Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Laat mij zijn een instument…

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Laat mij zijn een instument…

Over de bijbel in het pastoraat

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het lijkt een zo vanzelfsprekend onderwerp: de bijbel in het pastoraat. Natuurlijk ga je niet zonder bijbel op pad in het pastoraat. Wat is een ouderling zonder zijn gereedschap, wordt er wel gezegd.

En dat is ook helemaal waar. In de kerk lopen de contacten via het Woord van God. Dat ervaren we ’s zondags, maar ook door de week. Op zondag ervaren we het in deze tijd nog sterker: wat is het wat ons samenbindt in deze corona-tijd? Waarom zitten we toch maar weer iedere zondag achter ons beeldscherm? We zien maar een paar mensen. Maar we zijn verbonden, ook op afstand, door dat Woord van God.

Dat Woord maakt van een groep mensen de kerk. Daarom is pastoraat er ook alleen maar rondom dat Woord van God. Dat bindt gesprekspartners samen. Of dat scheidt gesprekspartners; dat kan natuurlijk ook. Maar dat Woord, dat doet iets.

U merkt al dat ik zo wat onderscheid maak tussen bijbel en Woord van God. Dat doe ik niet omdat ik zou denken dat dat twee heel verschillende dingen zijn; God heeft ons immers zijn geschreven Woord gegeven. Maar het gaat me er vooral om dat we niet moeten denken dat als je nu maar de bijbel bij je hebt en daaruit leest dat het dan goed is. Dat is veel te formeel gedacht. Het gaat er om dat dat Woord van God een lévend Woord is. Een Woord dat door de levende God gesproken is en wordt.

Maar ja, hoe dan en wanneer dan? Daarover gaat het in dit artikel.

Denkoefening

Eerst doen we een denkoefening. Om duidelijk te krijgen hoe dat Woord van God (en daarom gaat de bijbel open) een plaats kan innemen. Soms helpt het om je eens in te denken dat je pastoraat zou moeten doen in een situatie waarin er geen bijbel voor handen is.

Dat is in onze tijd haast niet voor te stellen. Op onze smartphone staan alle mogelijke bijbels in allerlei vertalingen. In het ziekenhuis waar ik nu werkzaam ben, is dat wel gemakkelijk. Per keer bekijk ik en vraag ik welke vertaling ik zou moeten gebruiken. Trouwens, dat deed ik ook wel als gemeentepredikant. Meestal gebruikte ik de bijbel waaruit men gewend is te lezen. Het was mijn bezoek aan hen, maar daar hoorde dan ook hun bijbel bij.

Pastoraat zonder bijbel

Maar stel je eens een situatie voor waarin je de bijbel niet zomaar kunt raadplegen. Je hebt geen bijbel bij je, in het huis waar je komt is er ook geen één.

Dat lijkt vreemd in onze dagelijkse praktijk, maar vergeet niet dat dat eeuwenlang het geval is geweest. Tot de uitvinding van de boekdrukkunst was er nauwelijks een bijbel in de huizen. Gewone mensen hadden geen bijbel in huis. En gewone ouderlingen namen later hun grote Statenbijbel niet mee op huisbezoek.

Dat is wel vreemd, eigenlijk. Vreemd voor ons. Hoe kun je nu pastoraat doen als het Woord niet opengeslagen kan worden?

Zonder gedrukte bijbel gaat het ook

We mogen heel erg dankbaar zijn dat er de laatste 500 jaar de mogelijkheid is om de bijbel thuis te lezen. En dat we dat mogen doen met elkaar, dat we de bijbel kunnen lezen in onze gezinnen, in bijbelstudiekringen enz. En iedereen mag met zijn eigen bijbel meelezen. We geven zelfs onze kinderen bij het verlaten van de zondagsschool of de kindernevendienst een bijbel, of zelfs nog eerder. Ouders krijgen een bijbel bij hun huwelijk en bij de doop van hun kinderen.

Maar dat is dus eeuwenlang niet aan de orde geweest. En we denken toch niet dat het vroeger, in de Middeleeuwen, zo was, dat niemand de weg naar God kon vinden. Hoe het pastoraat toen verliep, is wat moeilijk te achterhalen, maar we begrijpen wel dat hoe minder er gebruik gemaakt kon worden van een fysieke bijbel, de persoon die iets te vertellen heeft des te belangrijker werd. Dat hebben wij trouwens nu ook: de eenheid tussen wat er gezegd wordt en wie er wat zegt. We zeggen dat over onze jongeren: ze hebben snel in de gaten of iets echt is of niet. Nou, dat gold zeker in een tijd dat men aangewezen was op iemand die het vertelde.

Eigenlijk is een leven zonder gedrukte of digitale bijbel de normale gang van zaken. Vanuit de bijbelse tijden zelf tot de Reformatie. En we moeten niet alleen maar denken dat het tegenwoordig de beste tijd is. Blijkbaar kon en wilde de Here ook vroeger, in een tijd zonder gedrukte bijbels, zijn werk doen. Blijkbaar is er dus ook nog iets anders van belang.

Bidden om op niveau te komen

En wat is dat andere dan? Dat andere is gebed, kun je denken. Zoals het zo gemakkelijk soms in één zin klinkt: bidden en lezen; bijbel en gebed. Maar bidden is niet alleen maar vragen dat wat je zelf wil gaan zeggen, goed over mag komen. Het is juist ook je richten op een luisteren naar God én die ander, je laten brengen op een ander niveau dan dat van je eigen leven. Je laten vormen, je laten gebruiken in de dienst van je Zender. En als je eenmaal weet wie die Zender is, dan kun je dat ook nooit meer gedachteloos doen. Een klein, zondig mensje krijgt een opdracht van de hoogheilige God.

Laat mij zijn een instrument...

En op deze manier gezegd gaat het dan ook meer over het meenemen van jezelf dan over het meenemen van een bijbel. Het gaat over hoe jij, u, als ambtsdrager op pad gaat en hoe je gebruikt kan worden in het gesprek. Je voert een gesprek voor het aangezicht van God, met dat gemeentelid en jij luistert en spreekt.

Bijbellezen gaat en hoeft niet altijd

Wat ik hiermee wil benadrukken is het volgende. Het gaat er niet om dat je iets gelezen hebt. Als iets heel noodzakelijks. Ja, een tijd geleden werd er weleens gemopperd als de dominee of de ouderling niets gelezen had.

In het ziekenhuis doe ik dat lang niet altijd bij patiënten.

Er zijn heel wat gesprekken met niet-kerkmensen die niet over geloof gaan. En dan is soms de aard van het gesprek niet zo dat ik het voorstel doe om uit de bijbel te lezen. Wat ik wel hoop en daar wil ik op vertrouwen als ik mijn werk doe, is dat ik een instrument ben. En Hij kan alleen een mens bekeren.

Maar ook met wel-kerkmensen lees ik niet altijd. Soms is het gewoon druk op de kamer, de arts, de verpleegkundige, de schoonmaker, de koffie. Maar vaak ook heb ik dan toch iets doorgegeven van het Woord van God, zonder de bijbel open gehad te hebben. Een Woord dat in mij opkwam, een Woord waar ik net over gepreekt had, of wat ik voor mijzelf gelezen had. Want zo is het: hoe langer je met de Here mag omgaan, hoe meer wordt ook je hart (de werkplaats van je leven) een voorraadschuur met Woorden van God. Natuurlijk, niet elke oprisping is dan gepast, we hebben ook ons verstand gekregen! Maar de voorraadschuur gaat open. En dat is dan genoeg.

En in beide situaties, bij een niet-kerkmens en een wel-kerkmens waar de bijbel niet open ging, ging het Woord van God toch open.

Een instrument: thuis zijn in de Schriften en deel zijn van de Boodschap

Het gaat dus om twee dingen. Het gaat om thuis zijn in de Schriften, om zelf te leven van het Woord van God. En het gaat er om dat jij als ambtsdrager zelf gezien kan worden als (deel van) de boodschap.

Thuis zijn in de Schriften. Ja, dat ben je meer als je wat ouder wordt. En dat is logisch. Alleen bij onze Heiland waren de mensen versteld over zijn spreken op twaalfjarige leeftijd (Lucas 2).

Ik moet toegeven dat ik zelf niet zo ingesteld ben dat ik me train in het vinden van bijbelgedeelten in pastorale situaties. Daar moet je je eigen weg in vinden. De één vindt er veel houvast in; voor de ander is het eerder een sta-in-de-weg.

Als je dat wilt, dan is er veel te vinden in handboeken voor pastoraat en ook onze professor Velema heeft daar mooie dingen over geschreven. Zeker als het gaat over bijzondere vormen van pastoraat, bijv. bij gebroken relaties, moet je daar soms wat over lezen in andere boeken.

Mij zelf heeft in het gewone pastoraat het meest geholpen het gewone lezen van de bijbel en op die manier het thuisraken in de Woorden van God, thuisraken in de gedachten van God. En daarnaast het kennen van de mensen en dat begint bij jezelf. In het proberen te doorzien van het gewone leven van gewone mensen gaat dat Woord iets doen. En daarbij helpt voor mij vaak het lezen van de psalmen. Die psalmen zijn een onuitputtelijke bron voor leven met God maar ook voor het pastoraat. Alle facetten van mensen van deze eeuw komen aan de orde. Het gaat over een levendige omgang van God met mensen, en van mensen met God. Over een verborgen omgang die je mag ontdekken. Over het oud vertrouwen dat weer gevoed mag worden.

Maar ook het tweede hoort er bij: je bent een onderdeel van de boodschap. Of je het nu wilt of niet.

Staat daar iemand, zit daar iemand die iets van de Heiland heeft?! Niet, staat daar iemand met de bijbel, maar is daar iemand die vanuit het Woord leeft?! Is dat een levende getuige van God? En zo moet je ook gezien willen worden. Nee, het gaat er niet om je meer te voelen dan een ander. Het geldt ons allemaal als we in ons leven van de Heiland willen getuigen. Dan zijn wij, hoe wij zelf zijn, uiterst belangrijk.

Begrijp me goed: een gedrukte bijbel is een ongelofelijk groot geschenk, maar het komt niet in de plaats van het Woord dat in de kerk verkondigd wordt en dat van mensen levende brieven (2 Kor.3) van Christus maakt. We kunnen niet zonder dat gedrukte Woord, maar het gaat om de ontmoeting met de Levende God die werkt door kleine mensen heen.

Mensen zien wie je bent. Zien hoe je leeft. Zien wat je zegt. Zien hoe je het zegt.

“Het zal om ons zelve gaan”

Dat maakt het er niet gemakkelijker op. Het zal om ons zelve gaan. En het meest wonderlijke is dat ons ongemak daarover van grote zegen is. Als je denkt dat je een geweldig voorbeeld bent, dan haken mensen af. Zeker niet-kerkmensen en hoe langer hoe meer wel-kerkmensen ook. We zijn maar aarden vaten (2 Kor. 4). In de omgang met de Here leer je ook zien dat jouw kleinmenselijkheid opgenomen is in Gods werk. Dat genade juist jouw kleinmenselijkheid omvat. Dat God je met andere woorden gebruikt niet omdat je het geweldig doet, maar zoals je het doet, zoals je bent, inclusief je zondaar-zijn. Aarden vaten.

Als ik dat nu samenvat: hoe doe je nu je pastoraat? Welke plaats heeft de bijbel er in? Het zal om jou, u als ambtsdrager gaan. Dat jezelf thuis raakt door bezig te zijn in de dingen van de Vader (Luc.2). En dat je je een instrument weet van Hem, al heb je nog geen woord gezegd.

Eerlijk gezegd is dat voor mij vaak genoeg. Dat ik dat weet. Want het gaat om het Woord van de levende God. Dan moet ik ook namens Hem op pad gaan. En dan moet het door hem geïnspireerde geschreven Woord een levend iets zijn voor mij. Dan moet ik daardoor gevormd zijn en steeds weer worden. Maar als het iets levends is, dan helpt Hij mij ook om de woorden te spreken die ik moet spreken. Dan helpt Hij ook om het Woord te vinden wat op dat moment nodig is.

Er zit iets vanzelfsprekends in, wat er nooit automatisch is. Het vanzelfsprekende putten uit het Woord van God omdat het, omdat Hij je leven is.

Dus er mag iets van ontspanning komen in het ambtelijk werk, in het pastoraat. Als je zenuwachtig moet zoeken naar een bijbeltekst, dan moet je een volgende keer eens wat meer ontspannen gaan, in vertrouwen. En het mooie is dat mensen dat zenuwachtige van je ook wel kunnen zien en dat ook dat dit God niet in de wegstaat. Laat mij zijn een instrument…

Gert Jan Vogel


Drs. G.J.H. Vogel is vanaf 1 september 2020 verbonden aan het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland als geestelijk verzorger. Hij woont in Dordrecht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2021

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Laat mij zijn een instument…

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2021

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's