Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar bleef de aandacht voor gemeenteopbouw?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar bleef de aandacht voor gemeenteopbouw?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de jaren ’90 was er veel aandacht voor gemeenteopbouw. Hoe zat dat ook alweer, waar hebben we het precies over en merken we de effecten daarvan nog steeds?

Er kwam onder meer aandacht voor de opbouw van de gemeente en begon in de Christelijke Gereformeerde Kerken doordat prof. Versteeg in 1985 het boek ‘kijk op de kerk’ publiceerde met als ondertitel: de structuur van de gemeente volgens het Nieuwe Testament. Met daarin aandacht voor het toerustende werk van de ambtsdrager. Toerusten met als kerntekst Efeze 4:12 ‘om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus’. In 1990 publiceerde dr. J. Hendriks, hoofddocent aan de Theologische Faculteit van de Vrije Universiteit in Amsterdam, het boek ‘Een vitale en aantrekkelijke gemeente, model en methode van gemeenteopbouw’. In Vrijgemaakte kring valt het werk op van Prof. Ter Velde met een serie boeken over gemeenteopbouw.

Als we nadenken over gemeenteopbouw dan gaat het over het initiatief van God – dat wat Hij doet in en door mensen die samen Zijn gemeente vormen. De kerk is immers bruid van Christus. En verder is het ook de gemeente zelf die zich afvraagt: wat gaat goed en waarin kunnen wij verbeteren of groeien? Het is ook een opdracht om vanuit Bijbelse principes en idealen én vanuit de weerbarstige praktijk te bouwen aan de gemeente.

Zelf studeerde ik vanaf 1990 aan de Reformatorische Bijbelschool in Zeist en daarna aan de Reformatorische Hogeschool te Zwolle. Het vak gemeenteopbouw had daarin een prominente plaats. De genoemde boeken van Versteeg, Hendriks en Ter Velde werden gretig gelezen en er werd college gegeven door praktijkmensen zoals gemeentopbouwpionier ds. Erik Veenhuizen. Ik dacht in die tijd veel na over de gemeente en droomde over hoe de gemeente zou moeten zijn, Lichaam van Christus, een gebouw van levende stenen dat kan functioneren met een toerustende taak voor de ambtsdragers. Hoe kunnen principes in de praktijk gebracht kunnen worden zoals Mozes die meekreeg van zijn schoonvader Jetro die zag dat het alleen leiding geven aan het volk te zwaar was voor Mozes. (Exodus 18:13-27).”Je moet leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien over hen aanstellen.” Of 2 Timotheüs 2:2, het principe waar Paulus zegt: “En wat u van mij gehoord hebt onder vele getuigen, vertrouw dat toe aan trouwe mensen die bekwaam zijn om ook anderen te onderwijzen.”

In de periode daarna werkte ik in Sneek voor de jongerenorganisatie Youth for Christ en voor verschillende kerken. Ik probeerde in het werken met jongeren en in de opbouw van de gemeente vragen te stellen, groepen te vormen en principes van gemeenteopbouw toe te passen. Hoe kan de gemeente een herberg zijn voor kwetsbare mensen? Hoe krijgen zoekers en gemeenteleden een plek waar ze mee kunnen doen en elkaar tot zegen zijn met de gaven die God hen geeft?

Vanuit de andere kant van de oceaan kwamen verhalen van mega churches in de VS die hun evangelie wilden delen. Denk daarbij aan de Presbyterian Church in New York waar dr. Tim Keller de leiding had. Of de Willow Creek gemeente die congressen hield in Nederland met dr. Bill Hybels over “de church is the hope of the world”. Honderden mensen – waaronder ik – togen naar de Jaarbeurshallen in Utrecht. Vanuit Londen werd de daar ontwikkelde Alpha-cursus geïntroduceerd.

Een introductiecursus in het christelijke geloof. Gericht op zoekers maar met als uitgangspunt: mensen maken niet alleen kennis met Christus, maar ook met het lichaam van Christus. De cursus wil een tijdelijke ervaring bieden van wat de kerk is of kan zijn. Met elementen zoals het werken vanuit kleine groepen, het toerusten van mensen en het samen eten.

Kwaliteitskenmerken

Publicaties van de Duitse onderzoeker Christian Schwartz’ hielpen me om te denken over de gemeente zonder de mal van allerlei modellen. Hij kwam met wat hij noemt ‘kwaliteitskenmerken’. Hij deed in diverse landen onderzoek naar groeiende gemeenten en concludeerde dat de volgende kenmerken steeds terugkwamen:

1. Toerustend leiderschap

2. Gavengerichte taakvervulling

3. Hartstochtelijk geloofsleven

4. Doelmatige structuren

5. Inspirerende samenkomsten

6. Groeizame gemeentekringen

7. Behoeften gerichte evangelisatie

8. Liefdevolle relaties

Wat me aansprak is dat Schwartz een woord toevoegt aan ieder kenmerk dat iets zegt over hoe het functioneert of ervaren wordt. Het gaat dus niet alleen om de vraag óf er leiding wordt gegeven in de gemeente, maar is dat toerustend? Stelt het de gemeente in staat om te functioneren als Lichaam van Christus? Het gaat niet alleen om de vraag of de taken goed verdeeld zijn, maar gebeurt dat op basis van gaven die God mensen gegeven heeft? Het is niet alleen belangrijk dat er kerkdiensten gehouden worden, maar zijn ze inspirerend voor het persoonlijk leven van gemeenteleden, op zondag en door de week?

Verschillende Christelijke Gereformeerde Kerken startten een proces van gemeenteopbouw. Door bijvoorbeeld meer vanuit wijkteams te werken waardoor ambtsdragers samen met gemeenteleden zorg dragen voor een deel van de gemeente. Er werd nagedacht over de structuur van de gemeente en beleidsplannen werden gemaakt en gavenbanken werden gestart.

Een van de voortrekkers was drs. Jan Bosch, nu als predikant werkzaam in een zendingsgemeente in Maastricht. Toen we elkaar op digitale wijze spraken vertelde hij dat hij als student in Apeldoorn al bezig was met gemeenteopbouw. “Gemeenteopbouw heeft oude papieren. Na de breuk met de Rooms Katholieke Kerk werd door de gereformeerden een eigen visie op de opbouw van het kerkelijk leven ontwikkeld.” Hij verdiepte zich in Zepperus (1550-1607), “de eerste hoogleraar gemeenteopbouw aan de gereformeerde academie van Herborn in Nassau die het belang van een praktijkgerichte opleiding van theologie studenten benadrukt. Later schrijft Voetius vier delen over de gemeenteopbouw van het kerkelijk leven in Nederland: handboek voor Gereformeerde Gemeenteopbouw.” Een uitspraak van prof. Van ’t Spijker bleef hem bij: “een gemeente kan groeien door missionaire inzet maar dat groei zonder goede structuren ook zomaar weer verdwenen kan zijn.” Als missionair gedreven mens motiveerde hem dat om met gemeenteopbouw bezig te blijven.

Werkgroep gemeenteopbouw

Ds. Bosch was in 1991 betrokken bij de start van de werkgroep gemeenteopbouw op initiatief van een aantal CGK-predikanten. Er deden in de loop van de tijd 25 predikanten aan mee en de groep kwam vier keer per jaar bij elkaar voor Bijbelstudie, boekbespreking en het uitwisselen van tips. Daar bleef het niet bij. Ze wilden inzichten en ervaringen delen. Zo kwam er een cursus ‘Bouwen met beleid’ om gemeenten te ondersteunen bij de opbouw van de gemeente. Zelf was ds. Bosch eind jaren ’90 predikant in de CGK Hoofddorp, een jonge gemeente waar veel aandacht was voor opbouw vanuit kringen, gavengericht werken en het toerusten van gemeenteleden. De gemeente schreef in 1997 een beleidsplan “Stad op een berg” en ze inspireerde andere gemeenten om werk te maken van de opbouw van de gemeente. De werkgroep gemeenteopbouw organiseerde in 1999 een landelijk symposium ‘Steen voor steen’ in Veenendaal met sprekers zoals Aad Kamsteeg. Naar het symposium kwamen mensen die missionair bewogen zijn, die na willen denken over gemeenteopbouw en samen willen bidden.

Verschuiving vanaf 2000

Begin 2000 is er een verschuiving. De synode van de CGK benoemde in die tijd een ‘commissie grote steden’ en van daaruit komt er aandacht en ruimte voor gemeentestichting. Er ontstaan nieuwe gemeenten die zich richten op specifieke buurten of doelgroepen. In Rotterdam ontstaat de interculturele ICF-gemeente, in Amsterdam start Via Nova en later volgen gemeenten zoals Hoop Voor Noord, het Open Huis Haarlem en Assen Zoekt. Het CGK-kerkverband ontwikkelt visie voor gemeentestichting en doet daarmee baanbrekend werk waar andere kerkverbanden zich door laten inspireren. Diverse initiatieven ontstaan op het gebied van missionair gemeente zijn en gemeentestichting met toenmalig missionair consulent Stefan Paas als denker en voortrekker.

De werkgroep gemeenteopbouw constateerde dat hun rol wat was uitgespeeld. Er was meer aandacht en er was inzet vanuit het landelijk Dienstenbureau voor het ondersteunen van gemeenten. Tegelijk werd een behoefte geconstateerd aan intervisie onder predikanten. De aandacht werd verlegd en de werkgroep werd opgeheven.

Diaconaal/missionaire ecclesiologie

In de afgelopen 10 jaar is er opnieuw een verschuiving geweest, nu van gemeentestichting naar pionieren. Teams vanuit kerken nemen deel aan pionierstrajecten en starten initiatieven met, vanuit of naast de bestaande gemeente.

Ondertussen rijst wel de vraag: wat gebeurt er binnen de reguliere kerken? Hoe staat het ervoor met de gemeenteopbouw? Ds. Bosch werkt in Maastricht opnieuw met groepen die hij toerust en een zendingsgemeente als Assen Zoekt bestaat uit een netwerk van huisgroepen. Het is onze indruk dat veel kerken zoeken. Hoe kunnen we kerk zijn in een post-christelijke tijd? Hoe omgaan met krimp, vergrijzing, kerkverlating, vacatures in de kerkenraad en de zorgen over het kerkverband?

Zouden we de wijze waarop we kerk zijn, de ecclesiologie opnieuw kunnen doordenken en verbeteren in een tijd waarin we weer mogen/ moeten ontdekken wat ons bestaansrecht en onze roeping is als kerk? Persoonlijk denk ik dat we niet terug moeten naar de gemeenteopbouwbeweging van de jaren ’90. De tijd is anders en de vragen waar we voor staan ook. Maar de opbouw van gemeente vraagt wel aandacht, juist nu! Afsluitend wil ik een 7-tal punten noemen die ik persoonlijk belangrijk zou vinden voor gemeenteopbouw in het komende decennium:

1. Toewijding aan God. Efeze 3 gaat vooraf aan Efeze 4. In Efeze 3:14-21 buigt Paulus de knieën voor de Vader. De opbouw van de gemeente is niet maakbaar. Het begint bij toewijding aan God, de Vader van onze Heere Jezus Christus. Om vanuit samen iets te begrijpen - met alle heiligen - wat de breedte en lengte en hoogte is van de liefde van Christus.

2. Toerusting van de gemeente. Zouden gemeenten nog meer de plek kunnen zijn waar gemeenteleden gestimuleerd en toegerust worden om de gaven die God hen geeft te ontdekken en in te zetten? Zodat niet 20% van de mensen 80% het werk doet maar dat iedereen betrokken is.

3. Bewogenheid met de kwetsbare. Allerlei gemeenschappen vallen weg en juist nu zou de kerk de plek kunnen zijn waar mensen die ziek zijn, of eenzaam of die in armoede leven deel uit kunnen maken van een helende gemeenschap. Denk aan een pastoraal/diaconale structuur waarbij gemeenteleden naar elkaar omzien. Waar mensen elkaar helpen, ontmoeten en samen eten.

4. Missionaire betrokkenheid. Veel mensen in Nederland zijn op zoek naar zingeving, naar verbinding met mensen, naar spiritualiteit. Ik heb in Nederland en in andere landen gemeenten gezien die aanwezig waren in de wijken. Waar mensen uit de buurt mee gingen doen, kwamen helpen, hun vragen konden stellen en een thuis vonden en waar gaandeweg geloof werd geboren. Zou het kunnen dat de kerk geen missionaire activiteiten doet, maar missionair is?

5. De kracht van verschillende groepsgroottes. In de Bijbel zien we het volk Israël en zien we de volgelingen van Jezus functioneren in verschillende groepsgroottes. Jezus had 3 leerlingen met wie Hij intens optrok (intieme ruimte) en daaromheen de 12 (persoonlijke ruimte), de 70 (sociale ruimte) en de menigte (publieke ruimte). De dynamiek in een gemeente van 50 leden is anders dan in een gemeente van 100 of 500 mensen, maar elk heeft een eigen kracht en betekenis. Soms kunnen kerken in regioverband optrekken of als opheffing dreigt dan kan een doordenking en een praktijk vanuit ver-schillende groepsgroottes nieuwe mogelijkheden bieden in hoe je kerk kunt zijn in dorp, stad en buurt.

6. Intergeneratieve en interculturele betrokkenheid. In de gemeente waar ik deel van ben leren we steeds meer wat het is om veelkleurig kerk te zijn. Kerk zijn vanuit de huizen en waar kinderen jongeren en ouderen samen aan tafel gaan én elkaar ontmoeten op zondag. Het is zo verrijkend als buurtbewoners en mensen uit Iran en uit Congo mee aan tafel schuiven. Het zijn niet persé de spectaculaire projecten die de gemeente bouwen, ik ervaar steeds weer de kracht van ontmoeting.

7. Liefde door alles heen. De gemeente is de context waarin het liefhebben van God en de naaste als ons zelf vorm krijgt. Liefde, de agapè die obstakels overwint, die soms scherp is en liefde die je gelukkig maakt. Liefde heeft ook een verbond nodig en een bereidheid om voor elkaar te gaan. Dat is gemeente opbouw van onze kant. In de overtuiging dat wij ons best doen maar dat God het is die zijn kerk verzamelt en vermeerdert.

Rudolf Setz is Diaconaal consulent en Evangelist/ voorganger in de Zendingsgemeente Assen Zoekt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2021

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

Waar bleef de aandacht voor gemeenteopbouw?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 2021

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's