Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe geef je kritiek op de preek?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe geef je kritiek op de preek?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kritiek als een koude douche. Het was een hele bevalling, het maken van de preek. Uitlegkundig was het een lastige tekst maar deze liet hem niet meer los.

Hij had het gevoel dat het een vingerwijzing van God was om hierover te preken. Tijdens het studeren en schrijven groeide het inzicht, de kwartjes vielen en het verraste hemzelf hoe deze tekst ging spreken. De boodschap die opwelde uit de tekst was ook persoonlijk bij hem binnengekomen en hij zag uit naar de verkondiging op zondag. Vol vuur en bewogenheid hield hij zijn preek. Terug in de consistorie was het even stil. Had de preek zoveel indruk gemaakt? Toen klonk de stem van een ouderling: “het was weer een geleerde preek, maar ik weet eerlijk gezegd niet wat ik er de komende week mee in de praktijk van alledag mee aan moet.” Het was alsof hij een koude douche over zich heen kreeg. Hij stotterde wat, ging zich vervolgens heftig verdedigen en liep teleurgesteld naar huis. De ‘kritische’ ouderling zei onderweg naar de koffie tegen zijn ambtsbroeder: “Sjonge, jonge, wat kan hij slecht tegen kritiek, zijn preek lijkt ‘zijn kindje’ wel, je mag er niet aankomen, hij schiet meteen in de verdediging.”

Uitoefenen van opzicht op de leer

Mag je als kerkenraad kritiek leveren op de preek? Volgens mij wel. Het oude formulier voor bevestiging van ambtsdragers heeft het er over dat een ouderling opzicht moet uitoefenen op de leer en levenswandel van de dienaren van het Woord. Betekent dit dat een kerkenraadslid kritiek mag uitoefenen op de preek? Ik denk het wel. Ze moeten zelf thuis zijn in de Bijbel en zich oefenen in de geheimenissen van het geloof en alles wat in de preek van de Schrift afwijkt, moeten ze aan de orde stellen. Er moet ‘gewaakt’ worden over de leer met het oog op de wolven die de schaapskooi van Christus kunnen binnendringen (Matth. 7: 15). Het is dus nadrukkelijk een taak van een ouderling dat hij kritiek heeft op een preek wanneer deze afwijkt van het Bijbels getuigenis. Toch voelen we wel aan dat de meeste kritiek op preken zich niet zozeer richt op grove afwijkingen van de Bijbel. Het gaat ook over de uitleg, de opbouw, de voordracht en de persoonlijke toepassing op de hoorders. Opbouwende kritiek op een preek is prima en kan ten goede kan komen aan het gemeenteleven. De vraag in dit artikel die ik vooral wil beantwoorden is hoe er het beste kritiek geleverd kan worden op de preek.

Kritiek geven luistert nauw

Kritiek op de preek, vlak nadat deze uitgesproken is, luistert zeer nauw. De koude douche die de predikant hierboven ervoer, is een voorbeeld van kritiek die zijn doel niet bereikte. Het frustreerde de predikant en bemoedigde hem niet. Je zult het maken van de preek maar als een ‘bevalling’ ervaren hebben, maar ook de vreugde van het ‘zelf geraakt worden’ door de Bijbel tijdens het maken van de preek en dan zo’n tegenvallende reactie. Kritiek moet plaats en tijd kennen. Ik hecht erg aan het nabespreken van de preek in de consistorie en probeer dan ook altijd tijdens de preek een positief punt te vinden om het gesprek aan vast te kunnen knopen. Wanneer je zelf door de preek positief geraakt wordt, is het gemakkelijk om daar iets van te zeggen. Wanneer dit niet het geval is, probeer dan als ambtsdrager er iets positiefs uit te halen om in gesprek te brengen. Naast de inhoud kan ook de opbouw, de voorbeelden of het appel dat ervan uitging aan de orde gesteld worden. Mocht er echt iets mankeren aan de preek met betrekking tot een Bijbelse afwijking, dan zou ik dat niet in de consistorie doen, wanneer een predikant ‘kwetsbaar’ is. Breng hem dan later een be-zoek om jouw kritiek aan de orde te stellen op een opbouwende manier.

Hoe geef je kritiek?

Kritiek is als een zachte regen, iemands groei bevorderen, zonder zijn wortels te ondergraven. Wanneer we deze zin toepassen op ons voorbeeld zien we dat de predikant zich ging verdedigen omdat hij zich persoonlijk aangevallen voelde. Zijn wortels lagen in de preek die zijn ‘kindje’ geworden was. Begrijpelijk dat hij zo reageert, hoewel ik er meteen achteraan schrijf dat ik vind dat deze predikant ook niet zo goed met kritiek kan omgaan. Ook de ouderling gaf op een manier kritiek waardoor de predikant de kritiek te persoonlijk opvatte. Volgens mij is er van beide kanten iets te doen.

Welke kritiek zou beter zijn?

Stel dat de ouderling zijn kritiek op de volgende manier gegeven zou hebben: ‘Interessant wat u uit zo’n tekst haalt. Daar moet heel wat studie aan vooraf gegaan zijn. Wat me wel bezig houdt is hoe ik zelf hiermee de komende dagen aan de slag zou kunnen gaan.’ Welk verschil zien we nu met de reactie: ‘Het was weer een geleerde preek, maar ik weet eerlijk gezegd niet wat ik er de komende week in de praktijk van alledag mee aan moet.’ Het grote verschil is niet zozeer de inhoud, maar wel de manier waarop de boodschap verpakt is. De werkelijke reactie is veel meer beschuldigend van aard dan de alternatieve reactie. Ook valt het op dat de ouderling het eerste deel van de zin positief benadert en het tweede deel van de zin vooral ‘bij zichzelf houdt’. Het luistert inderdaad erg nauw wat de toonzetting is. De werkelijke reactie gaf een vervelende sfeer waarin iemand zich aangevallen voelde en zich ging verdedigen en de alternatieve reactie nodigt veel meer uit tot gesprek. De Spreukendichter brengt het zo onder woorden: ‘Een zacht antwoord keert woede af, maar een krenkend woord wekt toorn op. De tong van wijzen maakt kennis goed (Spr. 15: 1).’ Bedenk voorafgaande aan het gesprek in de consistorie hoe je de kritiek gaat geven. Zeg eerst iets bemoedigends over de preek waar de predikant veel energie in gestopt heeft en houd de kritische noot vooral bij jezelf, niet beschuldigend, maar in de verbinding, uitnodigend voor gesprek. Het gebed uit Psalm 141: ‘Heere, zet een wacht voor mijn mond, behoed de deur van mijn lippen’, is ook goed om biddend te overwegen voordat je kritiek eruit ‘floept’. Je kunt te snel kritiek geven zonder er over nagedacht te hebben. De spreukendichter zegt hierover in hoofdstuk 18: ‘Wie antwoordt voor hij geluisterd heeft, het is hem tot dwaasheid en schande.’ Het geven van kritiek zegt trouwens ook iets van de kritiekgever. Het verrassende is namelijk ook dat de ene ouderling in de preek andere dingen hoort dan de andere ouderling en soms ook ‘hetzelfde woord’, anders hoort. We luisteren soms heel selectief en ons eigen referentiekader kleurt ook wat we wel of niet (willen) horen. Laten we dan ook maar bescheiden en niet te stellig zijn en de kritiek bij onszelf houden in plaats van deze beschuldigend te uiten.

Welke reactie op de kritiek zou beter kunnen zijn?

Op de werkelijke reactie van de ouderling op de preek zou onderstaande alternatieve reactie van de predikant beter zijn dan de reactie die in het voorbeeld volgde.

‘Eerlijk gezegd overrompelt deze reactie me en verwart me een beetje. Ik heb zelf aan het maken van deze preek veel inzichten opgedaan en ik heb ook zegen ervaren. Ik hoopte dat deze zegen ook de gemeente zou raken, maar ik begrijp dat het bij jou anders binnengekomen is en je de praktische toepassing gemist hebt…… Sjonge, dat is anders dan ik verwacht had. Hoe is dat bij de andere broeders?.....’

Vervolgens ontstaat er een opbouwend gesprek. Wat is het grote verschil met zijn verdedigende reactie? Hij zegt wel iets over zijn teleurstelling, maar hij houdt het wel bij zichzelf. Hiermee geeft hij zichzelf ook ruimte om iets over zijn innerlijk te zeggen, maar hij neemt de kritiek ook serieus en gaat het gesprek hierover aan. Zo kan de kritiek opbouwend werken.

Ook hierin is de werkelijkheid soms lastig. Een predikant met een ‘laag zelfbeeld’ zal gevoeliger zijn voor kritiek dan iemand die in balans is en ‘tegen een stootje’ kan.

Wat zegt de Bijbel over omgaan met kritiek?

In de Bijbel heeft het hebben van kritiek en het vermanen van een ander een duidelijke plek. In een pedagogische relatie is het volgens de spreukendichter goed dat een vader zijn zoon die hij goedgezind is, vermaant wanneer dat nodig is (Spr. 3: 11, 12). Ook de spreuk dat men ijzer met ijzer scherpt (Spr. 27: 17) duidt er op dat elkaar in liefde aanscherpen opbouwend is. De brief aan de Hebreeën (Hebr. 10: 24, 25) roept ons op onze onderlinge bijeenkomsten niet na te laten, maar elkaar aan te vuren tot liefde en tot goede werken. De oude Statenvertaling formuleerde het zelfs als het ‘aanscherpen in liefde’. Dat dit geen vrijblijvende wens is volgt uit vers 25 waar staat: ‘zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen’. Elkaar aanscherpen en bemoedigen staat hier in het licht van het komende oordeel. Laten we elkaar opscherpen in liefde, tot opbouw van de gemeente. Ook hierin heeft de predikant een plek en kan het krijgen van opbouwende kritiek functioneel zijn voor de gemeente.

Regels voor het geven van kritiek?

Het inzetten van je gaven in de gemeente komt pas goed tot zijn recht, wanneer het gedaan wordt uit liefde. We mogen 1 Korinthe 12 over de gaven in de gemeente dan ook niet los maken van de liefde in hoofdstuk 13. Ik zou een aantal regels kunnen geven voor het geven van kritiek, maar als de grondtoon geen liefde is, zou kritiek in een aantal gevallen veelal nog verkeerd opgevat kunnen worden. Toch zijn enkele regels wel goed om de revue te laten passeren.

Beschuldig niet, maar zeg iets vanuit jouw persoonlijk beleven, waarbij er ruimte is dat een ander er ook anders over zou kunnen denken. Maak ook duidelijk welk effect het op jou heeft. Wanneer je in de verbinding met de predikant kan blijven en er ontstaat een goed gesprek over de preek, ga dan in gesprek over mogelijke alternatieven. Als laatste punt is ook belangrijk rekening te houden met het incasseringsvermogen van de predikant. De ene predikant kan er na de dienst over praten en de andere is na een preek erg vermoeid en lastig aanspreekbaar. Of de ene predikant heeft de neiging om het meer naar zichzelf toe te trekken en gaat er over tobben en de ander wijst het gewoon af omdat hij het er niet mee eens is. Er is ook verschil in het kritiek geven op een senior-predikant, of een proponent die nog aan het leren is. Niemand is hierin hetzelfde. Een standaard manier van het geven van kritiek is niet één op één te geven.

Kritiek op de preek vanuit liefde

Wanneer onze kritiek opkomt vanuit een houding van liefde, gericht op de opbouw van de gemeente, doen we dit alleen vanuit de liefde tot Christus. Zijn voorbeeld van liefde tot zondaren is dat Hij de zondaar niet afwijst, maar ook niet met de mantel der liefde bedekt. Leven van genade zorgt ervoor dat we ook in het geven van kritiek niet een te grote broek aantrekken. Paulus bidt dat onze liefde steeds overvloediger wordt (Fil. 1: 9). Hij vertrouwt erop dat ‘Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat zal voltooien tot op de dag van Jezus Christus (Fil 1: 6)’. In die tussentijd is het van belang te groeien in de liefde en wel concreet uitgewerkt in drie kenmerken. Allereerst in kennis en fijngevoeligheid. Als tweede in het onderscheiden in wat wezenlijk is. Als derde oprecht zijn zonder aanstoot te geven (Fil. 1: 9, 10). Wanneer we deze drie elementen toepassen op het geven van kritiek op de preek en indirect ook op de prediker dan kan dit ons aansporen tot zorgvuldigheid. Wat verdiept onze houding van liefde? Allereerst het ‘kennen‘ dat naast geloofskennis ook ‘erkennen’ betekent. Dat betekent dat je de ander ook als persoon wilt leren kennen en erkennen. ‘Fijngevoeligheid’ betekent hier vooral sensitiviteit. Het gaat hier om het vermogen personen en dingen goed te kunnen aanvoelen en inschatten. Het tweede kenmerk van verdiepende liefde is het ‘onderscheiden in wat wezenlijk is’. Het gaat hier over het kunnen onderscheiden tussen ‘goed en kwaad’, ‘belangrijke en minder belangrijke zaken’ en het ‘zinvolle en zinloze’. Het derde kenmerk is ‘oprechtheid’ en het ‘geen aanstoot geven’. Eerlijkheid en transparantie zijn belangrijke eigenschappen. We noemen dit in deze tijd ook wel authenticiteit.

Bovenstaande teksten spreken voor zich. Hoe meer we verbonden zijn met Christus, hoe meer we op Hem gaan lijken in Zijn verdiepende liefde, hoe groter de kans is dat het geven van kritiek in de gemeente zijn doel bereikt, namelijk de opbouw in liefde.

Tenslotte

De werkelijkheid in de consistorie is nogal eens dat er een stilte heerst en dat er helemaal niet gereageerd wordt op de preek. Ik vind dat wel jammer. Een preek is soms een ‘bevalling’ en soms ook een ‘kindje’ van de prediker, laat hem dan niet alleen staan na deze bevalling. Niet reageren is ook communiceren. We lazen al dat we in onze onderlinge bijeenkomsten elkaar dienen aan te vuren tot liefde en tot goede werken (Hebr. 10: 24, 25). Dat doen we niet door te zwijgen in de consistorie. Oefen in het gesprek na de dienst, maak de preek bespreekbaar. Het kan wel eens zegen geven en de onderlinge band verstevigen rond het Woord.

A.Pals


Anne Pals is docent en begeleidingskundige aan de Christelijke Hogeschool te Ede.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2021

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

Hoe geef je kritiek op de preek?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 mei 2021

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's