 13) en het beeld van het ene lichaam en de vele leden (Rom. 12) spelen hierbij een belangrijke rol. Het oog hebben voor elkaar in de onderlinge verhoudingen van de gemeente is trinitarisch gemotiveerd: de liefde is uit God, om Christus’ wil en door de Geest. Het hoort bij de nieuwe bedeling. Het heeft een missionaire spits. Maar Versteeg wijst ook op de vervolgingssituatie (1 Petrus). “In de vervolgingssituatie heeft men elkaar nodig en moet men op de liefde van de ander kunnen rekenen. Hoe sterker de bedreiging van buitenaf is, hoe meer men op elkaar is aangewezen. […] Een gemeente, die in de vervolgingssituatie een hechte eenheid vormt, zal de beproevingen gemakkelijker kunnen doorstaan, ook waar het voor elk van de gelovigen individueel onmogelijk kan lijken om in de beproevingen staande te blijven.” (99). En dat alles dient weer een hoger doel, namelijk de verheerlijking van God.

Nu is de coronacrisis uiteraard niet hetzelfde als geloofsvervolging, maar hier worden wel leerzame handreikingen gedaan die ook in de huidige crisistijd de moeite waard zijn te overdenken en te verwerken. Volharden kun je niet in je eentje. De gemeenschap der heiligen is het geheim van het gemeente zijn en een voedingsbron voor de volharding.

Overwegingen

Tot slot wil ik de volgende overwegingen onder de aandacht brengen.

1. De huidige crisis werpt ons terug op het essentiële.

2. De voorrechten van het gemeente zijn en samen kerk(verband) zijn dienen beter beseft te worden.

3. Het geeft een goede oefening om de vanzelfsprekendheden van onze voorrechten voorbij te komen.

4. Het biedt mogelijkheden tot een nieuwe creativiteit in de zorg voor de gemeente, de vormgeving van de eredienst, het onderhouden van contacten en de opbouw van de gemeente, inschakeling van gemeenteleden op allerlei terrein.

5. We dienen meer oog te krijgen en begrip voor de noden van christenen die in een vervolgingssituatie leven, niet of niet veilig kunnen samenkomen, en ook niet de moderne technische middelen hebben om met elkaar in verbinding te blijven.

6. Juist de christelijke gemeente dient voor te leven dat niet de angst regeert, maar dat Christus regeert, Die na Zijn opstanding en voor Zijn hemelvaart heeft beloofd: Zie Ik ben met u, al de dagen.

Zou de huidige crisis een geestelijke vrucht kunnen afwerpen van verdieping in het geloof, versterking van het gebedsleven en herwaardering van de onderlinge verbondenheid in de gemeente? Laten we elkaar in de gemeente juist nu, ondanks de anderhalve meter afstand, blijven ‘vasthouden’ door praktisch omzien naar elkaar en gebed voor elkaar.


1 J.P. Versteeg, Oog voor elkaar. Het gebruik van het woord ‘elkaar’ in het Nieuwe Testament met betrekking tot de onderlinge verhoudingen in de gemeente. Kampen 1980 2 .

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2020

Ambtelijk Contact | 28 Pagina's

Omzien naar elkaar in crisistijd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2020

Ambtelijk Contact | 28 Pagina's