Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ouderling, blijf herder

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ouderling, blijf herder

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je wordt gebeld door je ouderling. Je bent opnieuw op de lijst geplaatst, waaruit later door de gemeente de nieuwe ouderlingen worden gekozen. Voor jou wordt het al de derde keer als je gekozen wordt. Maar eigenlijk heb je er deze keer niet zo veel zin in. Dat heb je ook tegen je ouderling gezegd, maar verder was er in het telefoongesprek geen gelegenheid, om daar dieper op in te gaan.

Het gaat om onduidelijkheid in de kerkenraad over wat nu in essentie het werk is van een ouderling. Er zijn twee meningen in de kerkenraad. Voor sommigen is de ouderling een herder van de gelovigen en de gemeente. Voor anderen is de ouderling een herder en/of een bestuurder/manager van de kerk. Deze discussie gaat ten koste van de daadkracht van het werk en jouw plezier om ouderling te zijn. Voordat je er weer aan begint, wil je meer duidelijkheid hebben.

Wat zegt de Bijbel eigenlijk?

Wanneer in de Bijbel wordt gesproken over de zorg voor de gelovigen, wordt nogal eens het beeld van ‘herder’ en ‘kudde’ gebruikt. Dit is ook een beeld voor de zorg van ouderlingen voor de gemeente.

Al in het Oude Testament heeft God zich geopenbaard in zijn liefde en trouw. Abram krijgt van God de opdracht om zijn land te verlaten en te trekken naar het land dat God hem zal wijzen. Daarbij zegt God in Genesis 12: 2: “Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn.” Het Oude Testament laat zien dat God door alles heen trouw is gebleven aan deze belofte. En daarin komt dan het beeld van de herder op. Ezechiël 34 zet dat op een heel scherpe manier aan. Daar wordt in vers 1 tot 10 gesproken over de leiders van het volk die slechte herders zijn. En God zegt: “Ik zal mijn schapen ‘uit hun mond’ redden.” En het gaat nog verder. In de verzen 11-66 zegt God dat Hij zelf als Herder naar zijn volk toe zal komen om ze overal vandaan te verzamelen. God zal zelf laten zien wat herder zijn betekent. Hij zal naar de schapen omzien en voor hen zorgen: het verlorene zal Hij zoeken en het afgedwaalde zal Hij terugbrengen. Kortom: Hij zal Herder zijn. God ziet naar zijn schapen om (Ezechiël 34: 11).

Als Jezus later zegt dat Hij de goede Herder is (Johannes 10:11), klinkt alles wat in Ezechiël gezegd werd, daarin mee. Jezus is de goede Herder die zijn leven geeft voor de schapen. Hij roept zijn schapen bij hun naam. Hij loopt voor ze uit en de schapen volgen Hem omdat ze zijn stem kennen. Zoals iedere herder de schapen beschermt tegen gevaar, doet ook Jezus dat. Door Zichzelf te geven.

Met andere beelden wordt de betekenis van Jezus voor mensen aangevuld. In Johannes 17: 2 blijkt dat Jezus van zijn Vader de macht heeft gekregen, om mensen - zij, die hem door de Vader gegeven zijn – het eeuwige leven te schenken. In vers 3 zegt Jezus: ”Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en hem die U gezonden hebt, Jezus Christus.”

Ongetwijfeld staat dit allemaal ook op de achtergrond als Jezus aan Petrus de opdracht geeft ‘de schapen’ en ‘de lammeren’ te ‘hoeden’ en te ‘weiden’ (Johannes 21: 15-17). Petrus zelf heeft die lijn vast en zeker gezien als we lezen wat hij schrijft in zijn eerste brief. Die richtte hij aan de gemeenten in Klein-Azië. In zekere zin kun je zeggen dat wij in 1 Petrus 5: 1-4 een verslag vinden van een gesprek over het zorgen voor de gemeente. Petrus voert dat gesprek met wat hij zijn mede-oudsten noemt. Overeenkomstig de opdracht die Petrus van Jezus heeft ontvangen, zegt Petrus tegen hen: “Hoed Gods kudde waarvoor u de verantwoordelijkheid hebt, houd goed toezicht.”

Het gebruik van het woord ‘kudde’ roept meteen het beeld van de herder op. De kern van de boodschap van Petrus is dus, dat de oudsten herder moeten zijn van de kudde en leiding moeten geven zonder daarin heerszuchtig te zijn. Petrus maakt deze manier van leiding geven concreet als hij zegt: “Geef het goede voorbeeld.” En als hij daarbij wijst op de Opperherder, komt nog een keer het beeld van de oudste als herder op. Petrus zegt dus zoveel als: Maak in je doen en laten zichtbaar dat je de Herder Jezus Christus navolgt. In je eigen leven, en dus ook in je omgaan met de kudde. Wees een herder voor de kudde door voor te leven wat het betekent om Jezus te volgen.

Paulus spreekt op vergelijkbare manier tot de oudsten/ouderlingen van Efeze. Volgens Handelingen 20 is Paulus per schip onderweg van Klein Azië naar het Pinksterfeest in Jeruzalem. Hij gaat ervan uit dat dit zijn laatste reis door Klein Azië is. In zijn afscheidswoorden tegen de oudsten van Efeze zegt hij in Handelingen 20: 28: “Zorg voor uzelf en voor de hele kudde waarover de heilige Geest u als herder heeft aangesteld.”

Later schrijft Paulus een brief aan de gemeente van Efeze, die waarschijnlijk bedoeld was als een rondzendbrief voor meerdere gemeenten in Klein Azië. In die brief spreekt de apostel direct over de herders als hij in Efeze 4: 11, 12 schrijft dat Christus postelen, profeten, evangelieverkondigers en herders en leraren heeft aangesteld ‘om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst.’ Omdat zo het lichaam van Christus opgebouwd wordt. Herders zijn dus ook betrokken bij de opbouw van de gemeente, het lichaam van Christus. Zij zijn, met anderen, aangesteld om de heiligen, de gelovigen, “toe te rusten voor het werk in Zijn dienst.”

Duidelijk is dus dat het beeld van de herder een belangrijke aanduiding is als het gaat over het werk van de oudsten (ouderlingen) ten opzichte van de gemeente. De ouderling is een herder, die de gemeenteleden bij de goede Herder Jezus Christus brengt. Daarin treedt hij op onder de Opperherder, en mag hij die Opperherder zelf kennen en, ook in zijn dienstwerk, navolgen.

Praktische invulling

Tot nu toe is aan de orde gekomen, dat de ouderling een herder is die de kudde weidt, dat wil zeggen dat een ouderling erop gericht is dat een gelovige niet alleen in de kerk maar ook in het persoonlijke leven aan de goede Herder verbonden zal zijn. Daarbij zal de herder zoeken naar mogelijkheden de kudde van goed geestelijk voedsel te voorzien.

Maar een herder doet meer dan dat. De herder beschermt de kudde ook, bijvoorbeeld tegen roofdieren. Een herder neemt ook de leiding als het nodig is. Hij wijst de weg. Dr. J.P. Versteeg wijst erop, dat Petrus in 1 Petrus 5: 1 de oudsten aan wie hij schrijft mede-oudsten noemt. Daarmee plaatst Petrus zich enerzijds naast die oudsten. Het is een teken van ootmoed: ik sta niet boven jullie. Maar Petrus plaatst de oudsten ook naast zichzelf. Als ouderlingen mede-oudsten naast Petrus zijn, betekent dit ook dat zij delen in de opdracht die Petrus zelf van Jezus kreeg: het hoeden en weiden van de schapen en lammeren van Jezus. Dus is er in die zin ook sprake van delen in het gezag van de apostelen! De ouderlingen in een plaatselijke gemeente hebben in deze zin een leidinggevende positie.

De woorden besturen en managen staan voor leiding geven, maar hebben een klank van afstandelijkheid. Daarom wordt in dit artikel gekozen voor leiding geven. Naar dit element in het ambt van ouderling wordt nu een verbinding gemaakt.

Tijdens colleges in het vak kerkrecht werd door professor Van ’t Spijker destijds dikwijls een zin aangehaald uit de tijd van de Reformatie. Die zin was ‘Regere est pascere, besturen is weiden’. Deze zin moet vertaald worden naar de bedoeling ervan, namelijk leidinggeven om te weiden. De kerkenraad en ouderling geven leiding om te weiden. De ouderling leidt de kudde om die goed te kunnen weiden zodat mensen met de echte Herder Jezus Christus in verbinding komen.

Van dit leiding geven worden nu drie voorbeelden uit de praktijk van een plaatselijke gemeente gegeven. Deze voorbeelden worden ook verduidelijkt en toegelicht. Het eerste voorbeeld gaat over het organiseren van het werk van ouderlingen. Het tweede voorbeeld heeft betrekking op organisatorische aspecten van de kerk en het laatste voorbeeld heeft betrekking op het beleid voor het leven van de gelovigen.

1. Het regelen, inhoudelijk en praktisch, van het herderlijke werk van ouderlingen. De kern van het werk van ouderlingen is dat zij herderlijk werk doen voor de goede Opperherder Jezus Christus. De kerkenraad maakt voor dit werk een aantal inhoudelijke en praktische afspraken, zoals:De kerkenraad zal afspreken, dat ouderlingen hun werk doen als herders en met de gemeenteleden spreken over het geloof in en de navolging van de goede Herder Jezus Christus. Door groei in het geloof en de navolging van Jezus Christus wordt de gemeente opgebouwd; De kerkenraad zal de ouderlingen ondersteunen in geestelijke opbouw en hen helpen bij het verkrijgen van gespreksvaardigheden;De kerkenraad zal erop toezien dat de grootte van wijken in de kerkelijke gemeente is afgestemd op de hoeveelheid werk die ouderlingen aankunnen.

2. De kerkenraad is verantwoordelijk voor het feit, dat de financiën van de kerk goed worden beheerd en de kerkelijke gebouwen goed worden onderhouden. Zo wordt de voortgang van het inhoudelijke werk geborgd. Daartoe doet de kerkenraad het volgende. ·

• Er komt een commissie van beheer. Deze commissie doet wat de kerkenraad haar vraagt. ·

• Ook stelt de kerkenraad een boekhouder en financiële commissie aan. Belangrijk zijn wensen van de kerkenraad die nieuw zijn en geld kosten. De commissie beoordeelt deze wensen en doet voorstellen om deze financieel te realiseren.

3. Een laatste vorm van ‘beheer’ wordt uitgevoerd door de ouderlingen zelf, maar daarbij kunnen ook deskundigen uit de gemeente worden betrokken.Het gaat om beleid, dat richting geeft bij allerlei vragen die in deze tijd spelen rond de vormgeving van het christelijke geloof. Twee vragen worden genoemd. ·

• Hoe moet de kerk en hoe moeten ouders omgaan met jongeren, die vragen hebben bij de betekenis en waarde van God en geloof in deze tijd? Het wordt in het algemeen steeds gewoner gevonden, om het geloof in God niet te betrekken bij keuzes die mensen maken bij de inrichting van hun leven. ·

• Klimaatverandering en opwarming van de aarde is aan de orde van de dag. De manier waarop mensen leven en hun economie inrichten, hebben daar grote invloed op. Wat betekent deze zaak voor de gelovigen en voor de wijze waarop zij hun leven inrichten?

Tenslotte

In dit artikel ging het over het werk van het ambt van ouderling. Wat is het doel van het ambt en wat doet de ouderling?

Het doel van de ouderling is, dat hij het werk van een herder doet en gemeenteleden bij voortduur, ook verdiepend, oproept om zich te verbinden met de goede Herder Jezus Christus.

Het werk van een herder doen kan alleen als bepaalde zaken goed geregeld zijn. Daarom geeft de ouderling samen met anderen leiding in de kerk om ervoor te zorgen dat het geestelijke werk niet gehinderd wordt.

Als ouderling heb ik zelf ervaren, dat het belangrijk is om met gemeenteleden over het persoonlijke geloof te kunnen praten. Dus, dat je als ouderling vooral herder bent. Er komt heel wat op de schouders van ambtsdragers terecht, maar dit is één van de meest wezenlijke dingen. Daarom vind ik het belangrijk om dit op de kerkenraad met elkaar te bespreken en te oefenen.

Mijn vader, ds. Aart Bijkerk, was een praktisch man. Zijn opvatting was: “een ouderling moet gewoon zijn werk doen.”

G. Bijkerk


Gerard Bijkerk deed begin jaren ‘80 kandidaatsexamen theologie in Apeldoorn. Daarna is hij verschillende periodes ouderling geweest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2021

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Ouderling, blijf herder

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 maart 2021

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's